zeer uitgebreide samenvattingen/aantekeningen van de colleges van planologie 1: planningstelselvraagstukken. 18 pagina's. Ik heb destijds alleen deze aantekeningen geleerd en het vak gehaald met een 7,4.
Ruimtelijke ordening omvat het zoekproces voor de ruimtelijke inrichting van een veranderende
samenleving en het maken van keuzes hoe en waar functies tot hun recht komen, vooral met het oog
op de lang(re) termijn ontwikkeling, inclusief de reflectie erop
Artikel 21 grondwet: de zorg van de overheid is gericht op de bewoonbaarheid van het land en de
bescherming en verebtering van het leefmilieu
Uitgewerkt in: Wro en andere wetten
Overheidsactiviteit
Planologie: wetenschap achter de ruimtelijke ordening
Ruimtelijke planning: de systematische voorbereiding van beleidsvormende en uitvoerende
handelingen, gericht op het bewust interveniëren in de ruimtelijke orde en op het organiseren van
deze interventies - Het maken van plannen, draagvlak creëren etc
Overheid moet altijd verantwoorden waarom iets gedaan wordt (waarom een
universiteit/bedrijventerrein gebouwd wordt.
Stelsel dat de wet heeft bedacht om de ruimtelijke ordening uit te oefenen
3 perspectieven:
-juridisch perspectief: hoe is ruimtelijke ordening nu uitgewerkt in wro en andere wetten/regels
-planologisch perspectief: hoe wordt nu sturing gegeven aan ruimtelijke maatregelen
-praktisch perspectief: hoe werkt de ruimtelijke planningen nu in de praktijk
Juridisch Planologisch praktijk
rijk
provincie
gemeente
Rijk-provincie-gemeente
Europa (richtlijnen, erop, beneluxtstructuurschets)
Euroregionaal
Regionaal
, Wgr (wet op de gemeenschappelijke regio)=bedoeld om samenwerkingsverbanden aan te gaan om
verschillende gebieden (ambulance bijvoorbeeld)
Gemeentes moeten verplicht een structuurvisie maken
Streekplannenprovinciale structuurvisies
Structuurplannenlokale structuurvisies
Bestemmingsplan (gemeentes moeten deze verplicht maken)
We bedrijven, op dit moment, ruimtelijke ordening aan de hand van de nota ruimte
BEGINSELEN
Subsidariteit: hogere overheden moeten in principe niet iets doen wat lagere overheden kunnen
doen : ruimtelijke ordening moet op het laagste niveau worden uitgeoefend. Komt tot uiting in het
bestemmingsplan=zo decentraal mogelijk (bouwplaats van de ruimtelijke ordening)
Gelijkwaardigheid: overheden kunnen hetzelfde doen. Wro laat dit het duidelijkst zien aan de hand
van de structuurvisie. De wet vraagt van provincies dat ze structuurvisies maken en eist zelfs dat
gemeentes dit doen. Moeilijk te definiëren wat nationaal, provinciaal en lokaal belang is.
(tentamen!!!)
Autonomie of zelfbestuur: overheden zijn vrij om eigen regels op te stellen. Welstand zegt iets over
de architectuur en vormgeving van gebouwen. (iedere gemeente of stadsdeel kan zijn eigen
welstandsbeleid opstellen, waar aan gehouden moet worden bij bouwen of aanbouwen)
Medebewind: is de plicht van lagere overheden om medewerking te geven aan de uitvoering van
regelingen en wetten van hogere overheden. (verplicht!) staat haaks om de duidelijke ordening.
Voorbeeld tracéwet: lagere overheden moeten de bijvoorbeeld infrastructuurveranderingen
aangeven aan de provincie of rijk)
MECHANISMEN & SPANNINGSVELDEN
Centralisatie en decentralisatie. Dit kabinet zegt: centraal wat moet en decentraal wat kan (waar
mogelijk lage overheden). Centraal en decentraal kunnen niet naast elkaar bestaan
Flexibiliteit en rechtszekerheid. Ruimtelijke ordening als overheidsactiviteit moet duidelijk scheppen
voor de mens. Enorme vrijheid individu (iedereen kan bepalen hoe de ruimte eruit ziet). Een
universiteit bijvoorbeeld wil rechtszekerheid (dat er geen fabriek tegenover de universiteit wordt
gebouwd bijvoorbeeld). De tijd verandert zo snel dat de ruimtelijke ordening mee moet bewegen
(leegstand gebouwen). Aan de ene kant probeer je een plan vast te leggen en zekerheid te bieden en
aan de andere kant heeft een plan alle mogelijkheden om ervan af te wijk. Flexibiliteit en
rechtszekerheid bestaan naast elkaar! Een plan loopt per definitie achter op de tijd. Als discussie
punt kun je opwerpen dat het zo globaal mogelijk moet zijn. Hoe concreter een plan hoe groter de
spanning. (bestemmingsplan is heel concreet)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper chrisbosuil. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.