Knelpunten in de zorg bij hartfalenpatiënten
3. Informatie verzamelen
Voor deze paragraaf werd onderzocht wat de mogelijke oorzaken zijn van het knelpunt en wat
oplossingen voor het knelpunt kunnen zijn. De informatie werd verzameld aan de hand van een
interview met de hartfalenverpleegkundige, methodische analyses, en contact met externe disciplines
en ziekenhuizen.
3.1 Interview hartfalenverpleegkundige
Om informatie te verzamelen over de frequente heropnames van hartfalenpatiënten is er een gesprek
gevoerd met de hartfalenverpleegkundige (….., persoonlijke communicatie, 10 mei 2023). De
hartfalenverpleegkundige ziet de hartfalenpatiënten geregeld op de poli, in tegenstelling tot de
cardioloog. De hartfalenverpleegkundige maakt in overleg met de cardioloog een beleid voor de
patiënt en is zoals de functie zegt meer op verpleegkundig niveau betrokken. De
hartfalenverpleegkundige heeft dagelijks overleg met de cardiologen. Daarom is ervoor gekozen een
interview te houden met de hartfalenverpleegkundige en niet met een cardioloog, mede gezien de
cardiologen weinig beschikbaar waren voor een interview.
Uit een gesprek met de hartfalenverpleegkundige komt naar voren dat naar haar inzien patiënten
soms te vroeg naar huis gestuurd worden. De patiënten gaan dan van een gecontroleerde omgeving
(ziekenhuis) naar hun eigen omgeving waar oude gewoonten (ongezonde leefstijl, therapieontrouw)
weer worden gecontinueerd. Als de patiënten merken meer kortademig te worden of meer vocht vast
te gaan houden, zijn zij geneigd de situatie te lang aan te kijken om anderen niet lastig te vallen.
Totdat er sprake is van ernstige overvulling, waardoor opname in het ziekenhuis noodzakelijk is. Soms
is er ook sprake van exacerbatie (verergering) van het hartfalen, dit gebeurt soms zonder uitlokkende
factoren en is vaak een teken van verslechtering van de pompfunctie. De
hartfalenverpleegkundige is van mening dat patiënten betere educatie dienen te krijgen. Met name
over wanneer en hoe hulp in te schakelen, om ernstige overvulling en opnames te voorkomen.
Om patiënten in de thuissituatie te monitoren wordt er gebruik gemaakt van de telemonitoring app
Luscii. In de Luscii app houdt de patiënt zijn/haar gewicht en/of bloeddruk bij. De
hartfalenverpleegkundige stelt een drempelwaarde in voor het gewicht, als de patiënt twee kilo
aankomt of meer dan drie kilo afvalt krijgt de hartfalenverpleegkundige een melding en zal zij contact
opnemen met de patiënt. De hartfalenverpleegkundige is verantwoordelijk voor het dagelijks
bijhouden van de meldingen, in het weekend en met feestdagen doet een overkoepelend bedrijf dit.
Als een patiënt bezig is met het een geleidelijke verhoging of aanpassing van hartfalen medicatie, dan
dient de patiënt dagelijks zijn gewicht en/of bloeddruk in te voeren. Indien hier geen sprake van is,
dan vult de patiënt één à twee keer per week de meetwaarden in. Ervaringen die de
hartfalenverpleegkundige hoort over het gebruik van de app; sommige ouderen vinden het moeilijk
om de app te gebruiken en de informatie in te voeren. Ook wordt er aangegeven dat de app
regelmatig herinneringen en pop-ups geeft, waardoor het belastend is om de app te gebruiken. Voor
andere patiënten werkt de app erg fijn en geeft het de patiënt inzicht in het eigen ziektebeeld. Zelf
vindt de hartfalenverpleegkundige het werken met de Luscii app fijn, omdat op afstand de
parameters in de gaten gehouden kunnen worden. Door het gebruik van de app, kan de
hartfalenverpleegkundige op afstand atriumfibrilleren signaleren en tijdig ingrijpen bij overvulling.
Zelf kunnen de patiënten actief naar hun schema kijken en een vragenlijst invullen als zij behoefte
hebben aan contact.
De hartfalenverpleegkundige kaart ook aan dat het weleens voorkomt dat patiënten niet meer
opgenomen willen worden, maar dat er toch een ziekenhuisopname volgt. De cardiologen voeren
geen Advanced Care Planning gesprekken met de patiënten. Vroegtijdige zorgplanning, ook wel
bekend als Advance Care Planning (ACP), is een proces waarbij de patiënt en zijn of haar arts de
wensen, doelen en voorkeuren voor zorg rond het levenseinde bespreken en vastleggen. Het doel van
11
, Knelpunten in de zorg bij hartfalenpatiënten
ACP is om de zorg in de laatste levensfase van patiënten beter af te stemmen op hun wensen. Het
voeren van ACP-gesprekken kan intensief zijn, maar hierdoor is de behandelaar op de hoogte van de
wensen van de patiënt en kan de kwaliteit van zorg voor de patiënt verbeteren. Hierdoor kunnen
onnodige en ongewenste opnames worden voorkomen (Glas, 2021). Volgens de
hartfalenverpleegkundige is er gebrek aan kennis over het voeren van ACP gesprekken onder de
cardiologen en hebben zij ook moeite met het voeren van deze gesprekken. Volgens de
hartfalenverpleegkundige ligt de focus bij cardiologen op het behandelen van de patiënten.
Bij navraag of er een hartfalenverpleegkundige in de thuissituatie is, wordt de volgende informatie
gegeven. De thuiszorg belt soms om advies te vragen over hartfalenpatiënten, maar er is geen
speciale hartfalenverpleegkundige in de thuissituatie. Bij het specialisme longgeneeskunde is er wel
een longverpleegkundige voor in de thuissituatie. Verder wordt er over de samenwerking met de
thuiszorg verteld dat indien de patiënt thuiszorg heeft, de thuiszorg soms op afstand wordt
aangestuurd door de hartfalenverpleegkundige. De thuiszorg weet de hartfalenverpleegkundige wel
te vinden en weet wanneer er contact opgenomen dient te worden. Als een patiënt met diuretica
intraveneus naar huis gaat, is er nauw contact met het technisch thuiszorgteam.
Als een patiënt met ontslag gaat en wordt aangemeld bij de hartfalenpoli is het de bedoeling dat de
hartfalenverpleegkundige bij de patiënt langs gaat voor het ontslag. Echter, hier is niet altijd tijd voor
in verband met neventaken. Als er een aanmelding komt van een complexe patiënt die jong is of veel
vragen heeft, probeert de hartfalenverpleegkundige zeker langs te gaan bij de patiënt, maar ook dit
lukt niet altijd. Het eerste contactmoment met de patiënt na ontslag is binnen twee weken fysiek op
de hartfalenpoli. Sporadisch is het eerste contactmoment na één week telefonisch bij patiënten die
een complex ziekteproces hebben gehad. Ook moet er bij deze categorie patiënten na één week
bloed worden geprikt, dit wordt door de hartfalenverpleegkundige in de gaten gehouden.
3.2 Visgraatanalyse
Om het probleem grondig te onderzoeken en alle factoren die mogelijk verband houden met het
probleem te identificeren, is er een visgraatanalyse uitgevoerd (zie Figuur 1). Op basis van de
visgraatanalyse zijn er onderdelen geprioriteerd die als eerste moeten worden aangepakt om het
probleem op te lossen (Lean Six Sigma Groep, 2022).
Doordat er geen tijdige follow-up is na ontslag kan de therapietrouw van de patiënt onbewust
afnemen. Hieraan draagt ook bij, dat bij ontslag de leefregels en het beleid niet worden samengevat
en meegegeven aan de patiënt, bijvoorbeeld tijdens een verpleegkundig ontslaggesprek. Door deze
twee factoren zou de patiënt in de thuissituatie weer overvuld kunnen raken waardoor een
heropname volgt. Vanuit de organisatie zijn mogelijke oorzaken dat er in de thuissituatie voor de
patiënt geen hartfalenverpleegkundige is die vroegtijdig kan signaleren dat een patiënt weer overvuld
begint te raken. De behandelaar stuurt patiënten soms te vroeg met ontslag, waardoor de patiënt
niet met optimale medicatie naar huis gaat en hierdoor sneller overvuld kan raken. Verder is het
eerste geplande contactmoment vanuit het ziekenhuis met de patiënt, twee weken na ontslag op de
hartfalenpoli. Patiënten kunnen zelf eerder contact opnemen, maar ervaring leert dat dit niet
gebeurt. Het management oefent druk uit op de behandelaren door voorkeur te geven aan een korte
opnameduur en daarmee een hoge turnover.
12