100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Psychology Peter Gray David F. Bjorklund 1-8 €7,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Psychology Peter Gray David F. Bjorklund 1-8

30 beoordelingen
 1505 keer bekeken  39 keer verkocht

Dit betreft een uitgebreide Nederlandse samenvatting (gemaakt aan de hand van alle kantlijnvragen in het boek) van het eerste deel (hoofdstuk 1 tm 8, nodig voor je eerste deel tentamen) van het boek Psychology Peter Gray en David F Bjorklund, 7th edition.

Voorbeeld 6 van de 94  pagina's

  • Nee
  • H1 tot en met h8
  • 29 mei 2017
  • 94
  • 2016/2017
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (4)

30  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: renatepomstra-groot • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: KawietaGanesh • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: ankkampman • 5 jaar geleden

Was zeer zinvol

review-writer-avatar

Door: wbeliefinyourself • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: lisetteneuteboom • 6 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: MariaIssa • 6 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: ashrafashrafi • 6 jaar geleden

Bekijk meer beoordelingen  
avatar-seller
marijejelier
Psychology P. Gray/DF Bjorklund
Uitgebreide vertaalde samenvatting aan de hand van de kantlijnvragen

Hoofdstuk 1

Drie fundamentele principes die ten grondslag liggen aan de psychologie:
Het eerste idee is materialisme. Dat is de opvatting dat gedrag en mentale ervaringen altijd
een fysieke oorzaak hebben. René Descartes stelde bijvoorbeeld dat de ziel in direct contact
moest staan met het lichaam om de waarnemingen van het lichaam te kunnen ervaren, en
om de beweging van het lichaam aan te sturen. Thomas Hobbes stelde de zaken zelfs nog
radicaler voor. Volgens hem was het concept van de ziel helemaal overbodig. Het lichaam is
een machine en alle gedrag dat het vertoont is te begrijpen als een gevolg van natuurlijke
processen. Hoe de ziel werkt is gewoon het gevolg van de machinerie van ons brein.

Het tweede idee is empirisme. Dat is de opvatting dat gedrag, gedachten en gevoelens over
de tijd heen gevormd worden door de ervaringen die we opdoen in onze omgeving. Dit idee
kwam voor het eerst expliciet tot uitdrukking in de filosofie van John Locke, en was een
logisch gevolg van de materialistische filosofie van Hobbes. Als het hele lichaam inclusief de
mentale ervaring een materiele machine was, dan moest de omgeving, via de zintuigen,
verantwoordelijk zijn voor de kennis over die omgeving die in dat lichaam aanwezig was.

Het derde idee is nativisme. Dat is de opvatting dat de mens, onafhankelijk van de
ervaringen die hij opdoet tijdens het leven, enige vorm van aangeboren, a priori kennis bezit
die hem helpt de wereld te begrijpen. Dit idee vinden we in conceptuele vorm al bij filosofen
als Leibniz en Kant, maar kreeg een expliciete, wetenschappelijke vorm in het werk van
Darwin. Zijn stelling dat de lichamelijke machinerie die ons gedrag en onze mentale
ervaringen produceert, een product is van het proces van evolutie door natuurlijke selectie
bood een onderbouwing voor het gegeven dat de mens specifiek is aangepast aan zijn
omgeving, en daarin sommige dingen wel, en andere dingen niet kan leren.

Met het idee van fysieke causatie van gedrag van Descartes, en definitief met het
materialisme van Hobbes, werd de weg vrijgemaakt voor de hedendaagse psychologie,
omdat zij hiermee een natuurwetenschappelijke benadering van gedrag, gedachten en
gevoelens mogelijk maakte. De ziel was door hun werk niet meer een ongrijpbaar,
immaterieel fenomeen.
Locke en zijn tijdgenoten ontwikkelde met het empirisme vervolgens een van de
belangrijkste verklaringen voor menselijk gedrag, namelijk de omgeving die, als bron van alle
kennis, de geest vult, het lichaam in beweging zet, en dus bepaalt welk gedrag dat lichaam
vertoont. Het grootste deel van de moderne psychologie is nog altijd gebaseerd op dit idee,
dat de menselijke machinerie door de omgeving via de zintuigen geprikkeld wordt, en
zodoende aangezet wordt tot gedrag.
Met hun nativisme boden Kant, maar met name ook Darwin de psychologie het gereedschap
om te begrijpen dat de mens niet alleen beschouwd kan worden als een machine
(materialisme) die wordt aangestuurd door de omgeving (empirisme), maar vooral ook dat
die machine bij geboorte al op een heel specifieke manier in elkaar zit (nativisme) waardoor
sommige gedragingen en ervaringen wel mogelijk zijn, of voor de hand liggen, en andere
niet.

Descartes versie van dualisme? Hoe hielp het de weg van psychologisch wetenschap te
plaveien?
Een algemeen bekende versie van het dualisme is ontwikkeld door René Descartes in 1641,
die stelde dat de geest een immateriële substantie is. Descartes was de eerste die een
duidelijke link legde tussen de "geest" en bewustzijn en zelfbewustzijn en dit onderscheidde
van de hersenen, waar volgens hem de intelligentie zetelt.

,3 Welke redenen kun je bedenken Waarom Descartes theorie ongeschikt was voor een
complete psychologie?
Filosofie: hoe kan een niet-materiële entiteit een materieel effect hebben? Hoe kan een
lichaam natuurlijke wetten volgen en tegelijkertijd bewogen worden door de ziel die dat niet
doet? Psychologie: Het hele gebied van gedachten en alle gedragingen die geleid worden
door de gedachte, kunnen niet wetenschappelijk geanalyseerd worden wanneer ze het
product zijn van een eigenzinnige ziel.

4: Wat bracht Thomas Hobbes met zijn Materialisme ?
Aan de ene kant geldt Hobbes als een kampioen van het absolutisme voor de soeverein,
maar aan de andere kant ontwikkelde hij ook een paar van de grondslagen van het
Europese liberale gedachtegoed: het recht van het individu; de natuurlijke gelijkheid van alle
mensen; het kunstmatige karakter van de politieke orde (wat leidde tot het latere
onderscheid tussen burgermaatschappij en de staat); het standpunt dat alle legitieme
politieke macht "representatief" moest zijn en gebaseerd op instemming door het volk; en
een liberale interpretatie van de wet die de mensen vrij laat om alles te doen wat de wet niet
expliciet verbiedt.

5: Hoe inspireerde het 19e eeuwse begrip van het zenuwstelsel de gedragstheorie
reflexologie?
Alle menselijke bewegingen beginnen bij stimuli in het milieu. Het zenuwstelsel zet de
spieren aan, dus zorgt voor bewegingen.

6: Hoe hielp de ontdekking van lokalisering vd functies in het brein het idee vestigen dat de
psychische functies wetenschappelijk onderzocht kunnen worden?
Craniometrie is de studie van de vorm, afmetingen en onderlinge verhoudingen van de
botten van de menselijke schedel.
Men dacht destijds dat men aan de hand van de maten en bulten op de schedel uitspraken
kon doen over de persoon (frenologie).

Ondanks de duidelijke tekortkomingen van de craniologie/ frenologie (en de manier waarop
ze werd misbruikt) heeft Gall met zijn werk toch significant bijgedragen aan de
neurowetenschap. Hij brak een lans voor de theorie dat emoties niet in het hart zitten maar in
het brein en dat in bepaalde delen van het brein bepaalde emoties en acties worden
gecontroleerd.

7a: Hoe leg je de oorsprong van complexe ideeën en gedachten uit volgens het Britse
empirisme?
Empirisme is een filosofische stroming waarin gesteld wordt dat kennis uit de ervaring
voortkomt.
kennis komt enkel voort uit ervaring en dat men van aangeboren ideeën niet kan spreken.
De menselijke geest is als een onbeschreven blad (tabula rasa). Werkelijk alle kennis komt
voort uit ervaring (simple ideas) of combinatie en associatie van de door ervaring opgedane
ideeën (complex ideas). Appel eten, blz 9.

7b/8: Het principe wetten van de vereniging (association by contiguity) zijn contiguïteit ,
herhaling , aandacht , plezier-pijn , en gelijkenis . De fundamentele wetten werden
geformuleerd door Aristoteles in ongeveer 300 voor Christus en door John Locke in de
zeventiende eeuw. Beide filosofen geleerd dat de geest bij de geboorte is een schone lei en
dat alle kennis heeft om te worden overgenomen door te leren. Deze wet is filosofisch gezien
nog steeds belangrijk (fundamenteel beginsel van leren en onthouden).

9: Waarom is het vermogen om te leren afhankelijk van aangeboren kennis? Immanuel Kant
Tegenover gestelde van empirisme is nativisme. Aangeboren kennis is een begrip in de
filosofie. Het betreft kennis die bij de geboorte al in aanleg aanwezig is en niet tijdens het

,leven hoeft te worden vergaard. Andere termen die hiervoor worden gebruikt zijn
aangeboren begrippen, ingeboren kennis/begrippen, innatisme, predeterminisme.

A priori betekent "wat van tevoren gegeven is" of "voorafgaand aan de ervaring" of
"onafhankelijk van de ervaring
A posteriori-kennis is kennis afgeleid uit de ervaring.

10a:Hoe bood Darwins theorie van natuurlijke selectie een wetenschappelijke fundering
omtrent gedrag ?

Natuurlijke selectie is een mechanisme dat in de natuur evolutie mede veroorzaakt.
Natuurlijke selectie houdt in dat binnen populaties de organismen die beter in hun omgeving
passen, meer kans hebben om te overleven en voor nakomelingen te zorgen dan minder
goed aangepaste organismen. Hierdoor zal het type van het best aangepaste organisme
beter overleven en steeds meer de overhand nemen binnen de populatie (survival of the
fittest). Mutaties in het erfelijk materiaal van de organismen veroorzaken de genetische
variatie in de populatie, waardoor selectie mogelijk is.

10b: hoe verschafte dit een basis voor het begrijpen van de oorsprong van de a priori
kennis?
De theorieën waarop de evolutionaire psychologie is gebaseerd zijn afgeleid van het werk
van Charles Darwin die een mechanisme ontdekte, natuurlijke selectie, waardoor soorten
zich konden ontwikkelden en nieuwe soorten konden ontstaan. De evolutionaire psychologie
maakt gebruik van de vooruitgang in de kennis van de evolutietheorie uit de evolutiebiologie.

12: Hoe verschilt neuraal/genetisch/fysiologisch/ evolutie uitleggen van elkaar?
Hoe pas je deze uitleg toe bij het begrijpen van jaloezie?
13: hoe verschilt leren en cognitive kennis verschillen en toepasbaarheid om jaloezie te
begrijpen> zie onderstaande uitleg.
14: sociaal en culturele uitleg mbt jaloezie:
15: ontwikkelings psychologie mbt jaloezie:
- Variatie in uitleg in psychologie en hun toepassing op seksuele jaloezie
Psychologen streven ernaar om mentale ervaringen en gedrag uit te leggen. De oorzaken
van mentale ervaringen en gedragingen zijn complex en kunnen worden geanalyseerd op
verschillende niveaus. De term levels of analyses verwijst naar het niveau, of type,
oorzakelijk proces dat bestudeerd is.
Gedrag kan worden onderzocht op deze niveaus:
Biologisch:
* neuraal (hersenen als oorzaak)
* genetisch (genen als oorzaak)
* evolutie (natuurlijke selectie als oorzaak)
* fysiologisch (hormonen (en medicijnen) als oorzaak)
M.b.t. ervaring, kennis en ontwikkeling:
* leren (voorafgaande ervaringen met omgeving als oorzaak)
* cognitief (kennis of overtuigingen als oorzaak)
* sociaal (invloed van anderen als oorzaak)
* cultureel (de cultuur waarin iemand ontwikkelt als oorzaak)
* ontwikkeling (leeftijd gerelateerde veranderingen als oorzaak)


16: Wat zijn sommige onderzoekspecialiteiten in de psychologie bestudeerd, dat in de eerste
plaats niet worden gedefinieerd door niveaus van analyse, maar in termen van
onderwerpen? Zie hierboven

,17: drie belangrijkste afdelingen binnen academische studies en hoe linkt de psychologie
deze?
Sociale wetenschappen, natuurwetenschappen, geesteswetenschappen, overlapt elkaar
18/19/20/21.. zie boek

Hoofdstuk 2

Hoe gaf Clever Hans het idee dat hij vragen beantwoordde en hoe onthulde Oskar Pfungst
deze methode?
Hans zag signalen bij mensen dat hij moest beginnen met hoeftrappen of stoppen. Bijna niet
te waarnemen, maar Pfungst kwam erachter.
Er bestaat altijd het gevaar dat onderzoeker of interviewer onbewust door zijn/haar gedrag of
lichaamstaal het gedrag van proefpersoon of ondervraagde in een bepaalde richting stuurt.
Dit verschijnsel (ook wel samengevat als Kluger Hans effect) kan met de dubbelblind
methode worden ondervangen. Dit is een onderzoeksmethode waarbij de
onderzoeker/ondervrager zelf niet op de hoogte is van de juiste oplossing van het probleem,
of aard van de behandelingsmethode.

2 Hoe zijn feiten theorieën en hypotheses aan elkaar gerelateerd in wetenschappelijk
onderzoek?
Een theorie is een idee of een conceptueel model dat is gemaakt om het bestaan van feiten
uit te leggen en om voorspellingen te maken over nieuwe feiten.
Zo’n voorspelling over nieuwe feiten gemaakt uit een theorie heet een hypothese

3.De lessen die gemaakt kunnen worden uit het verhaal van Clever Hans/ wetenschappelijk
onderzoek:
-De waarde van scepticisme: Zorgvuldiger kijken, opmerken wat anderen over het hoofd
zien. De ideale wetenschapper probeert altijd theorieën te ontkennen, zelfs zijn eigen.
-De waarde van zorgvuldige observaties onder gecontroleerde omstandigheden: is een
keurmerk voor de wetenschappelijke methode
-Het probleem van de observeerder-verwachting effecten: onbedoeld verwachtingen
creëren naar het te onderzoeken subject communiceren, waardoor de subjecten, onbedoeld
of niet reageert door te doen wat de onderzoeker verwacht

4. Hoe kan een experiment het bestaan van een oorzaak-gevolgrelatie tussen twee
variabelen aantonen?
Het is de meest directe benadering om een hypothese over een oorzaak-gevolg relatie
tussen twee variabelen te testen.. De variabele varieert. De onafhankelijke variabele (OV)
heeft invloed en de afhankelijke variabele (AV)wordt beïnvloed. In de psychologie zij de av’s
vaak metingen van gedrag en de ov’s factoren die deze metingen beïnvloeden.

5. wat waren de ov’s en av’s in Pfungst onderzoek met Clever hans?
AV: Hans het paard, percentage van vragen die hij correct beantwoordde.
OV: de onderzoekers, afdekken van ogen van Hans, setting waarin hans verkeerde,
moeilijkheidsgraad van de vragen.

6:Noem de OV en de AV in DIMascios vormen van therapie bij depressie en waarom wees
hij willekeurige subjecten aan voor elke vorm, en kozen de subjecten niet hun eigen
therapie?
OV: de vorm van behandelingen
AV: de graad van depressie na 6 weken behandeling
Subjecten kozen niet omdat ze dan altijd zouden gaan voor de behandeling waar ze zich het
best bij voelen en dat zou dan altijd het resultaat beïnvloeden ivm motivatie

7: Wat zijn de verschillen tussen een correlationele studie (CS) en een experiment (E)?

,En hoe verschilt de aard van de conclusies tussen deze CS en E?
Bij correlationeel of cross-sectioneel onderzoek observeren we als onderzoekers wat er 'van
nature' gebeurd in de wereld zonder direct te interveniëren. Het tegenovergestelde is
experimenteel onderzoek, waarbij we een variabele manipuleren om te zien of dit effect heeft
op een andere variabele.

8: hoe illustreert de klassieke studie van Baumrinds over opvoedingsstijlen van ouders de
moeilijkheid om oorzaak/gevolg af te leiden uit correlatie?
Baumrind observeerde drie opvoedstijlen:(autoritair/gezaghebbend (open voor discussie)/
toegeeflijk)
Niet elke variabele is gecontroleerd bij correlationeel onderzoek, dus zijn er meer
mogelijkheden om aan de juistheid van de uitslag te twijfelen. Bv: een kind kan door een
genetisch bepaald gedrag een andere opvoeding nodig hebben dan een ander, dat verstoord
gedrag een andere aanpak van de ouder nodig heeft.
En hoe zijn de omstandigheden in het gezin? Financieel, gezondheid, kwaliteit in het leven.
Dat soort variabelen zijn niet meegenomen in het onderzoek. Dus in principe zou elk gezin ‘
hetzelfde’ moeten zijn, pas dan kun je beter meten.

9: Hoe verschilt een beschrijvende studie van experimenten en correlationele studies?
Beschrijvend: Beschrijvend onderzoek is onderzoek waarbij de onderzoeker een situatie
beschrijft, aangeeft welke aspecten belangrijk zijn en de onderlinge relaties duidt.
Beschrijvend onderzoek kan heel eenvoudig zijn, bijvoorbeeld: vinden de inwoners van de
gemeente dat er een nieuw zwembad moet worden gebouwd? Het kan ook ingewikkeld zijn
waarbij allerlei onderlinge relaties en verschillen moeten worden beschreven. Bijvoorbeeld:
vinden de inwoners van een gemeente dat er een nieuw zwembad moet worden gebouwd en
hangt de mening van het zwembad samen met leeftijd, geslacht, afstand tot het zwembad
........ In dat geval kun je het beste gebruik maken van een conceptueel model waarin je van
te voren al aangeeft welke aspecten van belang zijn om te onderzoeken.

10: Wat zijn de voordelen en nadelen van laboratoriumstudie eo veldstudie:
In het lab heeft de onderzoeker veel meer controle op de variabelen en is er weinig invloed
van buitenaf. Veldstudie geeft minder controle maar worden subjecten in hun’ eigen ‘
omgeving bestudeerd dus zal het subject zich natuurlijker gedragen.
Resultaten kunnen door lab beïnvloed worden omdat het subject de omgeving niet gewend
is en zich ongemakkelijker voelt.
Combinatie van laboratorium en veldstudie is ideaal

11: Hoe verschillen zelfrapportage, observatie en testen van elkaar? Benoem hun voor-
en nadelen:
Zelfrapportage: het subject moet zijn eigengedrag of mentale staat bepalen. De persoon
kan sociaal wenselijk gedrag vertonen of de waarheid verdraaien
Observatie: De onderzoeker leert meer overhet subject in zijn leefomgeving, maar het kost
veel tijd om het gedrag te observeren zonder bemoeienis (Jane Goodall) en zo te coderen
dat het bruikbaar is voor statistische analyse.
Test: Handig en makkelijk behaald, maar kunstmatig en niet altijd relevant voor alledaags
gedrag.

12: hoe helpt de betekenis, de mediaan, de standaarddeviatie een reeks getallen
beschrijven?
Mean: betekenis: is het rekenkundig gemiddelde,
Mediaan: centrale score, gemiddelde
Standaarddeviatie : De standaarddeviatie is een belangrijk begrip in de statistiek. De
standaarddeviatie geeft de mate van spreiding van getallen rondom het gemiddelde van
deze getallen

, De standaarddeviatie drukken we uit in een getal. Dit getal wordt meestal aangeduid met de
letter σ. Hieronder zie je de formule van de standaarddeviatie. We zullen de formule van de
standaarddeviatie even kort toelichten:

Sx = σ = de standaarddeviatie van getallenreeks x.
Xi = de waarde van getal i in de getallenreeks.
Xgem = het gemiddelde van de getallenreeks (som getallen / aantal)
Nx = het aantal getallen in de proef.
Formule Standaarddeviatie
σ = Sx = √( ∑ ( (xi - xgem)2 / nx) )

Voorbeeld 1: gegeven de getallenreeks 2, 4, 5, 5, 6, 7, 9, 10

1. Bereken het gemiddelde Xgem:
Xgem = (2+4+5+5+6+7+9+10) / 8 = 6

2. Bereken van elk getal (xi) de deviatie di:
di = xi - Xgem, dus alle deviaties zijn:
(2-6),(4-6),(5-6),(5-6),(6-6),(7-6),(9-6),(10-6)
=> alle deviaties zijn dus: -4, -2, -1, -1, 0, 1, 3, 4

3. Neem nu van alle deviaties het kwadraat, deze zijn achtereenvolgens:
16, 4, 1, 1, 0, 1, 9, 16

4. Bereken nu het gemiddelde van al deze kwadraten:
=> (16+4+1+1+0+1+9+16) / 8 = 6

5. Neem nu de wortel van dit gemiddelde
σ = √ ( ∑(d2 / n) ) = √6

Het uitrekenen van de standaarddeviatie kan veel tijd in beslag nemen als de getallenreeks
erg lang en complex is. Met veel rekenmachines kun je gemakkelijk de standaarddeviatie
bepalen. Ook zijn er diverse websites die heel snel de standaarddeviatie voor je kunnen
uitrekenen.

De standaarddeviatie kan gebruikt worden om te kijken of de getallen "normaal" verdeeld
zijn. Hiervoor hebben wij een aantal vuistregels. Bij een normale verdeling van de getallen
(afb. 3):
- ongeveer 68% wijkt maximaal 1x de standaarddeviatie af van het gemiddelde (tussen μ-σ
en μ+σ)
- ongeveer 95% wijkt maximaal 2x de standaarddeviatie af van het gemiddelde (tussen μ-2σ
en μ+2σ)
- ongeveer 97% wijkt maximaal 3x de standaarddeviatie af van het gemiddelde (tussen μ-3σ
en μ+3σ)

Is bovenstaande niet het geval, dan hebben wij te maken met een andere type verdeling dan
de normale verdeling.

Op youtube wordt het ook goed uitgelegd.


13: Hoe beschrijft het correlatiecoëfficiënt de richting en de kracht van een correlatie?
Hoe kan correlaties worden weergegeven in spreidingsdiagram? Blz 42/43

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper marijejelier. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 48041 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,99  39x  verkocht
  • (30)
In winkelwagen
Toegevoegd