Een gezonde omgeving
Buiten en in contact met de natuur, geeft voordelige effecten op fysieke en mentale gezondheid.
RIVM: een gezonde leefomgeving wordt als prettig ervaren, uitnodigend voor gezond gedrag en
een zo'n laag mogelijke druk op gezondheid. Betrekking op fysiek en sociaal.
-Daarnaast is een gezonde leefomgeving: schoon en veilig, uitnodigend voor bewegen, spelen en
sporten, fietsen, wandelen en OV-gebruik stimuleert en zorgt voor goede bereikbaarheid, ervoor
zorgen dat mensen elkaar makkelijk ontmoeten, rekening houdt met behoeften (toekomstige)
bewoners en specifieke bevolkingsgroepen (kinderen, ouderen, chronisch zieken, gehandicapten
en lagere inkomensgroepen), een goede milieukwaliteit (geluid, lucht, bodem, externe veiligheid),
voldoende groen, natuur en water en aandacht voor klimaatadaptatie, gezonde en duurzame
woningen, aantrekkelijke en gevarieerde openbare ruimte, gevarieerd aanbod voorzieningen
(woningen, scholen, winkels, cultuur, bedrijven, openbaar vervoersvoorzieningen, sport).
-De kwaliteit van leefomgeving is een factor die onze kwaliteit van leven bepaalt. Dit wordt
bepaald door ruimtelijke, fysieke en sociale aspecten. Naast meetbare objectieve aspecten, ook
percepties van mensen zelf van belang. Schema RIVM:
Waarom omgevingsfactoren van belang zijn in relatie tot gezondheid
Ze interacteren allemaal met elkaar. Veel gedragingen gaan automatisch. Omgeving beïnvloedt
ons gezondheid gerelateerd gedrag wat meestal onbewust gaat. Iedereen hun perceptie van de
omgeving is anders.
Mindmap:
, Individueel: erfelijk, persoonlijkheid en medische conditie.
Sociaal/gemeenschap: SES, sociale contacten, normen en waarden, identiteit in sociale
groepen en gemeenschap/omgeving.
Omgeving: fysiek (bebouwd en natuurlijk), economisch (beschikbaar en toegankelijk) en
politieke omgeving. Affordability is de betaalbaarheid.
De rol van omgevingsfactoren op gezondheidsgedrag van individuen en/of
consumenten volgens verschillende invalshoeken (sociale, consumenten,
gezondheidspsychologie)
Positive deviants: dit zijn mensen in een kwetsbare sociale setting in een risicovolle
omgevingscontext. Ze doen het beter dan andere mensen met dezelfde achtergrond en
middelen, omdat ze op een positieve manier afwijken van het gemiddelde. Gedrag is 'positive',
omdat handelingen gunstig/gezond uitpakken. Daarnaast 'deviant', omdat ze gedrag vertonen
dat afwijkt van de norm. Vinden i.v.t. mensen in diezelfde situatie, eerder en betere oplossingen
voor problemen.
Kritiek cursusteam op omgevingsdeterminanten op gezondheidsgedrag: veel theorieën
maken een onderscheid in verschillende niveaus die van invloed zijn vanuit de omgeving. Dit is in
de praktijk moeilijk te realiseren. Niveaus hebben vaak onderling invloed op elkaar en
overlappen. Veranderingen in macroniveau kunnen directe consequenties hebben voor
omgevingen op het microniveau. Mensen kunnen een omgeving verschillend ervaren.
,Indirecte factor: sociale normen. Dit beschrijft namelijk hoe we ons behoren te gedragen in een
bepaalde setting. Deze werken vooral gedrag regulerend, vandaar indirect. Medische conditie
heeft indirect een invloed op onze interactie met de omgeving omdat we ons gedrag erop
aanpassen.
Directe factor: sociaaleconomische status. Gaat namelijk over de beschikbaarheid en
toegankelijkheid van gezonde keuzes. Zo ook sociale verbondenheid, en lid zijn van een sociale
gemeenschap een direct effect, doordat mensen zich gesteund en niet eenzaam voelen. Sociale
interactie en bij een groep behoren geeft gelijk een toename in gezondheid. Het is gelinkt aan
een langer leven, eenzaamheid en sociale isolatie zijn gelinkt aan een slechtere gezondheid
uitkomst. De directe invloed van de medische conditie op de interactie met de omgeving gaat
over dat we de omgeving anders beleven.
Sociale normen: een groep die normen deelt waarmee we ons identificeren, kunnen significant
onze gezondheidskeuzes beïnvloeden. Mensen kunnen hun sociale groep niet altijd kiezen of zich
anders gedragen dan van wat wordt geaccepteerd of verwacht. In veel communities zijn blijvende
barrières naar gezondheid en gelimiteerde mogelijkheden. Sociale settingen zijn ook op een
hoger niveau (fysiek, politiek en economisch). De omgevingswet zorgt voor constructies,
infrastructuur, watersystemen, water, bodem, lucht, landschappen, natuur en cultuur, evenals
Werelderfgoed.
Groep: identificatie (moderatie) meer= ook meer hetzelfde opvolgen (eigen gedrag).
De gebouwde omgeving: buiten de deur is gezond voor onze fysieke en mentale gezondheid.
Economische omgeving: armoede, geen werk en lage voedingscontrole hebben impact op de
fysieke gezondheid en beschikbare keuzes. Beloning inspanning.
Fysieke omgeving: overheid kan de omgeving inrichten.
Healthy lifestyles: voor de arme groep effectief. Gedrag is een uiting van identiteit, om te laten
zien tot welke groep je behoort.
Rainbowmodel of health: individueel genetisch en leefstijlfactoren in het midden (leeftijd, sekse
en constutioneel. Sociale omgeving om het midden heen, met familie, vrienden, buren en
collega's. De boog daarom bestaat uit leef- en werkcondities. De buitenste boog bestaat uit
algemene sociaaleconomische, culturele en milieu condities. De factoren interacteren met elkaar
en zijn in elkaar verweven. Om een te beïnvloeden, moet een andere ook worden veranderd.
, Health fi eld concept Lalonde: vier hoofdfactoren die gezondheid raken. Connecties tussen
individueel gedrag (leefstijl/lifestyle), aanleg (biologisch/human biology), kwaliteit en toegang toe
gezondheidszorg (health care organisation), én de persoonlijke omgeving (environment/fysiek,
sociaal en economisch). Ze interacteren met elkaar en beïnvloeden gezondheid door meerdere
complexe wegen. Het maakte een verschuiving in de medische wetenschap van gezondheid, van
eerst een afwezigheid van ziekte, naar daarna gezondheid als een consequentie van een
complexe reeks van verschillende type determinanten. Individuelen kunnen het ook beïnvloeden,
maar soms ook niet of beperkt. Leefstijl valt te kiezen, heeft iemand dus controle op. Biologisch
gaat over fysiek en mentaal, organische make-up. Over de persoonlijke omgeving heeft iemand
geen controle.
WHO: nadat Lalondes health field concept officieel was geworden in de wereld, kwam de belofte
van WHO voor ‘gezondheid voor iedereen door betere gezondheidspromotie'. Dit gaat over
sociale gerechtigheid en gelijkheid als voorwaarde voor gezondheid. Niet alleen gericht op het
afnemen van ongelijkheden in gezondheid tussen derdewereldlanden en ontwikkelingslanden,
maar ook op het afnemen van ongelijkheden in gezondheid binnenin landen. Richt zich op
biopsychosociaal, dus niet alleen de afwezigheid van ziekte als gezondheid. WHO zegt dat
volwassenen tenminste 150 minuten met een gematigde intensiteit aerobic fysieke activiteit per
week moeten doen of tenminste 75 minuten krachttraining per week, of een equivalente
combinatie van gematigde intensiteit met krachttraining activiteit: aerobic activiteit zou dan
gedaan moeten worden in periodes van tenminste 10 minuten; voor toegevoegde
gezondheidsvoordelen, zullen volwassenen de gemiddelde aerobic fysieke activiteit moeten laten
toenemen naar 300 minuten per week, of betrokken zijn bij 150 minuten in krachttraining per
week, of een equivalente combinatie van gemiddelde activiteit en krachttraining activiteit; spieren
versterkende activiteiten zullen gedaan moeten worden die meerdere spieren betrekken op twee
of meer dagen in de week. WHO wil dus ook sedentair gedrag terugdringen.
Fysieke activiteit: gaat over elke lichaamsbeweging door samentrekking van skeletspieren wat
resulteert in een substantiële toename in wat iemand nodig heeft in calorieën tijdens de rusttijd.