Samenvatting personen- en familierecht en erfrecht
Hoofdstuk 2, Geboorte overlijden en naam
Het leven van een mens begint bij zijn geboorte en eindigt bij zijn dood.
Soms begint het leven van een mens voor het recht al vóór zijn geboorte. Dit is
alleen als het in het belang is. Bijv. vader overlijdt terwijl kind nog niet geboren
is. Dat wordt het kind al als erfgenaam gezien.
Een kind dat dood ter wereld komt, wordt voor het recht geacht nooit te hebben
bestaan.
Van de geboorte van een kind moet binnen drie dagen na de bevalling aangifte
worden gedaan bij de burgerlijke stand van de gemeente waar de bevalling heeft
plaatsgevonden. De vader is verplicht, de moeder is niet verplicht maar wel
bevoegd.
Is er geen juridische vader of is hij verhinderd? Dan is iedereen die bij de
geboorte was, verplicht om aangifte te doen. Bijv. de arts, verloskundige of een
vriendin van de moeder.
De ambtenaar die de aangifte opneemt, stelt de identiteit vast door bijv.
paspoort of identiteitskaart. De ambtenaar van de burgerlijke stand kan de
aanvrager vragen om een verklaring van de verloskundige of de arts die bij de
geboorte aanwezig is geweest. In die verklaring staat dat het kind is geboren uit
de persoon die als moeder is opgegeven.
Is er niemand aanwezig of zijn ze verhinderd? Dan is de bewoner van het huis of
het hoofd van de inrichting waar de bevalling plaats vond, verplicht tot aangifte.
Gebeurt dat niet? Dat doet de burgemeester aangifte van de geboorte.
Ook van het overlijden van een persoon moet aangifte worden gedaan bij de
burgerlijke stand. Dit gebeurt in de gemeente waar het overlijden heeft
plaatsgevonden. Iedereen die er van weet, is bevoegd om aangifte te doen. Vaak
machtigen de nabestaanden de begrafenisondernemer om aangifte van
overlijden te doen.
Bij de aangifte moet een verklaring van overlijden worden overhandigd aan de
ambtenaar van de burgerlijke stand. Hierin verklaart een arts dat het overlijden
een natuurlijke oorzaak had bijv. door ziekte of ouderdom. Alleen als er een
verklaring is mag de ambtenaar van de burgerlijke stand verlof geven voor het
begraven of cremeren. Als je geen verlof hebt, is dit strafbaar.
Deze regel (pas verlof na verklaring) moet voorkomen dat er sporen van een
misdrijf of van een medische fout verdwijnen. Als de arts twijfelt of de dood een
natuurlijke oorzaak had, dan geeft hij geen verklaring af. Dan kan de
overlevende niet gecremeerd of begraven worden. Bijv. bij verkeersongeval,
zelfmoord of een ander geval waar de doodoorzaak niet duidelijk is. De arts
waarschuwt dan de forensisch geneeskundige (GGD-arts), die probeert
vervolgens de oorzaak vast te stellen. Kan hij ook niet vaststellen dat het een
natuurlijke oorzaak had, dan meldt hij dit aan de officier van justitie en aan de
burgerlijke stand (zodat er niet per ongeluk een verlof komt). Past als justitie het
lichaam niet meer nodig heeft voor onderzoek, geeft de officier van justitie een
1
,verklaring van geen bezwaar af (groen licht voor crematie of begrafenis). Voor
kinderen tot 18 jaar die overlijden geldt dat de arts in alle gevallen contact moet
opnemen met een forensisch geneeskundige. Op basis van de informatie van de
arts beslissen hun of er nader onderzoek moet komen naar de doodsoorzaak.
Soms is iemand zomaar verdwenen. Art. 1:409 BW biedt de mogelijkheid om een
bewindvoerder te benoemen als iemand wordt vermist. Hij heeft de taak orde op
zaak te stellen bijv. rekeningen te betalen. De bewindvoerder wordt benoemd
door de rechtbank op verzoek van belanghebbenden (familie of schuldeisers) of
op vordering van het openbaar ministerie.
Duurt de afwezigheid lang, dan kan de rechtbank op verzoek van
belanghebbenden een rechtsvermoeden van overlijden afgeven. Als dat is
gebeurt, dan kan er worden gehandeld alsof de afwezige is overleden bijv.
opnieuw trouwen, vermogen verdelen. De wachttijd is 5 jaar. Er geldt een
kortere wachttijd van 1 jaar als de omstandigheden het waarschijnlijk maken dat
de vermiste is overleden bijv. vliegtuigongeval, oorlog, natuurramp.
Elke gemeente heeft een Basisregistratie Personen. Daarin staan
persoonsgegevens van alle inwoners van de gemeente bijv. geboorte, verhuizing,
huwelijk, vertrek naar buitenland, overlijden. Voor ieder lid van de Nederlandse
bevolking wordt in deze basisregistratie een elektronische persoonslijst
aangelegd met individuele algemene gegevens.
De kern van de Basisregistratie Personen is de berichtendienst. Deze zorgt
ervoor dat de uitwisseling van gegevens tussen gemeenten goed verloopt bijv.
bij verhuizing.
De gegevens uit de Basisregistratie Personen worden om te beginnen gebruikt
door de gemeenten zelf bijv. bij afgifte rijbewijs, verlenen van vergunning.
Daarnaast zijn er ook een groot aantal vaste afnemers van de gegevens bijv.
Sociale verzekeringsbank en Belastingdienst. Zij worden automatisch
geïnformeerd over veranderingen van de gegevens van hun cliënten bijv. ouders
van pasgeboren kind krijgen automatisch bericht van Sociale Verzekeringsbank
over kinderbijslag. Ook burgers zelf maken er gebruik van bijv. als ze officiële
verklaring nodig hebben over hun naam en adres.
De overheid werkt met een stelsel van 13 basisregistraties. Hier worden
relevante gegevens over personen, bedrijven, adressen, grond, inkomens en
dergelijke vastgesteld. Ze wisselen elektronisch hun gegevens met elkaar uit.
Alle overheden moeten voor hun publieke taken gebruikmaken van de
basisregistraties. Alle gemeente, provincies, waterschappen, die publieke taken
uitvoeren moeten voor informatie over burgers en bedrijven kijken in de
basisregistraties. Zo weten ze zeker dat de gegevens juist en volledig zijn.
Hierdoor wordt ook voorkomen dat bij elk nieuw contact tussen burgers en
overheid ze gegevens moeten aanleveren. De wet verbiedt dit zelfs, overheden
mogen eenmaal vragen naar basisgegevens van burgers, daarna moeten ze
kijken in de basisregistraties.
Iedere inwoner kan het gemeentebestuur vragen welke informatie er over hem in
de Basisregistratie Personen is opgenomen. Ze zijn verplicht binnen 4 weken dit
2
,te sturen. Is de informatie onjuist of onvolledig? Dan kan de aanvrager het
gemeentebestuur vragen om dit aan te passen.
Burgers zijn verplicht om wijzigingen in het adres en woonplaats binnen 5 dagen
door te geven aan de gemeente. Andere informatie bijv. geboorte, huwelijk,
echtscheiding komt via de burgerlijke stand automatisch bij de Basisregistratie
Personen terecht. Alleen als het in het buitenland plaats vindt, moeten burgers
zelf in actie komen tegen bijv. geboorte.
De Registratie niet-ingezetenen legt gegevens vast van personen die niet in
Nederland wonen maar wel een relatie hebben met Nederlandse
overheidsinstellingen. Niet-ingezetenen = personen die korter dan vier maanden
in ons land verblijven of die lange tijd in ons land woonden en nu in het
buitenland pensioen krijgen.
Elke gemeente heeft de wettelijke plicht om registers van de burgerlijke stand bij
te houden. In deze registers worden akten bewaard die door de ambtenaar van
de burgerlijke stand zijn opgemaakt naar aanleiding van belangrijke
familierechtelijke gebeurtenissen in de gemeente. Bijv. geboorte, erkenning,
huwelijk, ontbonden huwelijk, overlijden.
Is een akte eenmaal opgemaakt, dan wordt dit stuk in veel gevallen opgenomen
in een van de registers van de burgerlijke stand:
- het geboorteregister
- het huwelijksregister
- het register van geregistreerde partnerschappen
- het register van overlijden
Een akte die is opgemaakt door een ambtenaar van de burgerlijke stand, geldt
als wettelijk bewijs dat de gebeurtenis of handeling heeft plaatsgevonden. Wie
later officieel bewijs nodig heeft bijv. van huwelijk, kan uittreksel van de akte
vragen. Het moet worden aangevraagd bij de gemeente waar de akte is
opgemaakt.
Voor ambtenaar van de burgerlijke stand is een speciale benoeming van het
college van B&W nodig. Voordat de ambtenaar wordt benoemd, moet hij voor de
rechtbank een ambtsbelofte afleggen waarin hij:
- verklaart dat hij niemand heeft omgekocht om benoemd te worden
- belooft dat hij zich in de toekomst niet zal laten omkopen
- belooft dat hij zijn werk zo zorgvuldig mogelijk zal doen.
Elke gemeente heeft minstens twee ambtenaren van de burgerlijke stand. Er
moet minimaal een reserve zijn omdat hij geen akten mag opmaken waar hij zelf
partij of belanghebbende bij is. Vaak zijn er meer dan twee ambtenaren van
burgerlijke stand.
Vooral voor het sluiten van huwelijken worden nog wel eens buitengewoon
ambtenaren van de burgerlijke stand benoemd. Zij worden alleen benoemd
voor het sluiten van huwelijken om op die manier de andere wat meer ruimte te
geven voor bijv. opmaken van akte van geboorte.
3
,Welke achternaam krijgt een kind bij zijn geboorte?
- kind binnen een huwelijk of geregistreerd partnerschap geboren? Dan mogen
de vader en moeder kiezen. Deze keuze moeten de ouders voor of bij de aangifte
van de geboorte van hun eerste kind maken. Alle kinderen van beide ouders
dragen dezelfde achternaam. Geen keuze? Dan achternaam van de vader.
- kind buiten een huwelijk of geregistreerd partnerschap geboren, maar voor bij
of bij zijn geboorte door een man erkend? Dan gelden de zelfde regels. Ouders
mogen kiezen welke achternaam ze aan hun kinderen doorgeven. Geen keuze?
Dan achternaam vader.
- kind buiten een huwelijk geboren en niet meteen erkend? Dan heeft het
juridisch gezien alleen een moeder en draagt het kind haar achternaam.
Wordt dit kind later in zijn leven erkend, dan blijft het de naam van zijn moeder
dragen. Wel hebben de moeder en de erkenner bij de erkenning recht om te
verklaren dat het kind de naam van de erkenner zal gaan dragen.
Een achternaam kan in bijzondere gevallen worden gewijzigd. Officieel beslist de
koning maar feitelijk neemt de minister van Veiligheid en justitie de beslissing.
De regels voor geslachtsnaamwijziging geven aan in welke gevallen wijziging van
de achternaam mogelijk is.
Globaal gaat het om vier soorten:
1. de naam is bespottelijk of wekt lachlust op bijv. pik, naaktgeboren.
2. de naam komt zo vaak voor dat hij onvoldoende onderscheidend vermogen
heeft, bijv. Jansen, de Vries.
3. de naam is niet-Nederlands en behoort toe aan een vreemdeling die de
Nederlandse nationaliteit krijgt. Bij die gelegenheid kan hij meteen verzoeken om
een gewijzigde, meer Nederlandse achternaam.
4. een minderjarige draagt niet de naam van degene die hem feitelijk opvoedt, of
hij heeft een naam die afwijkt van de naam van andere gezinsleden.
De regels die gelden voor een kind die zijn naam wil veranderen in de naam van
zijn feitelijke verzorger, zijn afhankelijk van zijn leeftijd.
Kind nog geen 12 jaar oud:
- degene verzorgt hem al minstens 5 jaar
- beide ouders stemmen in met het verzoek
Kind 12 jaar of ouder:
- degene verzorgt hem al minstens 3 jaar
- het kind wil zelf de naamswijziging
Ieder draagt de voornamen die hem in zijn geboorteakte zijn gegeven. In bijna
alle gevallen kiezen de ouders de voornamen van hun kind. De ambtenaar
weigert voornamen in de geboorteakte op te nemen die ongepast zijn of die
lijken op een achternaam (tenzij vaker voorkomt). Ouders hebben veel ruimte in
de keuze van de voornamen. Wie zijn voornaam wil veranderen, moet zich
rechten tot de rechtbank. In het verzoek moet staan waarom de aanvrager een
andere voornaam wenst. Er moet een goede reden zijn bijv. iemand die de naam
van zijn vader draagt maar geen enkel contact meer heeft door mishandeling.
4
,Hoofdstuk 3 handelingsbekwaamheid
Minderjarigen, kinderen tot 18 jaar, worden handelingsonbekwaam genoemd.
Handelingsonbekwaam = iemand kan niet zelfstandig in het recht optreden.
Een handelingsonbekwame kan geldige overeenkomsten sluiten bijv. kopen ipad,
alleen is de overeenkomst aantastbaar want bijv. de ouders hebben het recht om
de overeenkomst achteraf te vernietigen. Vernietigen = kunnen de koop
ongedaan maken.
Heeft de leverancier een handtekening of verklaring van een ouder, dan kunnen
de ouders de bestelling achteraf niet meer vernietigen. Ze hebben immers
toestemming gegeven.
Zouden de regels van handelingsonbekwaamheid absoluut gelden , dan zou dit
tot onaanvaardbare situaties leiden. Een kind van 17 zou dan nog geen T-shirt
kunnen kopen. Daarom is er een opklimmende handelingsbekwaamheid = hoe
ouder het kind is, hoe meer het zelfstandig kan doen. Voor overeenkomsten
waarvan we het normaal vinden dat een kind die zonder toestemming van zijn
ouders sluit, is het kind handelingsbekwaam.
De regels over de handelingsonbekwaamheid gelden ook als een kind met zelf
verdiend geld aankopen doet. Ook dan kunnen de ouders de koopovereenkomst
vernietigen als het kind geen toestemming voor de aankoop heeft gevraagd en
dat wel had moeten doen.
Vooral als een minderjarige een belangrijke rol in een (familie)bedrijf speelt, kan
het lastig zijn dat hij nog niet handelingsbekwaam is. Daarom is er handlichting
= de kantonrechter een minderjarige op diens verzoek alvast
handelingsbekwaam voor bepaalde rechtshandelingen verklaart bijv. transacties
zelfstandig sluiten zonder dat ze achteraf vernietigd kunnen worden. Handlichting
maakt een kind dus op bepaalde terreinen alvast handelingsbekwaam.
Om ervoor te zorgen dat iedereen hiervan op de hoogte is, wordt de rechterlijke
uitspraak over de handlichting gepubliceerd in de Staatcourant en in 2 dagbladen
die in het woonplaats van het kind worden gelezen. Er staat precies in welke
juridische handeling het kind mag verrichten. Normaal gesproken kan een kind
zelf geen rechtszaak voeren maar voor handlichting geldt een uitzondering. Het
verzoek om handlichting moet het kind zelf bij de kantonrechter indienen.
In een aantal gevallen verklaart de wet een kind al vóór zijn 18e
handelingsbekwaam:
- een kind mag vanaf zijn 16e jaar zelfstandig een arbeidsovereenkomst sluiten.
Als hij voor die leeftijd een arbeidsovereenkomst sluit, dan heeft hij daarvoor
toestemming van zijn ouders nodig. Als er een conflict komt over de
arbeidsovereenkomst, dan kan een kind van 16 jaar ook zelf, zonder ouders, een
rechtszaak voeren.
- voor medische behandeling geldt dat een kind vanaf 16 jaar
handelingsbekwaam is. Hij kan zelf afspraken maken met artsen, fysio,
psycholoog en hij mag zelfstandig beslissingen maken over operaties en andere
medische ingrepen.
5
,Een kind vanaf 12 jaar heeft bij medische behandelingen overigens ook al een
behoorlijke stem. Vanaf die leeftijd moet hij samen met zijn ouders toestemming
geven voor medische behandeling bijv. operatie. Verschillen zij van mening, dan
mag de arts de wens van het kind volgen bijv. ouders willen geen operatie, kind
wel, dan mag er toch geopereerd worden. Voorwaarde is dat hij de ingreep zelf
noodzakelijk vindt en dat het kind de ingreep weloverwogen blijft wensen.
Iedereen is vanaf 18 jaar handelingsbekwaam maar niet iedereen kan dit aan.
Daarom zijn er drie maatregelen die, ter bescherming van de betrokkene, de
handelingsbekwaamheid wegnemen of beperken:
1. Curatele
Door curatele wordt de curandus handelingsonbekwaam. De rechtbank
benoemt bij de curatele meteen een curator, die gaat optreden als wettelijk
vertegenwoordiger van de curandus. Hij heeft toestemming van de curator
nodig voor aankopen en andere rechtshandelingen. Sluit hij toch een
overeenkomst zonder toestemming, dan kan de curator deze overeenkomst
vernietigen. Een curandus die in verband met drank of drugs onder curatele is
gesteld blijft wel handelingsbekwaam voor familierechtelijke zaken bijv. trouwen,
scheiden.
Een persoon kan alleen onder curatele worden gesteld als hij tijdelijk of definitief
niet in staat is zijn eigen belangen te behartigen of als hij zijn eigen veiligheid of
die van anderen in gevaar brengt door:
- een geestelijke stoornis of een verstandelijke beperking
- een gewoonte van drank- of drugsmisbruik.
De kantonrechter stelt niet spontaan mensen onder curatele, dat gebeurt alleen
op verzoek. Het kan worden ingediend door:
- de persoon zelf
- de echtgenoot of partner
- een bloedverwant tot in de vierde graag bijv. kind, ouder, grootouder
- degene die het gezag uitoefent over de betrokken persoon bijv. voogd
- de bewindvoerder of mentor
- de instelling waar de persoon wordt verzorgt of die hem begeleiding geeft
- het openbaar ministerie
Art. 1:383 bepaalt wie de rechtbank tot curator kan benoemen. De rechtbank
sluit zoveel mogelijk aan bij de wensen van de curandus tenzij dit onverantwoord
is. Is er een echtgenoot of partner, dan wordt bij voorkeur deze benoemd.
Daarna zoekt de rechtbank in de kring van ouders, kinderen, broers en zussen.
Als dat ook niet lukt, kan er een professioneel curator worden benoemd. Daaraan
worden een aantal eisen gesteld:
- hij is verplicht om elk 5 jaar verslag uit te brengen aan de kantonrechter over
het verloop van de curatele. Van het beheer van het vermogen moet hij dit
jaarlijks doen.
In het curateleregister worden gegevens bijgehouden over de curatele, zodat
iedereen kan zien welke personen vanaf welke datum onder curatele zijn gesteld
en wie de curator is.
6
,2. Beschermingsbewind
Er is maar een beperkte bescherming nodig daarom gaat curatele te ver. Het
vermogen of bepaalde goederen uit het vermogen (boerderij, landgoed) van een
persoon worden onder bewind gesteld en er wordt een bewindvoerder genoemd.
De eigenaar van onder bewind gestelde goederen wordt handelingsonbevoegd
= hij kan alleen nog met medewerking van de bewindvoerder over zijn goederen
beschikken. Wilt hij het bijv. verkopen dan heeft hij medewerking nodig. Handelt
hij alleen, dan zijn de juridische handelingen nietig. Deze nietigheid werkt alleen
tegen mensen die het bewind kenden of zouden moeten kennen.
Reden voor bewind is dat iemand vanwege lichamelijke of geestelijke toestand
(tijdelijk) niet volledig in staat is om zijn vermogen te beheren. Schulden kunnen
ook een reden zijn.
Een verzoek aan de kantonrechter kan worden gedaan door de personen die ook
bevoegd zijn om curatele te verzoeken. De rechter kan als hij curatele afwijst, uit
zichzelf bewind opleggen. Dit doet hij als curatele te zwaar is, maar een lichtere
maatregel wel noodzakelijk is.
Wie kan het worden? Voor de bewindvoerder en het toezicht op bewindvoering
gelden dezelfde regels als voor de curator.
3. Mentorschap
Richt zich op de niet-zakelijke belangen van een persoon bijv. verzorging,
opname in een verpleeghuis en beslissingen over een operatie of over
medicijnen.
De betrokkene wordt handelingsonbevoegd voor beslissingen over zijn
verzorging, verpleging, behandeling of begeleiding. De door de rechter
benoemde mentor neemt deze beslissingen. Daarnaast vertegenwoordigt de
mentor de patiënt bijv. in gesprekken met een arts.
Reden voor mentorschap is dat iemand door zijn lichamelijke of geestelijke
toestand (tijdelijk) niet in staat is om goed te kunnen beslissen over zijn
verzorging en verpleging bijv. dementerende ouder.
Een verzoek aan de kantonrechter kan worden gedaan door de personen die ook
bevoegd zijn om curatele te verzoeken. De rechter kan als hij curatele afwijst, uit
zichzelf bewind opleggen. Dit doet hij als curatele te zwaar is, maar een lichtere
maatregel wel noodzakelijk is.
Verschil handelingsonbekwaam en handelingsonbevoegd
Handelingsonbekwaam = iemand niet zelfstandig rechtshandelingen kan
verrichten. Doet hij dit toch, dan kunnen deze handelingen door de wettelijk
vertegenwoordiger worden vernietigd.
Handelingsonbevoegd =iemand is wel handelingsbekwaam, maar mag bepaalde
rechtshandelingen niet verrichten of heeft daarvoor de medewerking van een
ander nodig. Een rechtshandeling is nietig als ze wordt verricht door iemand die
voor deze rechtshandeling onbevoegd is.
7
,Hoofdstuk 4 huwelijk, geregistreerd partnerschap en samenwonen
Er zijn verschillende manieren om een relatie een juridische vorm te geven:
- huwelijk
- geregistreerd partnerschap
- samenwonen
1. Het huwelijk is een juridisch totaalpakket:
- Voor het vermogen van de echtgenoten
- Voor de kinderen
- Voor een wederzijdse onderhoudsplicht
- Voor de manier waarop de echtgenoten hun relatie kunnen verbreken
Vereisten voor een huwelijk
Beide personen zijn:
- niet (meer) gehuwd of geregistreerd partnerschap
- 18 jaar
- in staat om hun wil te bepalen (niet in de war)
- en er is geen te nauwe bloedverwantschap.
Een huwelijk tussen bloedverwanten in de rechte lijn (vader-dochter, moeder-
zoon, opa-kleinkind) of broers en zussen is niet toegestaan. Dit geldt ook voor
adoptiekinderen. Maar in dat geval kan er wel een ontheffing verleent worden
bijv. adoptiebroer en zijn zus. Tussen neef en nicht is wel toegestaan maar er
geldt een extra regel. Ze moeten een verklaring afleggen dat zij uitdrukkelijk uit
vrije wil dit huwelijk aangaan en dat er geen sprake is van enige vorm van
huwelijksdwang .
Voordat de akte wordt opgemaakt moeten de echtgenoten een aantal officiële
documenten overleggen aan de ambtenaar:
- uittreksel uit de geboorteakte
- schriftelijke toestemming voor het huwelijk (als er toestemming moet worden
gegeven)
- in geval van een eerder huwelijk of geregistreerd partnerschap: een bewijs dat
deze relatie ontbonden is
- de namen en adressen van de getuigen
In sommige gevallen kan een huwelijk na de aangifte worden tegengehouden
omdat een van de echtgenoten niet voldoet aan de vereisten voor het aangaan
van een huwelijk. Het huwelijk wordt dan gestuit bijv. ouders en andere
familieleden kunnen het huwelijk stuiten omdat er een al is getrouwd.
Het openbaar ministerie is verplicht een huwelijk te stuiten als hem bekend is
dat een van de echtgenoten niet voldoet aan de huwelijksvereisten. Daarnaast is
hij bevoegd het te stuiten als er sprake is van een schijnhuwelijk.
Degene die wil stuiten moet naar de burgerlijke stand om een akte op te maken.
De ambtenaar van de burgerlijke stand geeft dit zo snel mogelijk door aan
andere gemeenten. Daardoor kan het huwelijk voorlopig niet worden voltrokken.
8
,Ambtenaar van de burgerlijke stand mag niet meewerken als hij weet dat de
echtgenoten niet voldoen aan een van de huwelijksvereisten (ook als er geen
stuiting heeft plaatsgevonden).
De aanstaande echtgenoten moeten minstens 14 dagen voor hun huwelijk
aangifte doen bij de burgerlijke stand van hun woonplaats. Een aangifte is een
jaar geldig. Trouwen ze na een jaar van de aangifte, dan moeten zij opnieuw
aangifte doen. Dit kan ook digitaal.
Vaak zullen de echtgenoten trouwen in de gemeente waar ze aangifte hebben
gedaan. Dit is niet verplicht. Bij de aangifte moeten ze wel aangeven in welke
gemeente ze gaan trouwen. Een echtgenoot die niet de Nederlandse nationaliteit
heeft moet bij de aangifte een verklaring overleggen dat hij geldige
verblijfspapieren heeft. Dit is om schijnhuwelijken tegen te gaan = huwelijk dat
alleen tot doel heeft om geldige verblijfspapieren te krijgen.
Een huwelijk wordt gesloten ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke
stand. De echtgenoten verklaren elkaar aan te nemen als echtgenoot en getrouw
de plichten te vervullen die de wet aan het huwelijk verbindt.
Er moeten minimaal 2, maximaal 4 getuigen (min. 1 getuige per persoon)
aanwezig zijn. De akte die de ambtenaar van de burgerlijke stand van de
huwelijksvoltrekking opmaakt, wordt opgenomen in het huwelijksregister.
Uitgangspunt is dat het huwelijk in een gemeentehuis wordt gesloten.
Gemeenten kunnen andere locaties aanwijzen binnen de gemeente bijv.
landgoed. “bijzonder huis”=> geen openbare ruimte: 6 getuigen (art 1:64 BW).
Alleen het burgerlijk huwelijk heeft juridische gevolgen.
Is het huwelijk gesloten, dan kan het achteraf nietig worden verklaard bijv. de
echtgenoten voldeden niet aan huwelijksvereisten of de ambtenaar van de
burgerlijke stand was niet bevoegd.
Nietigverklaring gebeurt door de rechtbank op verzoek van:
- (groot)ouders
- een van de echtgenoten
- een andere persoon die een rechtsbelang heeft bij de nietigverklaring bijv. man
of vrouw met wie diegene ook nog getrouwd is.
- op vordering van het OM (schijnhuwelijk)
Zijn de echtgenoten eenmaal getrouwd, dan legt de wet hun een aantal plichten
op:
- zijn elkaar getrouwheid, hulp en bijstand verschuldigd en zijn verplicht elkaar
het nodige te verschaffen.
- zijn ten opzicht van elkaar verplicht om de minderjarige kinderen te verzorgen
en op te voeden en om de kosten van de opvoeding samen te dragen. Geldt ook
voor stief en pleegkinderen in het gezin.
- moeten de kosten van de huishouding (incl. kosten kinderen) samen dragen.
Zijn beide verplicht hun inkomen ter beschikking te stellen voor deze kosten. (in
feite een uitwerking van art 1:81 BW, verplicht elkaar het nodige te verschaffen).
9
, Iedere echtgenoot is ten opzichte van een schuldeiser hoofdelijk aansprakelijk
(voor de gehele schuld) voor de schulden die gemaakt zijn voor de gewone gang
van zaken in het huishouden. Ook als jouw echtgenoot bijv. de bestelling heeft
gedaan. Bijv. vrouw besteld nieuwe pannen, de leverancier gaat naar de man
met de rekening. De man kan niet naar de vrouw verwijzen want hij is ook
aansprakelijk voor deze kosten.
De gedachte hierachter is dat beide profiteren van huishoudelijke aankopen.
Bijv. dagelijkse boodschappen, de wasmachine, de rekening van de huisarts.
Hoofdelijke aansprakelijkheid door de rechtbank laten opheffen is mogelijk. De
echtgenoten kunnen dan alleen nog worden aangesproken op de schulden die zij
zelf hebben gemaakt. De opheffing werkt pas na 14 dagen nadat het is
opgenomen in het huwelijksgoederenregister. Schuldeisers kunnen dus weten
van deze positie.
Om echtgenoten tegen elkaar te beschermen heeft de ene echtgenoot
toestemming nodig van de andere echtgenoot voor:
- buitensporige giften (giften die hoger zijn dan normaal, goede doel)
- rechtshandelingen die gevolgen hebben voor de woning waarin het echtpaar
woont bijv. verkopen, verhuren, hypotheek nemen.
- borg of zekerheidsstelling voor de schuld van een ander. Als een echtgenoot
aan een bank of aan een andere geldlener zekerheid biedt voor de schuld van
een ander, heeft hij hiervoor toestemming nodig. Dit geldt niet in verband met
zijn beroep of bedrijf.
- Afbetalingstransacties bijv. huurkoop of koop op afbetaling
Sluit een echtgenoot toch een genoemde overeenkomst zonder toestemming dan
is het vernietigbaar (wel geldige overeenkomst maar die kan ongedaan worden
gemaakt).
Door het huwelijk ontstaan tussen de echtgenoten gemeenschap van
goederen = de bezittingen en schulden (!) komen bij elkaar en worden van hen
samen.
Bestuur over de gemeenschap van goederen = de bevoegdheid om beslissingen
over het goed te nemen bijv. een zaak te laten repareren, verven, verkopen,
verhuren of weg te geven.
Tamelijk eenvoudige regeling wie er bevoegd is over de goederen van de
huwelijksgemeenschap: beide echtgenoten zijn bevoegd (maakt niet uit wie er
betaald heeft).
Uitzondering op deze regeling:
- bij goederen op naam bijv. inkomen
- goederen die door schenking of erfenis in de gemeenschap zijn terechtgekomen
10