STEMSTOORNISSEN
EXAMEN: je moet niet elke pathologie kunnen uitleggen (bv: wat houdt granuloom in?)
1 INLEIDING
1.1 INHOUD ONDERZOEK + BEHANDELING
Evidence-based - Gebaseerd op gekende zaken en waar men o.b.v. data over kan
reflecteren
- Reflecteren over vocale fenomenen o.b.v. onderzoeksbevindingen en
wetenschappelijke literatuur
Kritisch Kritisch denken over vocale fenomenen
Heterogeniteit Domein stemstoornis in zijn Ernst *Veel verschillende factoren
bijzonderheid benaderen (bv. pathologie, activiteiten van
- à Heel heterogene personen met stemstoornis
aangelegenheid,
zoals in leeftijd *Stemstoornissen variëren van
- Probleem kan zich zeer licht tot zeer ernstig
gedurende hele
leven manifesteren *Veel hinder door pathologie
mogelijk
Pathologie *Lichte pathologieën (of non-
organische pathologieën: vb.
slechte aansturing van spieren)
*Organische aantasting van
stemplooiweefsel en
omliggende weefsels (kanker)
Behandeling *Farmacologisch,
medicamenteus, verlammende
inspuiting om een act uit te
schakelen, weefsel van
stemplooien verwijderen,
laseren, chirurgie, logopedie.
Posterieure = weefselaangroei tussen de 2 arythenoiden (vb. door intubatie).
stemplooigranuloma Mogelijks gekoppend aan ≠ fonotraumatische gedragingen (= gedragingen
die slecht, nadelig, traumatisch zijn voor de stemplooien vb. harde
steminzetten)
Behandeling: operatie aan stemplooien en granuloma chirurgisch verwijderen
Unilaterale à Na halschirurgie
stemplooiverlamming
Behandeling: logopedie + medialisatie van verlamde stemplooi
Centraal Aanleiding tot spasmodische stemgeving à on- en offset van overdreven
neurologische spanning in het vocaal systeem
aantasting van het = spasmodische dysfonie die adductor kan zijn (stemplooisluiters worden
vocaal systeem aangetast, maar ook abductor (stemplooiopeners worden aangetast))
Zeldzame pathologie
Stem klinkt verkrampt (gaat aan en af).
1
, Injectie door botox (= verlammer à bij overdosis, het tast mogelijks uw
ademhalingsspieren aan met de dood tot gevolg)
Stemplooiknobbeltjes Komen heel frequent voor
Behandeling: logopedische, gedragsmatige stemtherapie
à Afhankelijk van de pathologie kunnen er verschillende behandelingsmogelijkheden zijn en deze
kunnen duidelijke beterschap tot gevolg hebben
Streven naar verbetering, maar complete normalisatie lukt niet altijd!
2 TERMINOLOGIE
Stem (voice)(breed) Synoniem van spraak
Wordt vaak gebruikt in de brede vorm, maar wij gebruiken meer de
nauwere betekenis
Sttem (voice)(smal) Geluid geproduceerd door stemplooi trillingen (akoestisch signaal
gegenereerd door larynx)
Vocalisatie Spraak, niet-spraak en pre-geluiden gemaakt door de stemplooi
trillingen
Fonatie Fysische/fysiologische processen waarbij stemplooien trillen
Dysfonie Wanneer stemplooi niet normaal trillen à abnormale fonatie
Afonie Wanneer stemplooien helemaal niet trillen, dus geen geluid
1: Luchtpijp
2: Eerste kraakbeenring van de trachea (=
cartilago trachealis)
3: Ware stembanden
4: Valse stembanden
5: Sinus Van Morgani (tussen ware en valse
stemplooien)
Dit zijn de stemplooien in abductie
Bij openen en sluiten: SP’en maken contact met volledige lengte, het is een soort golfbeweging
(=mucosale golf)! à Mogelijk dankzij de gelaagdheid van de stemplooien
Trilling is altijd een criterium
Stemonderzoek: altijd nadenken hoe SP’en trillen bij die persoon
- Diverse onderzoeksmethoden: kijken naar SP’en, luisteren naar het geluid, metingen done
om het geluid zo goed mogelijk te documenteren
Altijd reflectie over hoe de SP’en trillen! Hoe moet een stemplooi trilling zijn?
- Volledige adductie van de SP’en à SPcontact begint aan de onderzijde en gaat zo naar
boven. Bovenzijde dicht à onderzijde gaat weer open
- Bovenzijde beweegt zijdelings: onderzijde is volledig gesloten & middenzijde maakt contact
- Dit moeten de SP’en kunnen om een rijk, harmonisch, periodisch stemgeluid te hebben
- De trilling van de SP’en is een hele mooie trilling
2
,3 ANATOMIE VAN DE STEM
- Skeletanatomie van het strottenhoofd
- Spieranatomie van het strottenhoofd
- Strottenhoofd in hoofd en nek
- Histologie van de stemplooien
- Larynxinnervatie
Macroscopische anatomie van de larynx
- Kraakbenig skelet
- De larynxmembranen en ligamenten
- De intrinsieke en extrinsieke spieren
- De mucosa
Het geheel wordt aangestuurd door diverse zenuwen en kent een aangepaste bloedvoorziening
3.1 SKELETANATOMIE VAN HET STROTTENHOOFD
Zie handboek vanaf p 16
Verschil tussen cartilago cricoïdeus en cartilago trachealis
Cartilago Cricoïdeus Cartilago Trachealis
- Volledig gesloten - Achterkant van het kraakbeen is open:
- Een andere contour aan de achterzijde hoefijzervormig. Zo kan de tracheale
luchtweg in diameter wijzigen.
3.2 SPIERANATOMIE VAN HET STROTTENHOOFD
Kraakbeen heeft enkel een functie wanneer er spieren zijn
Er zijn antagonistische werkingen mogelijk in ons strottenhoofd
Hoe klein het strottenhoofd ook is, er zijn heel wat spieren en structuren aawezig
De larynxspieren bestaan uit:
- Intrinsieke spieren
o Ontstaan en inhechten ter hoogte van de larynx
o Hun activiteit wijzigt de positie, omvang en spanning van stemplooien
§ Brengt in adductie of abductie en strekt ze uit!
- Extrinsieke spieren
o Elevatoren
o Depressoren
Locatie spieren à pg 19 – 20 – 24
Naam en functie spieren à pg 24
3
, INTRINSIEKE MUSCULATUUR
- Ontstaan en inhechten ter hoogte van de larynx
- Hun activiteit wijzigt de positie, omvang en spanning van stemplooien
o Brengt ze ub adductie of abductie en strekt ze uit
Bovenste deel van de m. thyroarytenoidea vormt de valse stemplooien (plica vestibulares)
Valse stemplooien
- Niet rechtstreeks betrokken bij fonatie, maar vertonen wel approximatie bij het slikken om
een stevige afdichting te vormen.
Vestibulum laryngis
- = gebied tussen de larynxtoegang en de stemplooien
Sinus van Morgagni (of ventriculus laryngis)
- = ruimte tussen de valse en de ware stemplooien
De intrinsieke spieren:
- M. thyroarythenoideus
- M. cricoaythenoideus laterlis
- Mm. (inter) arythenoideus
o M. arythenoideus obliquus
o M. arythenoideus transversus
- M. aryepiglotticus
- M. cricoarythenoideus posterior
- M. cricothyroideus
o M. cricothyreoideus pars recta
o M. cricothyroideus pars obliquus
EXTRINSIEKE MUSCULATUUR
2 groepen
- Suprahyoidale groep
- Infrahyoidale groep
Deze spieren wijzigen vooral de verticale hoogte van het larynxskelet
Elevatoren: omhoogtrekken van het strottenhoofd
Depressoren: neerwaarts trekken van het strottenhoofd
à tijdens het spreken beweegt het strottenhoofd continue
Extrinsieke larynxmusculatuur zorgt voor het op en neer trekken van de larynx
Dit is weer ANTAGONISME à gebruiken we continue ter verkorting of verlenging in ons aanzetstuk
tijdens onze spraak
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper CharlotteLogo. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,29. Je zit daarna nergens aan vast.