Samenvatting Makelaardijleer
A. Makelaardij
A.1 beschrijft het begrip makelaar. (K)
De tussenpersoon die verschillende kooplieden met elkaar in contact brengt. Tegenwoordig is het veelal
handelsbemiddeling in onroerende zaken.
A.2 vat de historische ontwikkeling van het beroep makelaar in onroerende zaken in hoofdlijnen (registratie, beëdiging,
certificering) samen. (B)
Registratie: middeleeuwen. Makelaars werden aangesteld door het stadsbestuur. Gilde: in de gouden eeuw of zestiende
eeuw. Verenigen van makelaars om de kwaliteit van werkzaamheden te waarborgen.
Beëdiging: eind twintigste eeuw. Alleen iemand die is opgeleid en beëdigd door de rechtbank mag zichzelf makelaar
noemen.
Certificering: begin eenentwintigste eeuw. Vanaf 2001 is er geen beëdiging meer en kan iedereen zichzelf makelaar
noemen maar er kunnen wel certificaten behaald worden voor bekwaamheid.
A.3 licht toe dat de bepalingen in het Wetboek van Koophandel met betrekking tot tussenpersonen op de makelaar van
toepassing zijn. (B)
In het Wetboek van Koophandel was vastgesteld dat alleen degenen die daarvoor waren opgeleid en waren beëdigd
door de rechtbank zichzelf makelaar mochten noemen en deze titel konden dragen. Een makelaar slaat in dit geval op de
tussenpersoon die verschillende kooplieden met elkaar in contact bracht.
A.4 noemt de diverse makelaarsorganisaties op landelijk, Europees en mondiaal niveau. (K)
VBO: vereniging bemiddeling onroerend goed, deze organisatie ziet de consument als directe klant. Makelaars kunnen
zich hierbij aansluiten. Consumenten kunnen hier ook een klacht indienen bij de geschillencommissie. Kerntaken zijn
marktordeding en dienstverlening.
VastgoedPro: deze vereniging communiceert niet met de klant maar is er voornamelijk voor de makelaar of taxateur. Ze
verzamelen nieuwe informatie en verspreiden deze onder hun leden.
NVM: Nederlandse vereniging van makelaars. De grootste partij die zich voornamelijk richt op makelaars. Deze
organisatie heeft een erecode over gedrag waar iedere aangesloten makelaar zich aan moet houden
FIABCI: internationale organisatie waar o.a. NVM is aangesloten en behartigd de belangen van de makelaardij op
internationaal niveau.
DEKRA: gecertificeerde instelling. Als aan de diploma- en exameneisen is voldaan kan door de DEKRA inschrijving in het
certificeringsregister van de Stichting VastgoedCert plaatsvinden.
SVMNIVO: het exameninstituut.
Stichting VastgoedCert: beheert het certificatieschema, stelt het college van deskundigen (50% dienstenaanbieders/
makelaars en 50% dienstafnemers/ koepelorganisaties) in en houdt het register van gecertificeerde bij.
A.5 benoemt de diverse werkzaamheden van branche/beroepsorganisaties, zoals de NVM, VastgoedPro en VBO. (K)
Zie a.4
A.6 beschrijft de verschillende taken en functies van een makelaar Wonen. (K)
-Bemiddelen bij het tot stand brengen en sluiten van overeenkomsten, zoals een koopof huurovereenkomst.
-Waarderen van onroerende zaken; de taxatie
-Adviseren met betrekking tot onroerende zaken en rechten
A.7 licht toe hoe een makelaar Wonen de verschillende taken en functies van een makelaar Wonen moet uitvoeren. (B)
Hoofdfunctie is het verlenen van diensten en het geven van adviezen
Verwerven door; -Aankoop
-Onteigenen
-Erven
-Schenken
Bouwen;
Uitbreiden;
Beheer en onderhoud;
Vervreemden door; -Verkoop
-Vererven
-Onteigenen
, Veranderen door; -Renoveren
-Verbouwen
-Ruilverkaveling/landinrichting
Veranderen aard; -Veranderen bestemmingsplan
-Veranderen bestemming in bestaand bestemmingsplan
Splitsen;
Financieren;
Verzekeren;
Taxeren voor; -Aan- en verkoop
-Hypothecaire financiering
-Fiscale heffingen
-Jaarrekeningen
-Vaststellen economische huurwaarde
-Boedelscheiding
-Onroerende zaakbelasting
-Deskundigenbericht rechtbank
-Vererving
A.8 licht toe hoe een makelaar Wonen zich tegenover zijn opdrachtgevers, wederpartijen en derden moet opstellen. (B)
De makelaar heeft ten opzichte van zijn cliënt een overeenkomst tot het ‘verlenen van diensten’. De belangrijkste
eigenschappen zijn;
-Collegiaal zijn naar vakgenoten; hieronder valt ook onderling uitwisselen van kennis;
-Geheimhouding tegenover derden bewaren van al die zaken en gegevens die een opdrachtgever vertrouwelijk
mededeelt aan de makelaar;
-Inschatten hoe vertrouwelijk een zaak of mededeling is, ook in die gevallen, waar niet expliciet op het
vertrouwelijke karakter is gewezen;
A.9 beschrijft het begrip persoonscertificatie. (K)
Persoonscertificering: dit betekend dat de normen persoonsgebonden zijn en dat er geen sprake is van
kantoorcertificering;
A.10 beschrijft de certificeringsregeling van de Stichting VastgoedCert. (K)
Er wordt objectief vastgesteld dat de makelaar-taxateur aan bepaalde basis vakbekwaamheidseisen voldoet. Houders
van het certificaat moeten periodiek via hercertificeringscursussen aantonen dat zij hun vakbekwaamheid op peil
houden. Voor de meeste makelaarsorganisaties is het gecertificeerd zijn een voorwaarde voor het lidmaatschap. Er zijn
4 specialisaties ‘kamers’ van toepassing:
-Makelaar/taxateur Wonen/Midden- en Kleinbedrijf MKB
-Makelaar/taxateur Bedrijfsmatig Vastgoed (BV)
-Taxateur Landelijk Vastgoed (LV)
-Taxateur Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ)
B. Koop en verkoop
B.1.1 verwoordt welke opdrachten makelaars Wonen kunnen uitvoeren. (B)
Een makelaar moet inzicht hebben in het totale gebied van het vastgoed. Ook moet het aan- en verkoopproces kunnen
begeleiden.
B.1.2 beschrijft welke aanbiedingsmethoden een makelaar Wonen heeft om onroerende zaken te koop aan te bieden. (K)
Aanbieden kan op verschillende kanalen, zoals een bord in de tuin, de advertentie in de krant of woonblad,
internet/Funda, via collega-makelaars als gevolg van de uitwisseling en ook door het informeren van koopgegadigden,
die in het eigen bestand voorkomen.
B.1.3 verwoordt welke informatie van belang is voor een makelaar bij een intakegesprek. (B)
Partijen dienen elkaar zoveel mogelijk duidelijkheid te verstrekken over de eigenschappen van de onroerende zaak.
Verkoper verstrekt;
-Bouwtechnische zaken/gebreken;
-Kettingbedingen;
-Kwalitatieve rechten en andere afspraken;
-Huurovereenkomsten/afspraken met huurders/ waarborgsommen/ voorkeursrechten en
optieovereenkomsten;
-Aanslagbiljetten gemeentelijke heffingen/WOZ-beschikkingen;
-Omzetbelasting/verbouwing;
-Vergunningen verbouwingen;
, -Verzekeringspolissen; -Aanschrijvingen;
-Garantiebewijzen (G.I.W. + garantie op bijv. apparatuur);
-Overdraagbare subsidies/premies;
-Monumentenpand; -Verontreinigingen (olietank/asbest);
-Eigendomsrechten van derden;
-Lopende procedures bij rechter/huurcommissie/geschillencommissie;
-Leaseovereenkomsten;
-Huurkoop;
B.1.4 verwoordt wat onder een optie wordt verstaan. (B)
Een vorm van een onherroepelijk aanbod. In de wet is de optie niet specifiek geregeld, zodat het partijen vrij staat de
duur van een optieperiode zelf overeen te komen.
Bij verkoop van nieuwbouwwoningen komt vaak optie voor: binnen de afgesproken tijd moet de gegadigde laten weten
of hij inderdaad de woning koopt die hij heeft geopteerd. Tot die tijd mag men deze woning dan niet aan andere
gegadigden aanbieden of verkopen.
B.1.5 beschrijft de begrippen aanbod en aanvaarding. (K)
Aanbod: een rechtshandeling in de vorm van een verklaring, gericht tot een wederpartij die alle essentiële elementen
van een overeenkomst bevat, zodanig dat door de enkele aanvaarding ervan de overeenkomst ontstaat.
-Het vrijblijvende aanbod: na aanbod toch nog mogelijkheid aanvaarding af te wijzen
-Het herroepelijke aanbod: standaard, nog te herroepen mits er nog geen aanvaarding is verstuurd.
-Het onherroepelijke aanbod: onherroepelijk op moment van de aanvaarding ook al heeft het bericht de
aanbieder nog niet bereikt.
Aanvaarding: de wet stelt dat de aanvaarding tijdig moet gebeuren en inhoudelijk overeenstemmen met het aanbod.
B.1.7 beschrijft welke informatie- en onderzoeksverplichting een makelaar bij een aan- of verkoop kan tegenkomen. (K)
Informatieproblematiek is de onderzoeksplicht die de koper heeft en de mededelingsplicht die de verkoper heeft.
De verkoper en zijn makelaar moeten de koper vóór het sluiten van de koop volledig informeren over bijzondere lasten
en beperkingen, in beginsel ongeacht of de koper wordt bijgestaan door een eigen makelaar of andere deskundige. De
mededelingsplicht. Is de onvolledige of onjuiste informatie toe te rekenen aan de makelaar van de verkoper, dan kan
verkoper zijn makelaar op grond van de opdracht aanspreken.
Erfdienstbaarheden, kettingbedingen, kwalitatieve verplichtingen, erfpachtcanon, akte van splitsing in
appartementsrechten, aanschrijvingen, baatbelasting, ruilverkavelingsrente, aanwijzing tot monument,
ontbreken van bouwvergunning.
Koper en zijn makelaar hebben een onderzoeksplicht. De zaak moet ten tijde van de aflevering tenminste de
eigenschappen voor normaal gebruik hebben, tenzij de koper aan één of meer eigenschappen moest twijfelen.
Technische of feitelijke gebruiksmogelijkheden van het onroerend goed. Bodemverontreiniging, asbest, achterstallig
onderhoud, bouwkundige gebreken, oude leidingen en installaties, ontbreken van rioolaansluiting.
B.2.1 verwoordt wat de diverse werkzaamheden zijn van een makelaar gedurende het gehele traject van intakegesprek tot
en met de akte van levering. (B)
Het proces start wanneer een opdrachtgever een onroerende zaak besluit te kopen of verkopen en de makelaar hierover
benadert.
Verkoopproces: Het verzamelen van externe gegevens rond het object. Bij de gemeente onderzoek van
bestemmingsplan en bodemverontreiniging. Bij het Kadaster onderzoek naar juridische aspecten. Onderzoek van de
onroerende zaak zelf zoals de staat van onderhoud, constructies, gebreken enzovoort en het voorzieningenniveau en de
installaties. Bespreken verkoopprocedure en reden tot verkoop, het vastgestelde waardeoordeel en de adviesvraagprijs.
Het mededelen van voorwaarden en tarieven, informatieproblematiek en vraag en aanbod. Verwerken informatie en
samenstellen verkoopbrochure en advertentieontwerp. Inzetten van verkoopkanalen. Het bezichtigen door gegadigden
en daarbij voorzien van aanvullende informatie. Onderhandelingsfase waarbij prijs maar ook verkoopvoorwaarden aan
de orde komen zoals leveringstijdstip, aanbetaling en financieringsvoorbehoud. De makelaar legt de overeenkomst vast
in de koopakte, bespreekt deze met beide partijen en laat deze ondertekenen. Koopakte gaat naar de notaris samen
met de couragenota van de makelaar die de notaris ter verrekening brengt bij de eigendomsoverdracht. Vooraf neemt
de makelaar de eigendomsoverdracht door en met aanwezigheid van makelaar, notaris en beide partijen wordt het
verkoopproces afgerond.
Aankoopproces: Extra bij het aankoopproces is het opstellen van een kopersprofiel door de makelaar. Hierin staan de
wensen en financiële mogelijkheden. Reden voor het inschakelen van een makelaar is onvoldoende inzicht hebben in
publieksrechtelijke en privaatrechtelijke aangelegenheden en het bezitten van onvoldoende bouwkundig inzicht.