Fysiologie
B1 les 1
Wat is embryologie?
De wetenschap die de ontwikkeling bestudeert van eicel tot voldragen vrucht, de pasgeboren mens,
heet embryologie. De ontwikkeling van ieder mens begint bij de bevruchting van een eicel, een
zygote. Vervolgens ontstaat er na verschillende celdelingen uit die ene cel een embryo.
Beschrijf de verschillende trimesters van de prenatale ontwikkeling (kort).
Trimesters duren elk 3 maanden. Dus er zijn 3 trimesters.
- Eerste trimester: De periode van de embryonale en vroege foetale ontwikkeling. Tijdens deze
periode ontstaan alle belangrijke orgaanstelsels.
- Tweede trimester: De ontwikkeling van organen en orgaanstelsels vind hier plaats tot deze bijna
zijn volgroeid. De lichaamsverhoudingen van de foetus veranderen en tegen het einde van het
tweede trimester is duidelijk een menselijk vorm te herkennen.
- Derde trimester: Gekenmerkt door de snelle groei van de foetus. Vroeg in het derde trimester
worden de meeste van de belangrijkste orgaanstelsels volledig functioneel. Een zuigeling die een of
zelf twee maanden te vroeg geboren wordt, heeft een redelijke kans te overleven.
Embryonale fase: start tandontwikkeling
• Het eerste deel van de ontwikkeling van de vrucht.
• De eerste 8 weken van de zwangerschap.
• Het gehele lichaam wordt gevormd uit die ene bevruchte eicel.
• In deze periode ligt het accent op differentiatie= vorming verschillende cellen uit die ene
begincel.
De kiembladen:
Door de verplaatsing van verschillende cellen ontstaan 3 afzonderlijke embryonale cellagen= de
primaire kiembladen.
- Ectoderm: vormt de huid en CZS ruggenmerg.
- Endoderm: vormt maag-darmkanaal longen: het spijsverteringsstelsel en de inwendige
organen.
- Mesoderm: vormt hart, bloedvaten, spieren, nieren, milt, bindweefsel, skelet en
het urogenitaal stelsel.
In het fysiologie boek staat een foutje, dus leer de pp over kiemblaadjes en de link van hoofdstuk uit pp!
De ontwikkeling van de kiembladen: ectoderm, endoderm, medoderm
Een kiemblad of kiemlaag van een embryo is een verzameling
van cellen die dezelfde oorsprong hebben in
de embryogenese en die zullen uitgroeien tot
specifieke lichaamsweefsels.
Op dag 12 begint een derde laag cellen te ontstaan tussen de
oppervlakkige en de diepe cellagen van de binnenste celmassa,
een proces dat gastrulatie wordt genoemd. De oppervlakkige
laag wordt ectoderm genoemd, de diepe: endoderm en de
migrerende cellen: mesoderm.
,- De buitenste laag, gevormd door hoge, kubische
cellen, die in contact staat met het vruchtwater,
wordt ectoderm genoemd. Hieruit ontstaan later
onder andere huid en ruggenmerg, zenuwen,
hersenweefsel, glazuurweefsel en ameloblasten
(wortelschede van hertwig). → glazuur
- De binnenste laag, die grenst aan de dooierzak,
bestaat uit ovale cellen en wordt het entoderm
genoemd. Dit is de oorsprong van het latere maag-
darmkanaal.
- Tussen deze twee eerste kiembladen vormt zich
iets later een derde laag en wordt het mesoderm
genoemd. Uit deze laag ontstaan onder andere hart,
bloedvaten, spieren, nieren, milt , bindweefsel en
skelet en ontwikkeling van odontoblasten & pulpa
en cementoblasten (wortelcement) en parodontaal ligament. → dentine
Beschrijf of teken de verschillende stappen van de tandontwikkeling.
Begint al bij de 6e week met de ontwikkeling van de tand in de embryonale fase.
Volgorde: Kroon van element > Wortel van element > Parodontaal ligament en alveolair bot.
De ontwikkeling van ieder tand bestaat uit 4 verschillende stadia (kroon fase)
1. Ontstaan van tandlijst (dental lamina)
2. Bud stage: knopstage
3. Capstage: kapfase
4. Bellstage: klokfase (meeste morfologische en
histologische veranderingen)
- Ontstaan van een tandlijst (dental lamina)
Zes weken na conceptie: oraalepitheel wordt dikker door gedifferentieerde proliferatie
→ ontstaan van een tandlijst
- Bud stage: knop fase
Het ectoderm groeit het mesoderm binnen en de tandknop ontstaat. Mesenchym:
embryonale bindweefsel dat ontstaat uit het mesoderm → latere bindweefsel,
bloedvaten en lymfevaten).
, - Cap stage: kapfase
Meer bloedtoevoer naar de tandknop. Tandknop gaat meer doorgroeien, cellen gaan
uitgroeien. Vanuit de kiembladen ontstaan meer cellen.
Ectoderm → pre-ameloblasten (ameloblasten vormen glazuur).
Mesoderm → pre-ondontoblasten (ondontoblasten maken dentine aan).
Epitheel tandknop groeit uit tot kapje, dit kapje omsluit celdichte mesenchymale cellen.
Cellen aan de binnenkant van het kapje wordt cilindrisch, zijn pre-ameloblasten. De
buitenlaag van het kapje blijven kubische cellen, daarbinnen ontstaat reticulum stellatum
(ectoderme cellen). Mesenchymale cellen rangschikken langs basaalmembraam →
differentiëren tot pre-odontoblasten. De rest van de tandpapil differentieerd tot pulpa.
Groen: tandpapil (mesoderm), Pulpa (zenuw), bloedvaten en ondontoblasten → dentine
van kroon.
Wit: mesenchymale cellen vormen het tandzakje → Dental follicle (mesoderm).
- Bell stage: klokfase
In deze fase vinden de meeste histologische en morfologische veranderingen plaats.
- Histologische veranderingen (weefselveranderingen):
Pre-odontoblasten → odontoblasten → dentine.
Pre-ameloblasten → ameloblasten → glazuur.
(primair dentine, wordt gevormd tijdens de tandontwikkeling).
- Morfologische veranderingen (vormveranderingen):
De vorm van de kroon wordt gevormd.
Amelogenesis: aanmaak van glazuur → wordt gemaakt door ameloblasten.
(Hebben geen uitlopers, dus sterven af, daarom krijg je een gaatje. Wanneer de
structuur alleen gedeeltelijk is aangetast kan er remineralisatie plaats vinden bv
bij verkleuring!).
Dentinogenesis: aanmaak van dentine richting het basaalmembraan→ wordt
gemaakt door odontoblasten. Migreren tijdens de aanmaak richting de pulpa en
laten daar celuitlopers achter, ze kunnen dus na de tandontwikkeling nog
dentine maken (voeding).
➢ Nog geen wortel gevormd!
➢ Tandkiem van een nieuw element wilt zeggen geen nieuwe kies maar was eerst een
melktand!