100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Fysiologie & Anatomie Hoofdstuk 10: Voedsel en Spijsvertering €3,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Fysiologie & Anatomie Hoofdstuk 10: Voedsel en Spijsvertering

4 beoordelingen
 360 keer bekeken  8 keer verkocht

Samenvatting van hoofdstuk 10 uit het boek Fysiologie en Anatomie van IJ. Jüngen en is bedoeld voor HBO-V studenten. De samenvatting bevat een aantal leerdoelen die helpen bij het leren van het hoofdstuk over o.a. de slokdarm, maag, darmen en betrokken enzymen. Zo kun je nog beter leren voor je te...

[Meer zien]

Voorbeeld 5 van de 16  pagina's

  • Nee
  • H10
  • 1 juni 2017
  • 16
  • 2016/2017
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (57)

4  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: petralange • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: asal-ali-313 • 6 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: inezbeers • 6 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: soraya8911 • 7 jaar geleden

avatar-seller
Anne37
FYSIOLOGIE & ANATOMIE
HOOFDSTUK 10: VOEDSEL EN SPIJSVERTERING BLZ. 343 – 408

LEERDOELEN:
 Beschrijven van de organen in het lichaam die onderdeel uitmaken van het
spijsverteringsstelsel (mondholte, farynx, oesofagus, maag, dunne darm, dikke darm) en
beschrijft de werking en de relatie met de andere organen binnen dit stelsel.
 Beschrijven van de zes noodzakelijke voedingsstoffen (koolhydraten, eiwitten, lipiden, water,
mineralen, vitaminen) en beschrijft de relatie met het verkrijgen en behouden van een goede
stofwisseling waarbij gestreefd wordt naar homeostase.
10.1 – VOEDSEL EN STOFW ISSELING
 Anabolisme – opbouwstofwisseling
 Energie is nodig
 Katabolisme – afbraakstofwisseling
 Energie wordt vrijgemaakt
VOEDSEL EN ENERGIE (10.1.1)
 Biologische oxidatie: verbranding in levende cellen van voedingsstoffen
De vrijgekomen energie wordt in Joule (J) weergegeven
 Koolhydraten leveren de minste energie; vetten de meeste (ong. 2x zoveel als koolhydraten
ENZYMEN (10.1.2)
 Biokatalysatoren, die betrokken zijn bij een groot aantal chemische reacties binnen het
lichaam. Ze versnellen een chemische reactie waarbij ze zelf onveranderd uit de reactie
komen.
Kenmerk enzymen Beschrijving
Altijd eiwitten Hebben een eiwit-gedeelte en een niet-eiwitgedeelte = co-enzym
Pas bij koppeling co-enzym aan het eiwitgedeelte kan het enzym volledig
functioneren
Specifiek Ieder enzym kan maar 1 bepaalde reactie beïnvloeden
Werking is te vergelijken met slot-sleutelmechanisme: op iedere stof (slot)
past maar 1 enzym
Amylase splitst alleen amylum (zetmeel); pepsine alleen eiwitten
Substraat = omgezette stof
Active site = bindingsplaats op het enzym
Enzymsubstraatcomplex = binding van het substraat aan active site waarna
het substraat wordt omgezet en het enzym onveranderd blijft
Afhankelijkheid van Enzymactiviteit is afhankelijk van temperatuur: bij een hogere temperatuur
temperatuur neemt de activiteit toe tot aan een optimum (ong. 40°C)
Afhankelijkheid van Enzymactiviteit is afhankelijk van pH. De pH varieert heel sterk:
pH Mondholte: pH = 7
Maag: pH = 2
Darminhoud: pH = 7-8
De enzymen hebben een pH-optimum dat ongeveer gelijk is aan de pH van
het milieu waarin ze werkzaam zijn
NUCLEÏNEZUREN – DNA / RNA (10.1.3)
 Macromoleculen die tot nucleotiden verteerd worden door nucleasen
10.3 – KOOLHYDRATEN
Type koolhydraat Beschrijving
Monosachariden Enkelvoudige suikers die als molecuulformule C6H12O6 hebben
Worden direct uit het spijsverteringskanaal uit het bloed opgenomen in het
bloed  snelle suikers
Alleen glucose kan in alle lichaamscellen worden opgenomen; galactose en
fructose worden in de lever eerst omgezet in glucose
Dischariden Dubbele suikers die ontstaan uit een samenvoeging van 2 monosachariden
onder afsplitsing van H2O en C12H22O11 als molecuulformule hebben
Drie bekende disachariden:
- Maltose: ontstaat als tussenproduct bij vertering van zetmeel
Opgebouwd uit 2x glucose

Pagina 1 van 16

, - Sacharose: opgebouwd uit 1x glucose en 1x fructose
- Lactose: komt veel voor in (moeder) melk
Opgebouwd uit 1x glucose en 1x galactose
Worden door zijn eigen specifieke enzym gesplitst
Polysachariden Samengestelde suikers die bestaat uit moleculen die opgebouwd zijn uit een
zeer groot aantal eenheden glucose en (C6H10O5)n als molecuulformule
hebben
Belangrijkste polysachariden:
- Zetmeel (amylum)
Wordt in de mondholte gesplitst in kleinere ketens door amylase
- Glycogeen
Bevindt zich in de lever- en spiercellen
Insuline speelt rol bij vorming van glycogeen
sommige hormonen zijn antagonistisch op insuline en stimuleren de
omzetting van glycogeen in glucose
- Cellulose
hoofdbestanddeel van plantcelwanden die niet door het menselijk
lichaam verteert kan worden
Sommige polysachariden zijn soms uit mucopolysachariden:
- Eiwit
- Uronzuur
- Koolhydraat
Mucopolysachariden zijn een bestanddeel van bindweefsel, kraakbeen,
vaatwand en cornea
Voorbeeld is heparine

10.4 – EIW ITTEN
 Proteïnemoleculen die opgebouwd zijn uit een groot aantal aminozuren met een aminogroep
(-NH2)  belangrijkste stikstofbron voor de mens
 Positieve stikstofbalans: 3-5 g stikstof per dag is goed voor anabolisme en wondgenezing
 Peptidebinding: chemische binding tussen aminozuren
 Dipeptide: stof waarvan de moleculen zijn opgebouwd uit 2 aan elkaar
gekoppelde aminozuren
 Tripeptide: stof waarvan de moleculen zijn opgebouwd uit 3 aan elkaar
gekoppelde aminozuren
 Polypeptide: koppeling van veel aminozuren aan elkaar
AMINOZUREN (10.4.1)
20 verschillende aminozuren
8-10 essentiële aminozuren: aminozuren die door het lichaam niet zelf gemaakt kunnen
worden en moeten per se met het voedsel worden opgenomen
Niet-essentiële aminozuren: overige aminozuren die naar behoefte door het lichaam gemaakt
kunnen worden door een aminogroep over te brengen van het
ene molecuul naar het andere
Transaminasen: Enzymen die de reactie van niet-essentiële aminozuren
katalyseren. Ze ontbreken voor de essentiële aminozuren
Volwaardige eiwitten Eiwitten waarin alle essentiële aminozuren voorkomen
- Hoge biologische waarde:
als bij het volwaardige eiwit de essentiële aminozuren
voorkomen in een verhouding die ong. overeenkomst aan
de behoefte van het lichaam.
Voornamelijk zijn dit de dierlijke eiwitten
- Lage biologische waarde:
eiwitten waarbij de verhouding van de essentiële
aminozuren afwijkt van die lichaamseiwitten
EIW ITVERTERING (10.4.2)
 Splitsing van eiwitten begint in de maag → HCl ontvouwt de polypeptideketens zodat pepsine
erop in kan werken → pepsine knipt de ketens in kortere ketens → proteïnasen uit de
pancreas worden in de dunne darm toegevoegd → losse aminozuren worden uiteindelijk
gevormd en opgenomen in het bloed
 Na transaminering worden de aminozuren gebruikt voor aanmaak van lichaamseigen eiwitten
met de rest als energiebron
 Overtollige aminozuren worden in de lever omgezet in ureum dat door nieren wordt
uitgescheiden.

Pagina 2 van 16

,10.5 – LIPIDEN
 Niet-wateroplosbare verbindingen in het lichaam
TRIGLYCERIDEN (10.5. 1)
 Vetten en oliën in het voedsel die opgebouwd zijn uit 1 molecuul glycerol en 3 moleculen
vetzuren
 Ong. 35% zijn verzadigde vetzuren; 38% enkelvoudig onverzadigd; 27% meervoudig
onverzadigd.
 Onverzadigde vetzuren spelen rol bij cholesterolhuishouding
FUNCTIES TRIGLYCERIDEN
- Brandstof
- Reserve-energiebron
- Warmte-isolerend (onderhuidse vet)
- Elektrische isolatie (in de vorm van myelineschede)
- Steun aan sommige organen (nieren, oogkas achter oogbol)
- Oplosmiddel voor vitaminen A, D, E en K
VERTERING TRIGLYCERIDEN
 Vertering van triglyceriden gebeurt d.m.v. emulgeren. Dit wordt bereikt door werking van
galzouten die door de levercellen worden gemaakt en via de galafvoer in de darm komen.
O.i.v. lipase wordt het geëmulgeerde vet gesplitst in di- en monoglyceriden, glycerol en
vetzuren
 Wateroplosbare vetzuren en glycerol komen rechtstreek via vena portae in de bloedbaan
 Niet-wateroplosbare vetzuren (di- en mono) worden na fagocytose in darmepitheelceel
weer gerecombineerd tot triglyceriden en worden als chylomicronen (80% triglyceriden
met wat eiwit als detergens) via de lymfe en ductus thoacicus en de linker vena subclavia
vervoerd naar de bloedbaan
 Chylomicronen geven triglyceriden af aan de weefsels voor gebruik als brandstof of
voor opslag
 Vrije vetzuren
 Free fatty acids’s, FFA
 Losse vetzuren die in het bloed circuleren zonder te recombineren met glycerol tot
triglyceriden
 Zijn slecht in water oplosbaar waardoor ze voor transport aan een detergens (hier
albumine) gebonden worden.
 Lipoproteïnen
 VLDL: Very-Low-Density-lipoproteïnen
Bevatten weinig vet en meer eiwit
Vervoeren vooral het in de lever uit glucose gesynthetiseerde triglyceride
 LDL: Low-Density-lipoproteïnen
Bevatten veel eiwitten en worden in de lever gemaakt
Vrije cholesterol is hieraan gebonden
 HDL: High-Density-lipoproteïnen
Bevatten veel eiwitten en worden in de lever gemaakt
Bevat restdelen van plasmacholesterol dat het cholesterol uit allerlei
complexen (ook LDL) op.
Kunnen gemakkelijk het endotheel passeren
Brengt het overtollige cholesterol naar de lever
Bijdrage van HDL-cholesterol hangt af van de verhouding verzadigd en
onverzadigd vet in het voedsel
FOSFOLIPIDEN (10.5.2)
 Bevatten naast glycerol en vetzuren ook nog fosfaat en stikstofhoudende verbinding waardoor
het molecuul een lading krijgt.
 Als fosfolipiden in contact worden gebracht met water, gaan de moleculen zich in een
dubbele laag herschikken: vetzuurstaarten wijzen naar elkaar toe en de geladen delen
wijzen naar buiten → dubbele fosfolipidelaag zoals in het celmembraan waar het fungeert
als een vetachtige scheiding tussen extra- en intracellulaire milieu




Pagina 3 van 16

,STEROLEN (10.5.3)
 Sterolen – steroïden – die een groep van stoffen vormen waarvan de moleculen zijn afgeleid
van cholesterol:
 Galzouten
 Geslachtshormonen
 Bijnierschorshormonen
 Cholesterol is een essentiële bouwstof voor het lichaam doordat het een bouwsteen van
celmembranen was
STOFWISSELING VAN CHOLESTEROL
 Endogene cholesterolsynthese: Door het lichaam zelf gemaakte cholesterol
 Synthese vnl. in de lever en darm
 Bij daling van de exogene aanvoer, stijgt de endogene synthese
 Exogene aanvoer: Door de voeding zelf opgenomen
10.6 – W ATER
FUNCTIES:
- Bouwstof
- Oplosmiddel
- Transportmiddel
- Warmteregelaar
10.7 – MINERALEN (ELEKTROLYTEN)
 Vormen een groep van anorganische stoffen
NATRIUM, KALIUM EN CHLORIDE
NATRIUM
 Komt vooral extracellulair voor
 Draagt bij aan handhaving van KOD tussen intra- en extracellulair vocht
 Speelt rol bij goede geleiding van zenuwimpulsen en voor contractie van spiervezels
(hartspier)
 Komt in voeding vnl. voor als NaCl
 Teveel aan NaCl kan leiden tot hypertensie
 Hyponatriëmie:
 Lage natriumspiegel in het bloed dat wordt veroorzaakt door o.a. langdurige/ernstige
diarree en braken
 Kan ook ontstaan bij gebruik van diuretica, ‘salt-losing’ nefritis en aldosterongebrek
 Sterke transpiratie, gevolgd door drinken van veel water zorgt ook voor een Na-tekort
 Hypernatriëmie
 Te hoge natriumspiegel door watervlies door overmatig zweten of verlies via de nier bij
diabetes insipidus en osmotische diurese bij hyperglykemie
 Komt minder vaak voor
 Acidosis kunnen ook leiden tot verhoogde natriumspiegel omdat de nieren extra H +-ionen
moeten lozen ten koste van Na.
KALIUM
 Komt vooral intracellulair voor
 Draagt bij aan handhaving van KOD tussen intra- en extracellulair vocht
 Speelt rol bij goede geleiding van zenuwimpulsen en voor contractie van spiervezels
(hartspier)
 Hypokaliëmie
 Te lage kaliumspiegel dat kan ontstaan door kaliumverlies via de darm of nieren bij
diarree en laxantiagebruik, bij gebruik van thiazide-diuretica, hyperaldosteronisme en
door overmatig gebruik van drop
 Kan ook ontstaan door instroom in de cel van K+-ionen in ruil voor een uitstroom van H+-
ionen bij een alkalose of bij toediening van insuline
 Veroorzaakt spierzwakte, krampen en spierpijn
 Verhoogt de kans op ritmestoornissen
 Hyperkaliëmie
 Te hoge kaliumspiegel dat het gevolg kan zijn van nierinsufficiëntie, gebruik van
geneesmiddelen of bij ziekte van Addison
 Kan ook ontstaan door uitstroom van K+-ionen bij hemolyse bij een metabole acidose,
hyperglykemie en insulinetekort
 Veroorzaakt spierzwakte en hartritmestoonissen
Pagina 4 van 16

, CALCIUM (10.7.2)
 Calciumbronnen
 Melk en melkproducten (75%)
 Groenten
 Graanproducten
 Peulvruchten
 Ca2+-ionen zijn belangrijk bij impulsoverdracht in synapsen en bij de impulsgeleiding
langs de zenuwbanen, (hart)spiercontractie, bloedstolling en hebben een rol als co-
enzymfactor bij veel enzymreacties
 Ionconcentratie wordt zoveel mogelijk constant gehouden door o.a. parathormoon en
vitamine D waarbij het skelet een rol als Ca-voorraad vervult: wanneer de Ca-spiegel
daalt in het bloed wordt de voorraad in het skelet aangesproken
 Relatie tussen Ca en P (fosfaat)
 Een hoge Ca-spiegel gaat gepaard met een laag P-gehalte en omgekeerd
 Hypocalciëmie
 Te hoge Ca-spiegel dat veroorzaakt kan worden door o.a. hyperparathyreoïdie en
tumoren met plekken in het skelet
 Veroorzaakt spierzwakte en verminderde prikkelbaarheid van zenuwen
 Hypocalciëmie
 Te lage Ca-spiegel dat o.a. kan voorkomen bij chronische nierinsufficiëntie (gestoorde vit.
D aanmaakt), ernstige darmaandoeningen met onvoldoende Ca-resorptie, gebruik van
corticosteroïden en vit. D-tekort door eenzijdig dieet en weinig zonlicht
 Veroorzaakt overgevoeligheid van zenuwstelsel met epileptische insulten, paresthesieën,
spierkrampen en mobilisatie van Ca uit de botten
FOSFAAT – P-VERBINDINGEN (10.7.3)
 Fosfaatbronnen:
 Melkproducten
 Brood
 Vlees
 Aardappelen
 Groenten
 Tekort aan fosfaat komt niet voor
 Functies:
 Wordt in het skelet en gebit samen met Ca vastgelegd als calciumfosfaat
 Is een bestanddeel van nucleïnezuren en fosfolipiden
 Is onderdeel van ATP
 Als buffer in de vorm van waterstoffosfaat bij het zuur-basenevenwicht
IJZER – FE (10.7.4)
 Opname op 2 manieren:
1) Heemijzer, voorkomend in dierlijke producten
2) Non-heemijzer dat in de meeste voedingsmiddelen aanwezig is
 Alleen de Fe2+ (ferrovorm) wordt opgenomen zodat het kan worden omgezet
 Belangrijk onderdeel van hemoglobine
 Is een bouwsteen voor veel cytochromen (enzymsystemen) die betrokken zijn bij
oxidatieprocessen en bij ontgiftingsreacties
MAGNESIUM – MG (10.7.5)
 Magnesiumbronnen
 Graanproducten
 Groenten
 Melkproducten
 Ong. 60% Mg zit in het skelet en gebit
 Is betrokken bij energieoverdracht (i.c.m. ATP) en de prikkelbaarheid van het zenuwstelsel
 Magnesiumdeficiëntie kan ontstaan door gastro-intestinale aandoeningen gepaard met fecaal
vetverlies en een sterke excretie door de nieren
 Veroorzaakt slaperigheid, braken en spierkrampen
JOOD – I (10.7.6)
 Belangrijk bestanddeel van schildklierhormonen T3 en T4
 Voornaamste bron is zeevis




Pagina 5 van 16

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Anne37. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67096 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,99  8x  verkocht
  • (4)
  Kopen