Literatuur week 1
Hoofdstuk 1 – Een omstreden evenementenvergunning
1.1 Wat is bestuursrecht?
Het bereik van het bestuursrecht is groot. Bovendien wordt het Nederlandse bestuursrecht sterk
beïnvloed door Europese regelgeving.
Bestuursrecht = heeft betrekking op relaties tussen de overheid (bestuursorganen) en burgers
(belanghebbenden).
Het bestuursrecht geeft regels voor de verhouding tussen de bestuursorganen en de
belanghebbenden.
Instrumentele functie van het bestuursrecht door een wettelijke bepaling verkrijgt het
bestuursorgaan een publiekrechtelijke bevoegdheid.
Waarborgfunctie van het bestuursrecht het bestuursrecht heeft burgers bescherming tegen de
overheid en haar besluiten.
Normerende functie van het bestuursrecht het bestuursrecht geeft regels waaraan het bestuur
zich bij de uitoefening van bevoegdheden moet houden.
1.2 Algemeen deel en bijzondere delen
Algemeen deel van het bestuursrecht = Algemene Wet Bestuursrecht, Awb.
Bijzondere bestuursrecht = hierin zijn de meer inhoudelijkere regels neergelegd, die rechten en
plichten van bestuur en burger in een concreet geval bepalen.
1.3 Bestuursrecht en andere rechtsgebieden
Staatsrecht gaat vooral de Grondwet en organieke wetten. In het staatsrecht gaat het vooral om de
grondregels voor de organisatie van de Nederlandse staat.
Bestuursorganen zijn voor hun organisatie van het staatsrecht afhankelijk; zonder bestuursrecht
kunnen de organen van de staat niet handelen ter uitvoering van hun publieke taak.
1.5 Bronnen van bestuursrecht
Het bestuursrecht vind je in eerste instantie in de wetgeving. Wetten en belangrijke
uitvoeringsbesluiten worden geplaatst in het Staatsblad. Ministeriële regelingen worden gepubliceerd
in de Staatscourant.
Ook de jurisprudentie is een belangrijke bron van het bestuursrecht.
Hoofdstuk 2 – Afwijken mag, maar dan wel uitdrukkelijk!
2.1 Totstandkoming Awb
De Awb blijft een levend project; de wet wordt steeds gemoderniseerd, uitgebreid en aangepast aan
eisen van internationaal recht.
2.2 Systeem en inhoud
De Awb is opgebouwd van algemeen naar bijzonder. De Awb kent dus een gelaagde structuur.
, 2.3 Relatie met andere wetgeving
Met het oog op uniformering heeft de regering bij de totstandkoming van de Awb de volgende
categorieën Awb-regels onderscheiden:
a. Dwingend recht
Regels die zonder uitzondering voor het gehele bestuursrecht behoren te gelden. In
het geval van dwingend recht kunnen lagere regelgevers geen regels maken die van
de Awb afwijken.
b. Regelend recht
Regels die gelden voor normale gevallen. De Awb bevat dan de ‘hoofdregel’.
Aangezien er ook bijzondere gevallen zijn, moet van deze regels in bepaalde gevallen
kunnen worden afgeweken, ook door lagere regelgevers.
c. Aanvullend recht
Wanneer het niet goed mogelijk is om een algemeen geldende regel te formuleren,
maar waarvoor het wel wenselijk is dat er een ‘restbepaling’ bestaat.
d. Facultatief recht
Dat recht geldt niet, tenzij een regelgever of bestuursorgaan bepaalt dat het wél
moet worden gevolgd. Het is dus optioneel recht.
Hoofdstuk 3 – Niets dat haar onderscheidt van willekeurige anderen en dus
geen belanghebbende
3.2 Gedecentraliseerde eenheidsstaat
Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat = een centraal geregeerde staat met onderdelen
die een eigen bestuursorganisatie en een zekere mate van zelfstandigheid hebben, maar waarvan de
onderdelen alleen een afgeleid gezag uitoefenen.
3.3 Openbare lichamen
Binnen de organisatie van het openbaar bestuur onderscheiden we openbare lichamen.
Openbaar lichaam = een aantal organen dat gezamenlijk een gemeenschapsverband vormt, wordt
een openbaar lichaam genoemd.
Openbare lichamen kennen een algemeen (gekozen) bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter.
Territoriale openbare lichamen Staat, provincie en gemeente.
Functionele openbare lichamen bijvoorbeeld de Nederlandse Orde van Advocaten. Het gaat om
een orde of instituut dat met regelgevende bevoegdheid is belast.
Alle openbare lichamen hebben rechtspersoonlijkheid = zij kunnen deelnemen aan privaatrechtelijke
rechtsverkeer.
3.4 Bestuursorganen
Voor de toepasselijkheid van de Awb moet er sprake zijn van een orgaan dat bestuurt. Er moet dus
sprake zijn van een bestuursorgaan art. 1:1 Awb.
De Awb kent twee categorieën bestuursorganen (kijk naar lid a en b van het artikel):
- De a-organen instantie maakt onderdeel uit van publiekrechtelijke rechtspersoon (een
rechtspersoon krachtens een bijzondere wet).
Dit betekent dat een orgaan van een privaatrechtelijke rechtspersoon nooit een a-
orgaan kan zijn.
- De b-organen ziet op andere personen of colleges die met openbaar gezag zijn bekleed.
Bepalend is wat deze personen of colleges doen en welke bevoegdheden ze daarbij
uitoefenen. Alleen als er openbaar gezag wordt uitgeoefend spreken we van b-organen.
Het gaat om privaatrechtelijke rechtspersonen of natuurlijke personen waaraan een
deel van een overheidstaak is opgedragen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sophievn. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.