Practicum 3B: Klinische Diagnostiek zenuwstelsel – Paard
Kopzenuwen:
S 1 = n. olfactorius reuk
S 2 = n. opticus ogen (zicht)
M 3 = n. oculomotorius oogbeweging
M 4 = n. trochlearis oogbeweging
B 5 = n. trigeminus ophtalmicus, maxillaris, mandibularis gevoel in gezicht + kauwspieren
M 6 = n. abducens m. rectus lateralis, m. retractor bulbi oogbeweging
B 7 = n. facialis aangezichtsspieren (gezichtsuitdrukking)
S 8 = n. vestibulocochlearis gehoor en evenwicht
B 9 = n. glossopharyngeus orale sensatie, smaak, speekselafscheiding
B 10 = n. vagus parasympatische innervatie van vele structuren
M 11 = n. accessorius spieren in hals en nek
M 12 = n. hypoglossus tongbeweging
Aanvullende anamnese
- Veranderingen in gedrag?
- Trauma?
- Toestand van koppelgenoten en andere dieren op bedrijf?
- Omgeving van dier? ( intoxicaties)
o Jacobskruiskruid?
o Bestrijdingsmiddelen
o Verf
o Slecht voer met bijv. schimmel
Beoordeling gedrag
- Verhoogd? excitatie. Ongeremde bewegingen, agressieve aanvallen, etc. Meestal aanvalsgewijs.
- Normaal? attent. Gepast reageren op prikkels uit omgeving.
- Verlaagd? depressie.
o Stupor, sopor, coma (alle reflexen behalve corneareflex afwezig).
- Abnormaal/ongewenstgedrag?
o Dwangbeweging, kunnen niet gestopt worden
o Stereotypieën (stalondeugden), paard kan wel stoppen maar wil niet
Houding en locomotie
- Houding hoofd en hals
o Recht, beide oren even hoog
o Scheve hoofdhouding zie je bij eenzijdige otitis media
- Onwillekeurige bewegingen van 1 of meer spiergroepen
o Tremoren (snel opeenvolgende contracties van spiergroepen en hun antagonisten)
o Spasmen (plotselinge, krachtige, onwillekeurige contractie van spier(groep))
Tonische kramp = langdurig
Clonische kramp = kortdurg
- Diverse locomotietesten: eerst in stap en draf aan lang touw monsteren op rechte lijn en volte (links- en
rechtsom) en slangenvolte. Let ook op overgangen. Trek aan staart om te kijken of paard dit corrigeert. Indien
dit te weinig info oplevert kan je het paard beoordelen aan de longe, in vrijheid of onder de ruiter:
o Coördinatie
Ataxie = verminderde coördinatie. Vaak struikelen, aantikken van eigen voeten, niet in 2
sporen lopen, uitzwaaien van buitenste benen op de volte
o Kracht
Parese = verminderde kracht
Paralyse = afwezige kracht
Mono = 1 been
Hemi = 1 voor- en achterbeen aan dezelfde kant
Para = beide voor- of achterbenen
Tetra = alle vier de benen
o Onwillekeurige bewegingen
Schedel en wervelkolom
- Inspectie van hoofd, wervelkolom (kyfose = bol, lordose = hol, scoliose = scheef, spieratrofie).