Ik behaalde een 16/20 door deze samenvatting! Deze samenvatting bevat de notities vanuit de les en de powerpoints. De samenvatting bevat enkel de leerstof van de hoorcolleges! De werkcolleges zitten hier niet in aangezien dit elk jaar kan verschillen.
INLEIDING – EEN BEELD VAN EEN KIND
1. PEDAGOGIEK VS PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN
Pedagogiek: wetenschappelijke studie van opvoeding, onderwijs en vorming (alles wat erbij hoort,
opgroeiende kinderen)
Pedagogische wetenschappen verwijst naar meerdere subdisciplines (zoals sociale pedagogiek of
historische pedagogiek), meerdere pedagogische kaders en meerdere onderzoeksmethodes.
Twee stromingen:
EVIDENCE BASED PEDAGOGIEK FUNDAMENTELE PEDAGOGIEK
Meten is weten: handvaten voor de praktijk Trage fundamentele vraagstukken
(bewijs, feiten, gebaseerd op onderzoek)
Voorschrijvend Beschrijvend (breder, genuanceerder, de
ethische kwesties, meerdere invloeden….)
Gestimuleerd door twee tendensen: Normatief en ethisch: waarden en normen van
1) Risico reducerend denken (risico’s de samenleving en vragen stellen (=
verminderen) onderliggende ideologische kwesties)
2) Individualiserend denken (er ontstaat
een norm, niet voldoen daaraan →
ingrijpen/maatregelen voorzien)
2. ONTDEKKING VAN DE CONCEPTEN ‘KIND EN KINDERTIJD’
Het is vandaag de dag niet meer dan normaal om over kinderen enerzijds en volwassenen anderzijds
te spreken. We onderscheiden beide categorieën van elkaar, als levensfases die elkaar opvolgen.
Vanuit biologisch standpunt is een kind in fysiek opzicht op cognitief niveau vaak te onderscheiden van
volwassenen. Er zijn niet enkel biologische kenmerken (zo ziet een kind eruit, zo oud is een kind…).
De kindertijd is een sociaal geconstrueerde periode → de maatschappij heeft dit zelf ‘gemaakt’, zelf
‘beslist’. De context bepaald of je een kind bent of niet. Het is dus de denkwijze van de volwassene en
deze denkwijzen resulteren dan ook in kindbeelden.
Daarnaast is het concept ‘kind’ gebaseerd op de maatschappelijke context van dat moment (religie,
filosofie, politiek…). De kindertijd is dus genuanceerd, wat de pedagogiek errond ook genuanceerd
maakt.
Geschiedenis
‘kind’ is een aparte categorie:
- In de oudheid: de kinderen krijgen aandacht, het onderscheid wordt duidelijk en ze vormen
een aparte categorie
- Tot laat in de middeleeuwen: het kind wordt afgebeeld als een mini-volwassene en is nog niet
af
- Renaissance (Rousseau): het kind is kwetsbaar en moet bescherm worden. Een kind komt op
de wereld en is in se goed, maar de maatschappij zorgt ervoor dat een kind ‘slecht’ kan worden
en we moeten zorgen dat we de kinderen niet verpesten
- Geïndustrialiseerde samenleving (kinderarbeid): het kind is kwetsbaar en het moet beschermd
worden (afschaffing kinderarbeid)
1
,Iene Surmont 2023
- 1960 tot vandaag: een jeugdland → groot brengen door kleinhouden. Wij als volwassenen
hebben een andere leefwereld dan de kinderen/de jeugd (bv speeltuin is een apart eiland voor
de kinderen, kinderen worden anders juridisch aangepakt). We willen de kinderen klein
houden (kinderen moeten bv nog niet veel meehelpen in het huishouden)
Dit uit zich in verschillende contexten:
- Juridisch: minderjarig VS meerderjarig
- Sociologisch: afhankelijk VS onafhankelijk
- Ontwikkelingspsychologie: jongvolwassene VS volwassene (uitgerekte kindertijd)
3. ZES KINDBEELDEN
Hoe ontstaan die kindbeelden en hoe wijzigen ze doorheen de tijd?
Ze zijn een weerspiegeling van de maatschappij. Wanneer de maatschappij verandert, veranderen ook
de kindbeelden. De kindbeelden hebben een ideologische basis. Ze zijn een weerspiegeling van de
opvattingen van de maatschappij: religieuze, politieke en filosofische opvattingen.
De kindbeelden wijzigen niet plots, maar vullen elkaar aan. Verschillende kindbeelden kunnen naast
elkaar staan in één periode. Kindbeelden hebben een invloed op hoe het kind naar zichzelf kijkt, de
verwachtingen van ouders en leerkrachten, de relatie tussen kind en opvoeder + de manier van
handelen, de manier waarop men spreekt en de verwachtingen van de maatschappij, het beleid en de
acties die men opzet (sociaal, economisch en cultureel)
Het voorspelbare kind - Het kind is voorspelbaar in zijn ontwikkeling, we kunnen het kind
voorspellen
- De volwassene houdt de ontwikkeling in de hand door
vroegtijdige opsporing, diagnose en classificatie
- Het kind is in die zin ‘maakbaar’
Het kind als burger - Het kind is een burger met rechten en plichten (kinderrechten)
- De volwassene beschouwt het kind als nog-niet burger en voedt
het op tot burgerschap
Het witte kind - Het kind is wit, niet meertalig en heeft christelijke tradities
- De volwassene houdt geen rekening met diversiteit en
structurele discriminatie (het is ingebed in onze maatschappij)
Het kind als risico - Het kind loopt gevaar of is zelf een gevaar voor de maatschappij
- De volwassene beschermt het kind tegen de gevaren van de
samenleving en omgekeerd
Het kind als held - Het kind is weerbaar, inventief, flexibel, onconventioneel en vrij
= het zijn onze helden
- De volwassene waardeert het kind voor zijn potentieel in het hier
en nu. Hij is vooral toeschouwer en biedt enkel hulp waar nodig,
hij moet van het kind afblijven
Het kind als kapitaal - Het kind is een investering in de toekomst. Het is een menselijk
kapitaal dat rendeert = de kinderen moeten iets opbrengen
- De volwassene heeft de verantwoordelijkheid om dit kapitaal te
koesteren en erin te investeren = we moeten ervoor zorgen dat
ze iets opbrengen
2
,Iene Surmont 2023
HET VOORSPELBARE KIND
1. WAT HOUDT HET KINDBEELD IN
1) Het kind is voorspelbaar en in die zin is het louter een technische aangelegenheid (een kind
ontwikkeld zich volgens de schema’s die de psychologen hebben gemaakt)
2) De ontwikkeling van het kind verloopt volgens vaste stadia, bij misloopt kijkt men naar wat
fout liep in het vorig stadium
3) Er is een norm hoe vroeger men die norm bereikt, hoe beter = de Olympische Spelen van de
Ontwikkeling (ouders zitten met een druk omdat ze aan die norm moeten beantwoorden)
4) Het kind moet zo perfect mogelijk zijn en er is minder tolerantie voor wie afwijkt van het
gemiddelde.
5) Wie afwijkt moet zo snel mogelijk geremedieerd/gestimuleerd worden
6) Het kind dreigt soms opgesloten te zitten in een label en ‘is’ enkel nog het label
7) Erg adult-centrisch model: kind is ‘onaf’ en moet evolueren naar volwassenheid
8) De mens is maakbaar (verbeterbaar) = je moet stimuleren en dan komt het wel in orde
9) Zinvol (belangrijk) is wat we kunnen meten, wat we niet kunnen meten is dus minder belangrijk
10) De druk op ouders om perfect te zijn is groot
2. WAT IS DE ROL VAN DE VOLWASSENE
De volwassene moet de ontwikkeling goed in het oog houden door vroegtijdige opsporing, diagnose
en classificatie. De ouders wordt gedwongen in de rol van expert-ouder (= pedagogisering van de
ouder). Ouders moeten op den duur experten zijn, ze mogen ‘geen gewone’ ouder meer zijn en
moeten alles weten van pedagogiek en psychologie.
3. WAT VERTELT DIT OVER DE SAMENLEVING
We zitten in een samenleving waar je moet presteren (je moet goed de norm volgen, je moet goed
ontwikkelen) → kindbeeld weerspiegelt de neoliberale samenleving (= maximale vrijheid, zo weinig
mogelijk inmenging van anderen, dikke-ik gedrag, kies maar zelf maar doe het goed…) die gekenmerkt
is door:
- Vooruitgang is belangrijk
- Competitie is belangrijker dan coöperatie = ieder voor zich
- Weinig aandacht voor ongelijke kansen, voor kwetsbare mensen
4. WAT IS DE ROL VAN DE PEDAGOGIEK
Bijdragen aan de voorspelbaarheid van de opvoeding.
Kritische kanttekeningen
Pedagogen moeten niet altijd bijdragen tot de voorspelbaarheid van de opvoeding maar moeten wel
leren omgaan met onvoorspelbaarheid. Het niet voorspellen, het niet weten en het samen zoeken is
veel belangrijker. Leren omgaan met onvoorspelbaarheid vraagt dialoog en pedagogische
bescheidenheid.
3
, Iene Surmont 2023
5. TOEPASSINGEN
Meten is weten (internationale testen)
Ontstaan van internationale testen zoals PISA (filmpje op ppt)
PISA = Program for International Student Assessment. Een test gemaakt door de OESO (Organisatie
Economische Samenleving en Ontwikkeling) waar ze in 34 landen (over heel de wereld) gaan kijken
naar de leesvaardigheid, wiskunde en wetenschappen om zo een beter beleid te ontwikkelen. De
testen worden afgenomen bij jongeren van 15 jaar → in de meeste landen is 15 jaar nét voor het einde
van de leerplicht. De test wordt om de 3 jaar afgenomen. De test is gemaakt om na te gaan of de
jongeren de kennis die ze op school leren, ook kunnen toepassen in het echte leven. Er worden geen
individuele scores gegeven → ze analyseren de resultaten per land en kijken hoe effectief een land
hun leerlingen voorbereid → landen aanmoedigen om hun onderwijs te verbeteren)
Kritische kanttekeningen bij PISA
1. Druk om zich aan te passen aan de internationale normen
2. Kans dat men voorschoolse voorzieningen (jonge kinderen) ook al voorbereid om later aan die
normen te voldoen= verschoolsing van jonge kinderen. Vraag is: waartoe voedt men op?
3. Opgesteld zonder democratisch debat met de leerkrachten, leerlingen, onderwijsmensen
4. Houden geen rekening met het feit dat ontwikkeling grillig en complex is
5. De internationale testen houden geen rekening met culturele aspecten
a) Lokale prioriteiten
b) Veranderende waarden en normen
Trends (relativiteit van de ontwikkelingsmodellen)
Wie is Jean Piaget
- Een Zwitserse psycholoog (1869-1980)
- Cognitieve ontwikkeling bij kinderen (de verstandelijke ontwikkeling wordt in verschillende
fases opgedeeld)
Piaget kende een wisselende populariteit naar gelang de nieuwe psychologische inzichten. Er kwam
soms kritiek op zijn theorie:
- Het is een naturalistische theorie = hij baseert zich enkel op de natuur van de ontwikkeling
maar houdt geen rekening met culturele gegevens
- Het is louter beschrijvend (anekdotisch) en niet ontwikkeld in een laboratorium
De populariteit van Piaget schommelt:
- Jaren ’20-’30: zeer populair
- Jaren ’60-’70: vergeten door de opkomst van experimentele psychologie. Deze besteedt veel
aandacht aan kwantitatieve onderzoeksmethodes met grote populaties
- Na WO 2: terug meer aandacht voor zijn theorie
- Anno 2023: weer afname door de komt van de cognitieve psychologie die meer data willen en
meer aandacht voor de sociale contexr zoals Vygotsky (zone van de naaste ontwikkeling). Hij
heeft meer aandacht voor de interactie tussen kind en sociale wereld. Piaget daarentegen was
meer bezig met de interactie tussen kind en fysieke wereld
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ienesurmont. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.