100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Straf- en Privaatrecht. Cijfer: 8,1. €4,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Straf- en Privaatrecht. Cijfer: 8,1.

2 beoordelingen
 41 keer bekeken  6 keer verkocht

Dit is een uitgebreide samenvatting van het vak Privaatrecht in Perspectief: Straf- en Privaatrecht. Alle belangrijke onderwerpen alsmede alle voorgeschreven literatuur wordt in deze samenvatting uitgebreid besproken. Ik heb met behulp van deze samenvatting een 8,1 gehaald voor het tentamen.

Voorbeeld 3 van de 22  pagina's

  • 1 augustus 2023
  • 22
  • 2022/2023
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (8)

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: ghizz18 • 6 maanden geleden

review-writer-avatar

Door: nootjetabbers • 6 maanden geleden

avatar-seller
jvdutrecht
Samenvatting Straf- en Privaatrecht

Week 1 - Een introductie

In Nederland kan binnen het strafproces schade worden verhaald door een slachtoffer. Dit
slachtoffer is civielrechtelijk de gelaedeerde. Het slachtoffer kan zich voegen binnen het
strafproces en dient hiermee een civiele schadevordering in.

Er zijn verschillende overeenkomsten tussen een strafbaar feit (strafrecht) en de
onrechtmatige daad (privaatrecht). Ten eerste is een en dezelfde gedraging vaak strafbaar
en levert een onrechtmatige daad op (inbreuk op een recht). Daarnaast is voor toerekening
bij beide leerstukken vereist dat er een verwijt te maken is, van een bepaalde
schuldgradatie: opzet en culpa. Als laatste moet er bij beide leerstukken sprake zijn van een
causaal verband: leer van de redelijke toerekening: conditio sine qua non-verband. Het grote
verschil tussen de twee is de relativiteitsvereiste. Dit vereiste uit 6:163 BW voor de OD is
ruim, maar relativiteit van een delictsomschrijving ziet op een specifieke gedraging.

De vereisten voor een OD staan in art. 6:162 BW:
1. Onrechtmatige gedraging
2. Toerekenbaar
3. Schade
4. Causaal verband ex art. 6:98 BW
5. Relativiteitsvereiste ex 6:163 BW.

De vereisten voor strafbaar feit zijn:
1. Menselijke gedraging
2. Voldoening aan een bepaalde delictsomschrijving
3. Causaal verband
4. Wederrechtelijk
5. Verwijtbaar

Binnen het strafrecht bestaan meerdere straftheorieën. Het is het idee hoe je naar het
strafrecht dient te kijken. Dit zijn de volgende:
- Retributivisme (absolute vergeldingstheorieen) → Bij deze theorie gaat
men ervan uit dat bestraffing intrinsiek goed of legitimiteerbaar is. Binnen
deze theorie bestaat het positieve retributivisme en het negatieve retributivisme. Bij
het positieve vindt men dat er een morele verplichting bestaat tot straffen en dat de
plegers van het strafbare feit daadwerkelijk een straf ondergaan. Bij het negatieve
bestaat er geen morele verplichting en vindt men dat alleen de werkelijke schuldigen
gestraft mogen worden.
- Utilitarisme (relatieve of doeltheorieen) → Het idee hierachter is dat ieder
individu een stukje vrijheid inlevert aan de Soeverein. Er bestaat een
maatschappelijk contract. Men vindt dat straffen op zichzelf geen doel
vormen en dat er nooit zwaarder dan strikt noodzakelijk mag worden
gestraft om een bepaald nut te verwezenlijken. In deze theorie vindt men
dat straffen strekken tot preventie van crimineel gedrag.
- Verenigingstheorieën → Er bestaan twee types:

, - Type I: utilitarisch uitgangspunt, maar geen maximumstraffen voor een totale
afschrikking en totale uitsluiting van de maatschappij. Daarnaast moeten alleen
schuldig bevonden personen gestraft worden, naar evenredigheid van de ernst van
het strafbare feit en schuld van de dader, dit is het retributivistische aspect.
- Type 2: Retributivistisch uitgangspunt, namelijk vergelding geldt als wezen.
Daarnaast moet de werkelijke schuldige getroffen worden tot het plafond van het
maximum van de proportionele straf. Het utilitaristische aspect is dat er binnen de
minimumstraf en maximum van de proportionele straf ruimte is voor doelmatige inzet
van het strafdoel.


Europees Recht
Art. 1 EVRM geeft de verticale werking tussen overheid en burgers weer. Art. 2, 3, 4, 5, 8 en
13 zijn grondrechten en fundamentele vrijheden. Als een lidstaat een negatieve verplichting
heeft, betekent dit dat het zich onthoudt van ingrijpen. Heeft een lidstaat een positieve
verplichting, dan heeft het juist een inspanningsplicht.

Jurisprudentie

Osman/Verenigd Koninkrijk → Het Hof stelt dat art. 2 EVRM ook een positieve
verplichting inhoudt onder bepaalde omstandigheden om preventieve maatregelen te
nemen. Voor het bepalen of er een dergelijke verplichting bestaat, is doorslaggevend of de
autoriteiten wisten of moesten weten dat er een reëel en onmiddellijk risico was dat het
leven van iemand gevaar liep en dat ze hebben nagelaten maatregelen te nemen die in hun
macht lagen om redelijkerwijs het risico te vermijden. Par. 121.

Öneryildiz/Turkije → Ogv art. 2 EVRM bestaat er een algemene positieve verplichting.
Deze geldt ook voor industriële activiteiten die naar hun aard gevaarlijk zijn. Par. 71. In
paragraaf 73 staat een lijst van factoren: Om te bepalen wat precies de verantwoordelijkheid
van de staat is moet worden gekeken naar factoren als de schadelijkheid van het fenomeen,
de voorzienbaarheid van het risico, de status van de betrokkenen en of de acties of
nalatigheden in overweging moeten worden genomen bij het bepalen van de bijdrage van
een specifieke zaak.

Dominguez → De richtlijn 2003/88/EG betreffende de organisatie van de arbeidstijd staat
in de weg aan nationale bepalingen op grond waarvan de werknemer alleen recht heeft op
jaarlijkse vakantie met behoud van loon als hij minimaal 10 dagen daadwerkelijk heeft
gewerkt. Dit recht mag de werknemer niet worden ontnomen wanneer hij met ziekteverlof is,
ongeacht of dat het geval is wegens zieke of een ongeval op de arbeidsplaats of ergens
anders.

BP & 6 EVRM → Als de rechter doorheeft dat de benadeelde niet ten volle zijn
civielrechtelijke mogelijkheden in het geding kan toepassen, dan dient de strafrechter de
vordering BP niet toe te wijzen, maar door niet-ontvankelijk verklaren, kan de benadeelde
alsnog een deugdelijke rechtsgang vinden bij de civiel rechter. R.o. 3.3.2.

, Week 2 - De voegingsprocedure en de vordering benadeelde partij

Deze week gaat over de situatie als de slachtoffer vergelding en reparatie zoekt bij de
strafrechter voor schade uit een strafbaar feit. Aan bod komt (1) de voegingsprocedure, (2)
de behandeling voeging benadeelde partij, (3) de schadevergoedingsmaatregel en (4) de
executie.

1. De voegingsprocedure.

Wie kan zich voegen?
Volgens artikel 51f Sv kunnen de volgende mensen zich voegen:
- Het slachtoffer;
- De nabestaanden → Dit kan op verschillende manieren: direct voor derden
schade of eigen OD en voor schade van slachtoffer.
- Rechtspersonen;
- Een werkgever.

Waar moet slachtoffer voegen?
Het slachtoffer moet zich in eerste aanleg voegen conform art. 51g lid 1 of 3 Sv. De
benadeelde partij die zich niet overeenkomstig dat artikel in het geding in eerste aanleg
voegt is onbevoegd om in hoger beroep te voegen ex art. 421 lid 1 Sv. Lid 2, 3 en 4 geven
aan wanneer hoger beroep wel openstaat.

Waarvoor kan worden gevoegd?
Artikel 51f lid 1 bepaalt waarvoor kan worden gevoegd. Het moet hierbij gaan om
rechtstreekse schade (HR Overzichtsarrest BP, r.o. 2.3.1.). Dit is alle schade die voortkomt
uit de onrechtmatige gedraging. Er bestaan twee vereisten: de benadeelde moet door het
strafbare feit zelf zijn geraakt en er moet voldoende verband of samenhang bestaan tussen
de schade en het strafbare feit. Dit is niet hetzelfde als het causale verband.
Bij het causale verband gaat het om de relatie tussen de persoon en het strafbare gevolg,
terwijl het bij het ‘rechtstreekse schade’-criterium juist gaat om de relatie tussen de
(onrechtmatige) handeling en de schade die daaruit noodzakelijkerwijs voortvloeit.
Daarnaast is voor het tweede vereiste niet nodig dat de benadeelde partij is getroffen in een
belang dat door de overtreden strafbepaling rechtstreeks wordt beschermd.

Voor welke soorten schade kan worden gevoegd?
De schade waar de benadeelde partij zich voor kan voegen zijn de volgende:
- Vermogensschade ex 6:96 → dit is geleden verlies en gederfde winst;
- Ander nadeel ex 6:106 → denk hierbij aan het oogmerk van
schadetoebrenging, letselschade, aantasting eer of goede naam,
persoonsaantasting op andere wijze en aantasting nagedachtenis;
- Verplaatste schade;
- Loonaanspraak door werkgever;
- Affectieschade.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jvdutrecht. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53249 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,99  6x  verkocht
  • (2)
In winkelwagen
Toegevoegd