Samenleving en
diversiteit
Week 1 – Hoorcollege
- Literatuur
o Antropologie en sociaal werk h1, 3, 4, 5, 6 en 7
o Onlinemateriaal (zie PowerPoint brightspace)
Hoofdstuk 1
- Wat is culturele antropologie?
o Culturele antropologie is ontstaan op het snijpunt van de
industriële revolutie en het kolonialisme
o = de leer van de mens als cultureel wezen
o Cultuur = niet aangeboren gedragingen, normen, waarden,
voorstellingen over het leven
o Aangeleerd, veranderlijk en situationeel
- Waarom antropologisch leren kijken?
o Eerste centrale vraag: hoe leven mensen samen zonder een
centrale overheid?
o Ook relevant binnen Nederlandse samenleving
Overheid trekt zich terug
Gemeenten en wijken moeten zorg steeds meer zelf
regelen
Cliënten moeten steeds meer zelf oplossingen bedenken
Hoe gaat dit? Welke rituelen bedenken mensen hiervoor?
Hoe pakken deze rituelen uit?
Rituelen kunnen allerlei dingen zijn, bijvoorbeeld dat
docent staat te vertellen en studenten gaan zitten bij
college; gedragingen in ons leven met bepaalde
betekenis
- Diversiteit versus intersubjectiviteit
o Diversiteit = nadruk op cultuurverschil
o Intersubjectiviteit = nadruk op cultuurovereenkomsten
- Hoe werken antropologen?
, o Antropologische technieken: veldwerk en participerende
observatie
o Meer kwalitatief werk: wat gebeurt er en waarom? Sociologie
meer kwantitatief
o Going native
Volledig ondergedompeld of participant in andere cultuur
Proberen te voorkomen, professional blijven, bevindingen
delen met anderen en wetenschappelijke kennis kunnen
delen
o Frontstage en backstage verhalen
Thick description
Frontstage – wat je aan de buitenwereld laat zien; wat er
aan de buitenkant gebeurt/te zien is
Backstage – wat je voor jezelf houdt; wat er van binnen
gebeurt
- Verandering begint met sociologische verbeeldingskracht
o Leren een sociaal probleem van meerdere kanten te bekijken
o Met sociologische verbeeldingskracht naar een sociaal probleem
leren kijken voordat je er een oplossing voor kunt bedenken
- Veldwerk en participerende observaties
- Sociologische perspectieven
o Wel structureel functionalisme, niet structureel interactionisme
o Structureel functionalisme
Grondlegger Emile Durkheim
Gaat uit van samenleving als complex systeem
Solidair, harmonieus en sociale cohesie beogen
Gericht op voortbestaan van systeem
Samenleving is stabiel systeem, met allerlei instituten
onderling verbonden, draagt bij aan het functioneren van
het geheel
Gezinnen, scholen, sportvereniging, zorginstellingen,
supermarkt, etc.
Instituten hebben verschillende functies
Manifest: duidelijk aanwezig (bij school – onderwijs of
kennisoverdracht)
Latente functie – op de achtergrond (bij school –
vrienden maken of huwelijksmarkt)
Centraal staat de gedachte dat individuen zich aan moeten
passen aan de samenleving
Groter geheel, als iets niet goed gaat zal het vanzelf
verdwijnen uit de samenleving
o Conflicttheorie
, Grondlegger Karl Marx
Elk sociaal systeem wordt niet gekenmerkt door
consensus, maar door conflict
Tussen arbeid en kapitaal of tussen gezaghebbende
en onderdanen
Samenleving bestaat uit op klasse, sekse en ras
gebaseerde sociale ongelijkheden. Functioneren van
samenleving komt sommige categorieën mensen ten
goede en pakt voor andere groeperingen slecht uit
Sociaal handelen komt voort uit de strijd om posities,
macht, bezig en (her)schept de samenleving
Centraal staat: niet de individu moet veranderen, maar
ontwikkelingen die leiden tot ongelijke maatschappelijke
structuren
Sekseconflictbenadering, feminisme,
rassenconflictbenadering, sociale ongelijkheid,
mensenrechtenschending
Macroniveau
o Symbolisch interactionisme
Grondleggers Blumer en Goffman
Samenleving wordt opgevat als het resultaat van
interacties tussen individuen. Er bestaan geen instituten,
slechts mensen
In interactie geven mensen aan vrijwel alles een bepaalde
betekenis. Deze betekenis is de werkelijkheid die mensen
ervaren. Dit verschilt per persoon en per situatie, waardoor
de werkelijkheid verandert.
Menselijke interacties zijn vaan de oorzaak van het
probleem en de oplossing
Focus ligt op interacties en samenwerking van individuen
binnen kleinere samenlevingsverbanden. Centraal staat de
Eigen Kracht van mensen.
Microniveau
- Koppeling sociologische perspectieven met drie belangrijkste sociaal
werk perspectieven
o Structureel functionalisme (meso) social casework, werken met
methodieken gericht op bevorderen sociale cohesie
o Conflicttheorie (macro) kritisch sociaal werk, methodieken
gericht op verandering van ongelijke samenlevingsstructuren
o Symbolisch interactionisme (micro) eigen kracht werken,
methodieken gericht op emancipatie van het individu