Overige vakken
CGO
Zorg is uit te splitsen in:
Lichamelijke en psychische functies
Zorg voor informatie, voorlichting en instructies
Zorg voor de familie/omgeving van de patiënt
Ondersteuning van de patiënt tijdens onderzoek en behandeling
Positieve zorg word over het algemeen tegenwoordig verdeel in 6 dimensies:
Lichaamsfuncties hoe je je voelt
Mentaal bevinden
Zingevingde zin in het leven hebben, het nut hebben
Kwaliteit van leven genieten gelukkig zijn en je ook zo voelen
Meedoen in de maatschappijsociale contacten, erbij horen
Dagelijks functioneren zorgen voor jezelf en grenzen stellen
Verpleegkundige activiteiten zijn:
Methodisch en procesmatig ondersteunen van de zelfzorg
Samenwerken met en ondersteunen van andere disciplines waaronder medisch-technisch
handelen in het kader van onderzoek en behandeling
Overleggen met collega’s en andere disciplines
Leiden en begeleiden van collega’s, leerlingen, stagiaires en mensen die belangrijk zijn voor
de patiënt
Wat is gezondheid?
Medische, monocausale visie op gezondheid
ontstaan door ontdekking van micro-organismen als ziekteveroorzakers het ontstaan van een
ziekte heeft slechts 1 oorzaak, vroeger was dan ook de visie…
is die oorzaak aanwijsbaar, dan is de persoon ziek.
is de dergelijke oorzaak niet aanwijsbaar dan is er sprake van gezondheid
veel gezondheidsproblemen van tegenwoordig zijn niet meer monocausaal te verklaren
Monocausaal: slechts door één oorzaak ontstaan
de duidelijke overgang tussen ziekte en gezondheid is lastig aan te geven waardoor door
verpleegkundige vaak word gezegd dat de betekenis van het woord gezondheid niet te definiëren
valt
Patiënten ervaren betere zorg als zij actief deelnemen aan de behandeling en worden betrokken
bij besluitevormen
Biologische visie op gezondheid
iemand is gezond wanneer hij ertoe in staat is onder wisselende externe omstandigheden zijn
interne milieu constant te houden (homeostase)
dit valt voor verpleegkundige te zien door bepaalde handelingen bijv. temperatuur en
glucosespiegel meten.
Psychologische visie op gezondheid
1
,Gezond zijn is geestelijk optimaal voelen
Als het in staat zijn van een persoon om de door hem zelf gestelde doelen in het leven te behalen
ziek zijn is een persoon die niet aan zijn geestelijke behoefte kan voldoen
Sociale visie op gezondheid
een persoon is gezond wanneer bij de hem toebedeelde sociale rollen uitvoert binnen de normen
en waarden die gelden in de samenleving.
een persoon is ziek als hij niet in staat is zich aan te passen en zich te gedragen naar de heersende
waarden en normen van zijn cultuur
Humane, multicausale visie op gezondheid
Multicausaal: een gevolg heeft meerdere oorzaken
deze visie verbindt de biologische, psychologische en sociale visie
gezondheid volgens WHO word: de staat van complete psychische, lichamelijke, spiritueel en
sociale welzijn en niet alleen de afwezigheid van ziekte of zwakte.
Dynamische visie op gezondheid
gezondheid heeft veel te maken met het aanpassingsvermogen van de mens en het houden van de
regie over zijn gezondheid en eventuele gezondheidsproblemen.
Gezondheid is het vermogen van de mens om zich aan te passen aan psychische, sociale en fysieke
factoren
ook is evenwicht tussen draaglast en draagkracht
Mensen voelen zich eerder gezond wanneer ze vanuit hun externe milieu positieve invloeden
krijgen, hierdoor voelen ze zich meer op hun gemak en voelen ze zich eerder gezond
lichamelijke gezondheid, mentaal welbevinden , een spirituele existentiële dimensie, dagelijks
functioneren, sociaal-maatschappelijk participeren en kwaliteit van leven, persoonlijke groei en
ontwikkeling en het nastreven van persoonlijke doelen in het leven is net zo belangrijk als medische
zorg en behandeling
De 7 CanMeds-rollen
De zorgverlener
De communicator
De samenwerkingspartner
De reflectieve ebp professional
De gezondheidsbevorderaar
De organisator
De professional en kwaliteitsbevrorderaar
Beroepsgeheim: de zorgverlener mag alleen met andere over de patiënt praten als hij daar
toestemming voor geeft.
Ook na de dood van de patiënt blijft het beroepsgeheim van kracht. Dit mag alleen verbroken
worden op grond van veronderstelde toestemming of van een conflict van plichten
Veronderstelde toestemming: toestemming die niet nadrukkelijk moet worden gevraagd omdat er
van word uitgegaan dat, wanneer mogelijk, de patiënt zelf ook toestemming zou hebben gegeven.
Wanneer je iemand voor toestemming wilt vragen om iets van hem te delen moet je de cliënt eerst
goed informeren zodat hij alle eisen en duidelijkheden weet en van alles op de hoogte is, dit heeft
informed consent
2
,Vaak word er bij toestemming een toestemmingsverklaring formulier getekend. Dit kan, maar is niet
perse nodig. Mondeling of telefonisch toestemming geven is ook geldig. Wel moet er in het dossier
van de patiënt een aantekening van toestemming worden gemaakt, dit geldt als bewijs.
Wanneer een patiënt nog geen 12 is vraagt de zorgverlener toestemming aan degene die het gezag
over hem uitoefent. Een patiënt vanaf 12 mag zelf beslissingen nemen over de toestemming, behalve
als de patiënt wilsonbekwaam is. Dat wil zeggen als die beperkt is, een psychische stoornis heeft of
niet in staat is zelf te beslissen, in dat geval beslist degene die gezag heeft over de patiënt.
Op sociale media mag onderling niks worden gedeeld wat te herleiden is naar de patiënt. Zelfs
zonder naam kan bijvoorbeeld een beschrijving van de patiënt nog steeds te veel weg geven
waardoor het eigenlijk gewoon niet de bedoeling is dat er ook maar iets patiënt gerelateerd wordt
gedeeld.
Er zijn een aantal uitzonderingen waarbij de zorgverlener informatie mag delen over zijn patiënt
zonder dat hij daar specifiek toestemming voor heeft gevraagd. Dit gaat dan om:
Medebehandelaars
Vervangers en waarnemers
Ouders van jongeren tot 16 jaar
Op grond van wettelijke plicht
Dit geldt echter niet wanneer er specifiek door een patiënt word gevraagd om iets niet te delen!!
Wanneer een zorgverlener in conflict van plicht komt, dus wanneer zwijgen het probleem erger of
onveranderd kan laten mag het beroepsgeheim worden verbroken. In principe kan een zorgvuldig
besluit tot stand komen door deze vragen:
?. welk zwaarwegend belang van de patiënt (of zijn gezinslid) wil ik dienen met het geven van de
informatie?
?. kan dit zwaarwegend belang ook worden gediend zonder dat ik informatie aan een ander verstrek?
?. is het, gelet op de situatie, mogelijk om toestemming van de patiënt te vragen en zo ja heb ik er
dan alles aan gedaan om toestemming te krijgen?
?. weegt het belang van de patiënt dat ik met de gegevensverstrekking wil dienen op tegen het
belang dat de patiënt heeft met de geheimhouding?
?. welke informatie heeft de ander nodig om het belang van de patiënt te dienen of het gevaar voor
hem af te wenden?
Bij huiselijk geweld moet voor de meldcode verschillende stappen worden vastgelegd.
Deze stappen zijn:
1. Signalen vastleggen
2. Collegiale consultatie en advies vragen aan Veilig Thuis
3. Een gesprek voeren met de patiënt (of zijn ouders) over de signalen, tenzij de veiligheid van
de patiënt van zijn gezinsleden van de zorgverlener het dergelijke gesprek niet mogelijk
maakt.
4. Alle informatie wegen die door de eerste drie stappen is verkregen.
5. Beslissen: zelf hulp bieden of organiseren, of (ook) een melding doen bij veilig thuis opdat de
signalen kunnen worden onderzocht en de stappen in gang kunnen worden gezet die leiden
tot het beschermen en bieden van hulp aan alle betrokkenen.
Verschoningsrecht: recht van de zorgverlener om geen verklaring over of tegen de patiënt af te
leggen als hij door de rechtbank of het OM als getuige word gehoord.
3
, Proces: gebeurtenissen die in een bepaald tijdsbestek met elkaar in relatie staan
Methode: samenhangend geheel van handelingen waarmee een gesteld doel bereikt kan worden
Klinisch redeneren binnen ene verpleegkundig proces:
1. Anamnese fase: op systematische wijze word informatie over de patiënt verzameld over zijn
verschillende gesteldheid situaties en levensstijl.
2. Diagnosefase: in samenspraak met de patiënt en andere beroepsprofessionals word de
diagnose vastgesteld.
3. Doelfase: bepalen van doelen en gewenste zorgresultaten
4. Planningsfase: plannen van de benodigde en mogelijke interventies
5. Implementatiefase/uitvoeren: implementeren en uitvoeren van de benodigde interventies
6. Evaluatiefase: evaluatie van de effectiviteit van de gevoerd interventies, de situatie van de
patiënt en de beoogde zorgresultaten.
Is dit objectief dan stel je hierbij een PES op
Proces klinisch redeneren omvat het volgende:
- Risico- inschatting: de verpleegkundige weet op basis van kennis weke mensen een verhoogd
risico hebben op het ontstaan van bepaalde problemen. Afhankelijk van de risico-inschatting
zal zij in veel situaties preventieve maatregelen in gang zetten
- Vroeg signalering: de verpleegkundige weet dat veel problemen zich aandienen met
voortekenen of vroeg symptomen, zij kent die en kan het probleem dus vroegtijdig spotten
- Probleemherkenning: de verpleegkundige richt zich op een groot aantal problemen die zich
bij veel verschillende mensen in tal van verschillende situaties voordoen, variërend van
problemen met voeding en uitscheiding tot problemen in de sociale context. Zij kent de
uitgangsvormen van deze problemen en kan je objectiveren
- Monitoring: de verpleegkundige monitort de werkzaamheid van de interventies en volgt het
beloop van de ziekte, de aandoening of de behandeling
- Interventie: de verpleegkundige past een breed scala aan interventies toe, niet alleen
interventies die voortkomen uit haar eigen vaststelling van de problemen van een individu en
diens sociale context, maar ook interventies die bijvoorbeeld door huisartsen en medisch
specialisten, fysiotherapeuten, diëtisten, logopedisten en andere paramedici word
voorgeschreven.
Vaardigheden die onderdeel uitmaken van het redeneerproces:
- Analyseren
- Evalueren
- Concluderen
- Deductieve vaardigheden: vanuit generalistische waarnemingen naar een specifieke
conclusie
- Inductieve vaardigheden: op basis van een aantal waarnemingen in staat zijn tot een
generalisatie te komen die kloppend is.
Essentiële krachteigenschappen:
- Zoekend zijn - zelfvertrouwen hebben
- Tolerant zijn -nieuwsgierig zijn
- Analytisch zijn -afgewogen kunnen oordelen
- Systematisch werken
Bij het stellen van een diagnose moet altijd relatie tussen probleem, oorzaak en bijbehorende
klachten worden beschreven
4