Vraag 1
Dirk is oprichter en enig aandeelhouder van Bus BV. Dirk heeft zich na zijn studie gestort op
zijn onderneming die zich bezighoudt met het verhuren van touringcars. Dit is echter niet heel
vlekkeloos verlopen. Bus BV heeft sinds de oprichting in 2011 nog geen winsten weten te
behalen. De belastbare winst ex art. 7, derde lid, Wet VPB 1969 bedraagt in de periode 2011
tot en met 2014 jaarlijks -/- € 20.000.
Het wagenpark van Bus B.V. bestaat uit twee kleine busjes en één partybus. Dit leek destijds
een goede investering. Helaas blijkt het gehele verlies afkomstig te zijn uit de exploitatie van
de partybus. De bus is oud en vergt veel onderhoud. Tevens slopen de feestende jongeren
bijna iedere week de bus, waardoor Bus BV hoge kosten moet maken om alles te repareren.
De partybus vertegenwoordigt 80% van de waarde van het wagenpark en de
werkzaamheden in verband met de partybus beslaan 50% op de totale personeelsbezetting.
De bus is erg geliefd bij het feestende publiek en zorgt voor 70% van de omzet van Bus BV.
Vlak voordat Dirk de aandelen in Bus BV in 2015 aan een derde verkoopt, besluit hij de
partybus te laten slopen. Hierdoor wordt de helft van zijn personeel overbodig; hiervoor
vraagt hij dan ook collectief ontslag aan. Het negatieve resultaat tot aan het moment van
verkoop bedraagt € 10.000.
Bus BV blijkt na overname ineens aanzienlijk beter te draaien en maakt in de rest van 2015
en 2016 een positief resultaat van € 40.000 respectievelijk € 80.000.
a) Kunnen de verliezen van de periode 2011 tot en met 2014 worden verrekend met de
belastbare winst van 2015 en 2016?
Art. 20 en 20a Vpb.
Art. 20a Vpb: de wetgever wil voorkomen dat er gehandeld wordt tussen lichamen die enkel
en alleen verliezen in zich hebben. Waarom willen we dit voorkomen? De nieuwe
aandeelhouder heeft die verliezen niet geleden en hij zou er dan wel gebruik van kunnen
maken, maar economisch gezien heeft hij er helemaal geen last van gehad.
Welke toetsen moeten we aanleggen?
1) Aandeelhouderstoets: art. 20a lid 1 Vpb.
2) Beleggingstoets: art. 20a lid 4 aanhef Vpb.
3) Inkrimpingstoets: art. 20a lid 4 sub a Vpb.
4) Intentietoets: art. 20a lid 4 sub b Vpb.
Als er sprake is van een belangrijke aandeelhouderswijziging en als je meer dan 9 maanden
meer dan 50% beleggingen hebt, dan is het verlies weg, ongeacht inkrimping of intentie.
Inkrimpingstoets: direct voorafgaande aan de wijziging ten opzichte van het begin van het
oudste verliesjaar.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper daan123tjuh. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.