Leerpad C – circulatoire problemen
1. theoretisch kader
1.1 cardiale cyclus
⟹ 2 samenwerkingsmechanismen = elektrische activiteit en de mechanische
activiteit
1.1.1 de elektrische activiteit
⟹ werking van hart berust op een ritmische contractie van de hartspier. Deze
contractie (mechanische activiteit) is door een prikkel die begint in
de sinusknoop in het hart:
- Gangmakercellen prikkelen de myocardcellen →
depolarisatie (positieve lading in de cel door Na+
instroom), samentrekking (door Ca instroom) en
repolarisatie (door K uitstroom). Depolarisatie is in dit
geval zichtbaar als een positieve, omhooggaande top.
Repolarisatie is zichtbaar als een negatief dal op de
potentiaal grafiek. Hartspiercellen hebben de impuls van PM nodig om te
contraheren
- Pacemakercel (prikkelmakers):
o Ca en Na gaan de cel in → trage depolarisatie
o Drempel is bereikt = proces versnelt → depolarisatie
o Repolarisatie door K dat weggaat en cel is weer neg.
o Geen ‘rustfase’, contractiefase
o Maar een refractaire periode
- Myocardcel/hartspiercel:
o Na komt binnen → depolarisatie
o Tijdens de depolarisatie is er een plateaufase met Ca
o Ca komt binnen en zorgt voor contractie (mechanisch antwoord op
prikkel)
o Ka stroomt cel uit
o Repolarisatie
o Rustpotentiaal en wachten op nieuwe impuls van PM cel
- Het hart werkt los van het zenuwstelsel en heeft zijn eigen geleiding:
o Sinusknoop: 60-70 bpm
o AV-knoop: 50 bpm pacemakercellen
o Bundels van His: 30-40 bpm
o Vezels van purkinje: 30-40 bpm
1.1.2 beïnvloeden van de prikkel
⟹ we kunnen de ritmegeleiding of potentialen beïnvloeden. De
gangmakercellen (of pacemakercellen) zijn verbonden met
zenuwuiteinden van het sympathisch en parasympathisch systeem
en deze kunnen de hartfrequentie, dromotropie en inotropie van
het hart beïnvloeden.
- Sympathisch systeem is positief, versnellend
- Parasympathisch systeem is negatief, vertragend
- Chronotropie = hartfrequentie gaat omhoog of omlaag
- Inotropie = samentrekking van het hart remmen of
stimuleren
1
, - Dromotropie = doorgeleiding stimuleren of vertragen
1.1.3 het elektrocardiogram
⟹ er zijn verschillende hoeken dat het hart kan worden gemeten, en dit kan via de
driehoek van einthoven:
- Er ontstaat een golf van de elektrische activiteit die je kan opmeten, deze
elektroden hebben een afgesproken vaste plaats:
o Bipolaire afleiding (standaard):
▪ Afleiding I = wordt afgeleid tussen re arm en li arm
▪ Afleiding II = wordt afgeleid tussen re arm en re
been
▪ Afleiding III = wordt afgeleid tussen li arm en li
been
o Unipolaire afleidingen:
▪ Afleiding aVL: is de unipolaire geaugmenteerde afleiding van de
linker arm
▪ Afleiding aVR: is de unipolaire
geaugmenteerde afleiding van de rechter arm
→ geeft ECG gespiegeld weer (positief =
negatief)
▪ Afleiding aVF: is de unipolaire
geaugmenteerde afleiding van de voet (F)
o Precordiale afleidingen
- De meest gebruikte en ‘correcte’ afleiding is de afleiding II
- Normale ECG:
o P-top: depolariseren van de atria, door de sinusknoop trekken de atria
samen en als er een gewone P-top wordt gezien wordt er van
uitgegaan dan de patiënt een normaal sinusaal ritme heeft
▪ Normaalwaarden: hoogte max. 2,5mm, breedte
max. 0,12sec/ 3 kotten
o PQ-tijd: te lang PQ kan wijzen op AV-blok (prikkel doet
er te lang over om vanaf de atria langs de AV-knoop te
gaan naar de ventrikels)
▪ Normaalwaarden: <0,22 sec
o QRS complex: depolarisatie van de ventrikels →
prikkel sinusknoop gaat naar AV-knoop naar
bundel van His en purkinjevezels → AP en laten
myocardcellen in ventrikels depolariseren
▪ Normaalwaarden: <0,12sec breed
▪ Pathologie: lange QRS complex =
ritmestoornis
o T-top: repolarisatie van de ventrikels
▪ Pathologie: negatieve T-top = depolarisatiestoornis
zoals ischemie
o ST-segment
o QT-tijd: tijd die ventrikels nodig hebben om te depolariseren en
te repolariseren en is afh. van hartfrequentie en geslacht
▪ Normaalwaarden: <0,42 sec
2
, 1.1.4 de mechanische activiteit van het hart
⟹ het hart is een holle spier en werkt volgens het zuig-perspomp principe. Tijdens
de systole wordt het bloed uitgeknepen en tijdens de diastole wordt het bloed
aangezogen. De atria contraheren eerst gevolgd door de ventrikels → kleppen
voorkomen reflux
1.1.4.1 het Starling-principe
⟹ ‘de kracht waarmee een spier werkt is tot op zeker
hoogte afhankelijke van de mate waarin de spier voor de
contractie wordt uitgerekt. Dus, in het hart: zal bij een
grotere vulling van het ventrikel (uitrekking), de kracht
waarmee dit ventrikel het bloed wegpompt evenredig
toenemen’
- Dus: hoe beter het ventrikel is gevuld → hoe meer de spier op ‘rek’ komt =
hoe beter de contractie
- MAAR hoe meer ze overrekt hoe lager de contractie is
- De starling curve 1 op de X-as het volume bloed in het ventrikel, op de Y-as
de contractie-kracht:
o A: toenemende vulling van ventrikel en toenemende kracht
o B: de top, de ideale vulling van het ventrikel is bereikt. De spiervezels
van het myocardium zijn perfect en adequaat op rek waardoor de max.
contractiekracht kan worden bereikt.
o C: bij blijvende toenemende vulling van het linkerventrikel, zal de
hartspier overrokken worden en kunnen de spieren zich niet goed meer
gaan samentrekken. Indien dit zo verder blijft lopen zal
cordecompensatie optreden
- Tweede starling principe:
o Vullingstoestand (rekking bloedvat) = preload = goede preload = goede
cardiac output
▪ Te hoge preload = daling in cardiac output
1.1.4.2 mechanische verloop cardiale cyclus
1. De atriale diastole: bloed gaat van veneus systeem naar de atria → het bloed
wordt aangetrokken door de veneuze retour (spierpomp,..) en aanzuigkracht
van het atrium als het gaat van systole naar diastole
a. Re hart: bloed stroomt vanuit vena cava, inferior en superior en vanuit
de sinus coronarius (veneus bloed uit de coronairen) binnen. In het li
hart stroomt het bloed vanuit de longvenen toe
b. Begin van atriale diastole: AV-kleppen zijn nog gesloten omdat de
druk op dat moment in het ventrikel nog iets hogers is. Ventrikel heeft
zich net samengetrokken en gaat ook over naar de diastolische fase
c. Einde van atriale diastole: AV-kleppen gaan open → komt omdat druk
in ventrikel genormaliseerd is (ventrikel is in rust) en doordat bloed dan
in atrium binnenstroomt en het de kleppen open duwt
i. Passieve vullingsfase: is het insijpelen van bloed uit het atrium
in het ventrikel, zonder dat contractie plaats vindt → ventrikel
wordt voor 75% gevuld
d. Begin einde diastole: prikkel sinusknoop begint
2. de atriale systole:
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper linskevdb. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,98. Je zit daarna nergens aan vast.