Beste studenten, Dit is een oefententamen voor het vak internationaal recht dat wordt gegeven op het inholland voor de studie SJD en Rechten. In dit document staan ook de bijbehoren antwoorden. Succes! :)
1. Welk verdrag werd er in 1992 gesloten?
a. Verdrag van Maastricht.
b. Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie.
c. Verdrag van Lissabon.
d. Europese Grondwet.
2. Welke stelling is niet juist? De gewone wetgevingsprocedure wordt gekenmerkt door:
A De Raad en het Europese Parlement als wetgever.
b. De Commissie als initiatiefnemer.
c. De mogelijkheid van amendementen door het Europese Parlement en de Raad.
d. De Europese Raad en de Commissie als wetgever.
3. Welke stelling is juist?
a. Sinds het verdrag van Lissabon kent de Europese Unie een zuilenstructuur met drie
zuilen.
b. Sinds het verdrag van Lissabon kent de Europese Unie één intergouvernementele
taak, het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid.
c. De zuilenstructuur werd bij het verdrag van Maastricht opgeheven.
d. Sinds het verdrag van Maastricht werden de Europese verdragen herzien in de twee
verdragen: het VEU en het VWEU.
4. Voor de uitleg van een verdragsbepaling kan men onder meer gebruik maken van de
teleologische interpretatiemethode. Deze methode houdt het volgende in:
a. Dat men naar de letterlijke betekenis van de tekst dient te kijken.
b. Dat men naar de grammaticale betekenis van de tekst dient te kijken.
c. Dat men naar de strekking en het doel van de tekst dient te kijken.
d. Dat men naar de geschiedenis van de tekst dient te kijken.
5. Welke stelling is juist?
a. Bij een douane-unie hebben lidstaten een gemeenschappelijke munt.
b. Bij een gemeenschappelijke markt is er sprake van een gemeenschappelijk
begrotingsbeleid.
c. Bij een vrijhandelszone is er sprake van een gemeenschappelijk buitentarief.
d. De Benelux is een voorbeeld van een douane-unie.
6. Wat is geen internationale rechtsbron?
a. Internationale verdragen.
b. Opvattingen van de meest bevoegde schrijvers.
c. Algemene rechtsbeginselen.
d. Uitspraken van de Hoge Raad inzake het internationaal recht.
1
, 7. Wat is onjuist over de Reparations for Injuries Advisory Opinion?
a. Dit arrest betreft een uitspraak van het Internationaal Gerechtshof.
b. In dit arrest werd aangegeven dat de VN beschikt over rechtspersoonlijkheid.
c. In deze uitspraak speelde Graaf Bernadotte een hoofdrol.
d. In dit arrest verkreeg de VN rechtspersoonlijkheid op de expliciete manier.
8. Wat is geen internationaal rechtssubject?
a. Nederland.
b. Inholland Rotterdam.
c. Volken.
d. Bepaalde rechtspersonen.
9. Wat is onjuist?
a. Een bilateraal verdrag is een verdrag tussen twee of meer staten.
b. Het VEU is een voorbeeld van een multilateraal verdrag.
c. Het Handvest van de Verenigde Naties is een voorbeeld van een mondiaal verdrag.
d. Bij een regionaal verdrag kunnen alleen staten uit een specifieke regio verdragspartij
zijn.
10. Wat is juist?
a. Bij een monistisch systeem vormen het internationaal recht en het nationaal recht
gescheiden rechtsordes.
b. Bij een dualistisch systeem hoeft internationaal recht niet worden omgezet in nationaal
recht.
c. Italië kent een monistisch systeem.
d. Nederland kent een gematigd monistisch systeem.
11. De altijd hongerige Hollandse boef Vlugge Japie berooft weer eens een
snackbareigenaar in Rotterdam van twee patat met. Na de beroving vlucht Vlugge
Japie naar België. Wat is juist?
a. België kan Vlugge Japie vervolgens op grond van het territorialiteitsbeginsel.
b. Nederland kan Vlugge Japie vervolgen op grond van het actief nationaliteitsbeginsel.
c. België kan Vlugge Japie vervolgen op grond van het beschermingsbeginsel.
d. Nederland kan Vlugge Japie vervolgen op grond van het territorialiteitsbeginsel.
12. Wat is onjuist?
a. De EU is een voorbeeld van een non-gouvernementele organisatie.
b. Greenpeace is een voorbeeld van een non-gouvernementele organisatie.
c. Een gouvernementele organisatie is opgericht door staten.
d. Een non-gouvernementele organisatie hoeft niet perse internationaal te zijn.
13. Welke stelling over de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN) is
juist?
a. In de AVVN zitten vijf permanente leden en tien niet-permanente leden.
b. De leden in de AVVN bezitten over het vetorecht.
c. In de AVVN zitten vertegenwoordigers van alle lidstaten van de VN.
d. De AVVN kan bindende resoluties aannemen.
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper hrchalima. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.