Goede samenvatting van hoofdstuk 13, het westelijke rivierenlandschap, van het boek Landschappen van Nederland door o.a. A.G. Jongmans. Afbeeldingen ondersteunen de samenvatting.
Landschappen van Nederland
Geologie, bodem en landgebruik
A.G. Jongmans en anderen
Hoofdstuk 13: Het westelijke rivierenlandschap
Oeverwallen zijn smal en laag. Boerderijen als lintbebouwing tegen de dijk, sloten met een hoge
waterstand. Bijna geen boomgaarden meer, tegen de dijk. Achter smalle oeverwal uitgestrekte
veenkom in gras, met sloten waar altijd water in staat.
p.498 13.1 Het natuurlijke landschap
Ontstaanswijze door eb en vloed beïnvloed. Afzettingen alleen fluviatiel, niet marien. Perimariene
landschap. Weinig verhang, daardoor vloeide het rivierwater vroeger over een breed gebied uit, ook
veengebieden. Veengroei belangrijkste geologische factor in dit gebied. Smalle, kleiige oeverwallen,
uitgestrekte veenkommen. Pleistocene rivierduinen, donken genaamd. Anastomoserend
riviersysteem (samenvoegen van verschillende stromen).
Rivieren in dit gebied zijn jong, minder dan 3800 jaar, (met uitzondering van de Lek) en daarom zijn
de hoogteverschillen tussen oeverwallen en veenkommen niet groot. Reliëfontwikkeling kwam door
invloed van de mens als gevolg van ontwatering. Landschap erg nat.
p.499 13.2 Het cultuurlandschap
13.2.1 Incultuurname – Op diverse donken vondsten uit de Late Steentijd. Antropogeen dek van
meer dan 50 cm op goed ontwaterde tuineerdgronden. Oorzaak; incultuurname, langdurige
bemesting met organisch materiaal en intensieve biologische activiteit.
Ook sporen uit Brons- en IJzertijd in Alblasserwaard. Romeinse vondsten op oeverwallen van de
Linge.
13.2.2 Dijken
Bedijkingen en dijkdoorbraken –
Oudste dijken uit de 11de eeuw.
Regelmatig doorgebroken,
heterogene overslagbodems
langs de dijken. Grootste wiel van
Nederland bij Schoonrewoerd
(grote plas aan de dijk, ontstaan
na een dijkdoorbraak, zie
afbeelding hiernaast). Na
doorbraak Diefdijk in 1573
ontstond een groot
overslaggebied.
Gevolgen van verbeterde ontwatering na bedijkingen – Na bedijkingen werd vooral de hoogste
grondwaterstand verlaagd, daardoor ging klink optreden. Veenkommen daalden sterker dan
stroomruggen en oeverwallen, differentiële klink heet dat. Stroomruggen nu zichtbaar als
verhogingen in het landschap.
Door diepere ontwatering kon rijping zich intensiever en dieper ontwikkelen. Ontkalking, verwering
en nieuwvorming van mineralen vond plaats op ontkalkte delen van stroomruggen. Homogenisatie
startte, vergleying ontwikkelde zich dieper in de bodem.
1
Landschappen van Nederland
H13 Het westelijke rivierenlandschap Wigcher Verstraete
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper vers1604. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.