Alle Kennisclips + bijbehorende
aantekeningen, IIR (inleiding
Internationaal Recht)
Aflevering 2
Blok A
Hoe ontstaan regels van het internationale recht? En wie zijn er aan gebonden?
Er is in het volkenrecht geen centrale macht, er is dus geen ‘wetgevende macht’ die
centrale regels tot stand brengt.
Internationale regels worden gevormd door:
1. staten: verdragen, gewoonterecht.
2. internationale organisaties, o.a: VN, WTO, ILO en niet-gouvermentele
organisaties kunnen ook regels vormen.
3. internationale tribunalen, o.a: Internationaal Gerechtshof, Strafhof en
Zeerichttribunaal. Uitspraken van internationale tribunalen zijn geen algemene
rechtsborn, maar een hulpbron om te bepalen of een bepaalde internationale
regel behoort tot het internationaal recht of niet.
Wie zijn er door internationale regels gebonden? Klassieke uitgangspunt → staten
alleen gebonden als ze ermee instemmen. Staten kunnen dus niet tegen hun zin in
aan regels worden gebonden. Dit heeft weer te maken met het horizontale van het
internationale recht, staten moeten met elkaars soevereiniteit rekening houden.
Blok B
De belangrijkste rechtsbronnen van het internationaal recht:
het meest gezaghebbende voorbeeld is artikel 38 Statuut Internationaal
Gerechtshof. Dit is echter enigszins gedateerd en niet uitgeput opsomming.
Alle Kennisclips + bijbehorende aantekeningen, IIR (inleiding Internationaal Recht) 1
, in dit artikel missen we echter besluiten van internationale organisaties.
Belangrijkste bronnen:
gewoonterecht
verdragen
besluiten van internationale organisaties
algemene rechtsbeginselen
De besluiten van internationale tribunalen is dus geen zelfstandige bron, maar een
aanvulling.
Blok C
Gewoonterecht:
Twee criteria:
er moet sprake zijn van een algemene praktijk → een specifieke manier waarop
een staat zich gedurende een bepaalde tijd gedraagt → ‘usus’ (gebruik)
rechtsovertuiging → overtuiging dat het gebruik juridisch van belang is en
bindende kracht heeft → ‘opinio juris’ (rechtsovertuiging).
Hoe kan je Opinio juris vaststellen? O.a. door:
officiële verklaring
uitlatingen van ministers
opmerkingen in internationale organisaties
oordelen van tribunalen
Verdragen:
internationale afspraken tussen partijen, dus staten en organisaties.
wereld wijdt meer dan 200.000 actieve verdragen.
Verhouding tussen 4 belangrijkste bronnen:
Alle Kennisclips + bijbehorende aantekeningen, IIR (inleiding Internationaal Recht) 2
, pariteit → alle 4 de belangrijkste bronnen hebben in beginsel het zelfde juridische
gewicht, dus geen natuurlijke voorrang.
het kan zijn dat verdragen of besluiten zelf bepalen hoe ze voor gaan, zo Staat het
in VN handvest art. 103.
kom je er hiermee niet uit, dan lex specialis en lex posterior.
er zijn aantal regels waarvan je nooit kan afwijken, zoals jus cognes.
Blok A:
Er zijn 2 soorten hoofdgroepen verdragen:
bilaterale verdragen → verdrag tussen 2 staten
multilaterale verdragen → meer dan 2 staten zijn bij het verdrag aangesloten
de belangrijkste soort is de verdragen die internationale organisaties stichten,
zoals het WTO (verdrag van marrakech).
Dit onderscheid is niet ‘definitief’, want een bilaterale verdrag kan op later tijdstip een
multilateraal verdrag worden, en dit geldt wederzijds ook (door terugtrekking).
Vedragen kunnen ook worden gesloten door internationale organisaties, dus niet alleen
door staten onderling. Staten kunnen ook samen met internationale organisaties
verdragen sluiten.
Het Weense verdragenverdrag is een lex generalis (de algemene regels), dus er
kunnen door lex speciales (bijzondere regels) zijn. De speciale regels kan in zo’n geval
dus voor.
Aflevering 3
Blok A:
x (niks relevants)
Blok B:
Hoe sluit je een verdrag:
Alle Kennisclips + bijbehorende aantekeningen, IIR (inleiding Internationaal Recht) 3
, 1. onderhandeling → 9-12 WVV
2. ondertekening →
a. dit houdt niet automatisch inwerkingtreding in, er moet eerst een ratificatie
plaatsvinden (art. 14 WVV). Dit gebeurt meestal pas na goedkeuring door het
parlement, kijk art. 91 GW.
3. ratificatie
4. inwerkingtreding → art. 24 WVV
Als een staat achteraf wil deelnemen bij een verdrag, kan dit door middel van
toetreding. Dit vaak wel, maar niet altijd. Dit moet in het verdrag uitdrukkelijk zijn
voorzien.
Blok C:
Wanneer is er sprake van ongeldigheid?
als de personen niet bevoegd waren om een verdrag namens hun staat te sluiten →
art. 46 Verdrag van Wenen in zaken het Verdragenrecht, tenzij achteraf door staat
wordt bekracht art. 8 Verdrag van Wenen in zaken het Verdragenrecht.
verdrag gesloten onder bedreiging of met gebruik van geweld → 51 en 52 Verdrag
van Wenen in zaken het Verdragenrecht.
het verdrag is in strijd met andere dwingende internationale regels → 53 Verdrag
van Wenen in zaken het Verdragenrecht.
Hoe zit het met het naleven van verdragen?
de hoofdregel is ‘ja’, verdragen moeten worden nagekomen, en worden meestal
ook nagekomen → pacta sunt sarvanda, art. 26 Verdrag van Wenen in zaken het
Verdragenrecht.
Het is wel mogelijk dat een verdrag wordt gewijzigd, de hoofdregel is dat dit kan als
alle andere partijen hiermee instemmen.
Alle Kennisclips + bijbehorende aantekeningen, IIR (inleiding Internationaal Recht) 4