Beste studenten, Dit is een beknopte samenvatting van het vak straf(proces)recht met de bijbehorende arresten. De arresten zijn van het leerjaar 2022/2023. Toch een tip om het boek bij je te houden zodra iets onduidelijk is. Veel succes mede-studenten :)
Leedtoevoeging = iemand het aangerichte leed laten voelen.
Commuun strafrecht = het algemene straf- en strafprocesrecht
Bijzonder strafrecht = strafrechtelijke bepalingen die over hele specifieke onderwerpen gaan
strafrecht = handhaving gericht op het afdwingen van normconform gedrag.
Strafrechtstheorieën:
- Vergeldingstheorie = de overheid moet wraak nemen op degene die onrecht plegen.
- Preventietheorie = het straffen van personen voorkomt dat andere strafbare feiten zullen
plegen.
- Generale preventie = afschrikking. Andere mensen laten afschrikken door de straf
- Speciale preventie = ervoor zorgen dat door de eerder opgelegde straf aan de misdadiger,
dat de misdadiger zich niet nog een keer zal misdragen.
Werkt op 3 manieren de speciale preventie:
1. Afschrikking voor de dader.
2. Verbetering in het gedrag van de dader
3. De samenleving gaat erop vooruit nu de dader tijdelijk uit de samenleving is verwijderd.
Preventietheorie is een relatieve strafrechtstheorie = de straf beoogt een bepaald doel.
De ultimum remedium gedachte = het strafrecht moet worden toegepast als er geen redelijke
alternatieve oplossing kan worden toegepast.
Legaliteitsbeginsel art. 1 sr heeft 5 nadere betekenissen:
1. Geen strafbaar feit zonder wet.
2. Geen straf zonder wet
3. Geen terugwerkende kracht
4. Geen analogische redeneringen
5. Lex certa = wetten moeten duidelijk genoeg zijn.
,Hoofdstuk 2
4 voorwaarden voor strafbaarheid:
- Menselijke gedraging: iets moet gebeurd zijn en die gebeurtenis ook door een menselijk
individu gewild.
- Delictsomschrijving: handeling moet in de Nederlandse wet strafbaar gesteld zijn.
- Wederrechtelijkheid: het gedrag in strijd met het objectieve recht
- Schuld: de verdachte heeft de onwenselijke gedrag niet vermeden terwijl er een
mogelijkheid wel bestond om het te vermijden.
Elementen in het Nederlands strafrecht:
1. Wederrechtelijkheid
2. Schuld.
Formele delicten = de actieve handeling ten aanzien van een bepaalde gedraging strafbaar gesteld.
Materiële delicten = het laten intreden van een bepaald gevolg strafbaar gesteld.
Commissiedelicten = specifieke handelingen die strafbaar gesteld zijn
omissiedelicten = je hebt iets niet gedaan wat je wel had moeten doen. Bv. Het niet verlenen van
hulp strafbaar gesteld.
Gekwalificeerde delicten = ernstigere vormen van een variatie op het gronddelict.
geprivilegieerd delict = lichtere sanctienorm dan gronddelict.
Misdrijf gesanctioneerd met een gevangenisstraf en overtredingen NIET.
, Hoofdstuk 7
2 typen strafprocesstelsels:
1. Gematigd accusatoire procesvoering: gelijkwaardige partijen waarin de rechter niet op zoek
is naar bewijsmiddelen. Vaak in het civiel recht.
2. Inquisitoir proces: een rechter die zich actief bezighoudt met waarheidsvinding.
Hoofdrolspelers in het strafprocesrecht:
1. Verdachte (art. 27 sv)
1. Enig strafbaar feit
2. Redelijk vermoeden van schuld.
3. Feiten of omstandigheden
Rechten van de verdachte:
- cautieplicht en zwijgrecht
- pressieverbod: verbod dat inhoudt dat een verdachte niet tot een bekentenis mag worden.
- recht op bijstand van een advocaat
- recht op informatie
- recht op inzage in de processtukken.
- recht om gehoord te worden.
- onschuldpresumptie: de verdachte heeft het recht om behandeld te worden als ware hij
onschuldig is.
2. Openbaar Ministerie
taken van OM
1. Het OM moet de strafrechtelijke orde handhaven
2. De opsporing van strafbare feiten
3. Het (niet) vervolgen van strafbare feiten.
4. Het uitvaardigen van een strafbeschikking.
5. Het verstrekken van de rechterlijke beslissingen aan het ministerie justitie en veiligheid
met het oog op de executie van opgelegde rechterlijke beslissingen.
Het OM heeft vervolgingsmonopolie, opportuniteitsbeginsel (Bepalen of er wordt gevolgd),
een sanctie ten uitvoer leggen.
3. Politie (ambtenaren)
Taken van de politie:
1. Handhaven van de rechtsorde
2. Verlenen van hulp.
Geweldsmonopolie met de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.
4. De rechter:
1. Onafhankelijk/onpartijdigheid
5. De advocaat.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper hrchalima. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.