Samenvatting Basisboek Historische Letterkunde
College 1 voorbereiding
Wat voorafging
Hoe het eerste Nederlands geklonken heeft is erg onduidelijk en wanneer precies het Nederlands
een ‘taal’ werd ook.
De oudste teksten zijn Latijnse teksten, gebeiteld in votiefstenen gewijd aan Germaans-Keltische
godinnen Nehelennia en Hludana. Dit zijn Latijnse teksten voor niet-Romeinse godinnen, opvallend.
In tempels, waterputten en graven.
Oud Grieks-Romeins ‘vervloekingsplaatje’ zie p. 3: oudste niet-Latijnse tekst, maar Keltisch.
509 – 511 Lex Salica: Latijns wetboek met wetten over het Frankische gebied (nu Zeeland, Noord-
Brabant, Limburg, België en Duitsland t/m Keulen en Aken) Heeloudnederlands.
‘Ik meld je; ik bevrijd je, laat.’
Laat: halfvrije boer die aan grond, niet aan zijn heer gebonden was. Mocht bezittingen hebben, maar
niet vrij gaan en staan. De heer kon de Laat vrijheid schenken door deze spreuk te zeggen.
De Utrechtse Doopbelofte, uit de 8e eeuw. Hij werd door rondreizende missionarissen meegenomen
om mensen zich te laten bekeren tot het Christendom.
Oudnederlands: van de eerste woorden tot 1200.
Middelnederlands: tot 1500, onderdeel hiervan Frankisch, voorloper van het Duits.
Manuscript van Lex Salica uit de 9e eeuw met woordverklaringen en korte uitlegtekstjes over dieren
bijvoorbeeld. Woordverklaringen: Glossen: geven inzicht in hoe het varken genoemd kon worden in
het Oudnederlands.
Belangrijke bron: Wachtendonckse psalmen. Kwijtgeraakt in de zestiende eeuw.
Liefdesdistichon: een tweeregelig gedichtje dat op puntige wijze iets over liefde zegt. Een hoofse
manier om te zeggen dat je zin hebt in seks. Dieren in de middeleeuwen, vaak over seks, zeker een
vogel. “Hebban olla vogolas”
2.1 Ridderroman
Karel ende Elegast, zeer bekend in de Middeleeuwen. De taal werd niet gemoderniseerd, alleen
vertaald veel eerbied voor het originele taalgebruik.
Veel verhalen rondom Karel de grote met 3 elementen:
Trouw aan de koning
Familievetes
De strijd tegen de Saracenen (Moslims) (niet in Karel ende Elegast)
Genre explodeerde in twaalfde en dertiende eeuw in Frankrijk. Daarna steeds verder door Europa.
Moriaen: Eerste verhaal met een positieve rol voor een zwarte man. Moriaen is een zwarte ridder op
zoek naar zijn biologische vader. Dit blijkt een van de ridders van koning Arthur te zijn. Dit is een
andere wereld dan Karel en Elegast, namelijk koning Arthur.
Arthurroman en Karelroman kwamen gelijktijdig op.
Overeenkomsten:
Held in het verhaal (Elegast, Lancelot, Percheval)
Bloeddorstige schurken die door ridders/helden uitgeschakeld moeten worden.
Geen vrouwen in de verhalen, want die hoorde er niet bij.
Verschil:
, Saracenen (Moslims): Karelromans staan bol van de strijd tegen islamitische legers. Dit
thema komt in Arthurroman helemaal niet voor.
Queesten: zoektochten zijn in de Arthurroman meestal meer uitgewerkt
Karel zit meer waarheid in. Lancelot etc. heeft niet echt bestaan, meer gefantaseerd.
Lancelotcompilatie: Een verzameling van lange en korte ridderromans.
Keye is in Arthurverhalen een lafaard en leugenaar, maar in Merlijn zijn Arthur en Keye broers.
Gebaseerd op de Franse schrijver Robert de Boron bijv.
Belangrijke schrijvers:
Jacob van Maerlant
Van Velthem
3.2 Ridderverhalen
Roman an Heinric en Margriete van Limborch dik boek, populairste ridderroman, 12
hoofdstukken/boeken. Deze 12 boeken zijn intertekstuele verwijzing naar Aeneis van Vergilius.
Verhalen gaan over Hoofse liefde, trouw, ontrouw, over Oost een West, over deugden en
ondeugden, de taak van de koning.
Getalsymboliek vonden ze in de middeleeuwen fantastisch.
Middeleeuwse ridderromans geschreven als epiek: verzameling van literaire werken, proza en poëzie
waarin de nadruk ligt op het beschrijvende aspect. Regelmatig wel op rijm geschreven (warenar).
Drie verhalen dramatisch: toneelstukken
Esmoreit
Gloriant
Lanseloet van Denemerken
Abel spel: een knap gemaakt toneelstuk, abele spelen.
Handschrift van Hulthem: het handschrift is in 1811 door Karel van Hulthem op een veiling gekocht.
Boordenvol gedichten, toneelstukken etc.
College 2 voorbereiding
2.2 dierverhalen / dierepiek
Reynaert de Vos.
Auteur maakt zich bekend door:
Op de tweede regel zegt hij zijn naam ‘Willem’.
En in de laatste negen regels nog een keer met een acrostichon (eerste letters van iedere
regel vormen ‘bi Willeme’.
Verder onduidelijk wie Willem is.
Dierfabels waarin een sluwe vos de hoofdrol speelt, zijn al heel oud, al voor de oude Grieken. Dieren
hadden toen geen namen en fabels waren erg kort.
Robin Hood.