De uitgangspunten van een goede les
1. De leraar bezit kennis van de ontwikkeling van leerlingen, hun behoeften
(zowel leerbehoeften als behoeften op sociaal-emotioneel vlak), leertheorieën,
de strategieën die impact hebben op de leerresultaten, de breinfuncties, de
vak inhoud en de vakdidactiek.
2. De leraar kan die kennis in diverse situaties flexibel toepassen.
3. De leraar kan, door te reflecteren op het effect van zijn gedrag, zijn aanpak
aanpassen en creatief omgaan met die kennis. Reflectie houdt in dat de leraar
nadenkt over de interactie tussen zichzelf en de ander: wat roep ik op bij een
leerling, is dat gewenst en bereik ik daarmee mijn doelen?
4. Het resultaat van de goede les is dat leerlingen in een positieve sfeer hebben
geleerd. Het gedrag van de leerlingen laat zien hoe effectief de leraar is.
1.2 de indeling in zes rollen
1. De gastheer
2. De presentator
3. De didacticus
4. De pedagoog
5. De afsluiter
6. De coach
1.3 De leerlijn van de leraar
Niveau 1: lerend (de vijf rollen van de leraar)
De leraar is in het begin met name gefocust op zijn leiderschap en op het feit of hij
contact kan maken en een relatie kan opbouwen met de groep, van waaruit hij de
groep kan aansturen. Kortom: hij is ik-gericht, vooral met de theorie en zichzelf bezig.
Niveau 2: bekwaam
De leraar wil verdiepen, meer bereiken, en ervaart dat hij meer uit de interactie wil
halen en de leerstof op een andere manier wil aanbieden om meer rendement te
behalen. De leraar is de leerlingen gaandeweg meer gaan begrijpen en herkent dat
ze ook andere behoeftes hebben. Hij is toe aan het volgende niveau. – rol van de
didacticus
Niveau 3: gevorderd
De leraar komt op het niveau dat individuele verschillen tussen leerlingen
waarneemt. De leraar op dit niveau kan op een effectievere manier omgaan met
deze verschillen. – rol van de didacticus.
De leraar ontwikkelt zich van ik-gericht naar wij-gericht naar jullie-gericht.
Niveau 4: excellent (de zesde rol, de coach)
Het doel is dat leerlingen uiteindelijk zelfregulerend zijn in hun leerproces; ze zijn niet
meer afhankelijk van hun leraar.
Op dit niveau leert de leraar de leerlingen stapsgewijs meer zelfstandig leren werken.
, Het onderwijs is niet meer ik-gericht, wij- gericht of jullie-gericht, maar jij-gericht.
Leervaardigheden
Om tot zelfregulatie te komen is het belangrijk dat leerlingen leesvaardigheden
bezitten en toepassen. Deze leervaardigheden zijn in te delen in drie typen:
Cognitieve vaardigheden = hierbij gaat het om de manieren waarop de
leerling informatie opneemt, verwerkt en weergeeft. De leer-en
aanpakstrategieën maken hier deel van uit.
Metacognitieve vaardigheden = deze zorgen ervoor dat de leerling leert
leren en zelfstandig zijn leerproces vorm kan geven. Hij leert het geleerde te
borgen door een doel te stellen en in de weg daarnaartoe verschillende
stappen te zetten, zoals ene planning maken, zichzelf toetsen en na afloop
reflecteren enz.
Affectieve vaardigheden = deze scheppen de voorwaarden om te kunnen
leren. Het gaat dan bijvoorbeeld om jezelf kunnen motiveren, ervoor zorgen
dat je voldoende zelfvertrouwen hebt, je kunnen concentreren, je emoties
onder controle hebben enzovoort. Aanvullen zijn ook de sociaal-emotionele
vaardigheden belangrijk; de leerling leert immers vaak in interactie en
samenwerking met leerlingen.
Zone van naaste ontwikkeling (Lev Vygotski)
Om ervoor te zorgen dat leerlingen leren en zich ontwikkelen, is het belangrijk hun op
het juiste moment niet te weinig, maar ook niet te veel uitdaging te bieden.
De zone van naaste ontwikkeling is het verschil tussen wat iemand zonder hulp en
met hulp kan.
Wil je iemand laten leren, dan moet je aansluiten bij zijn zone van naaste
ontwikkeling: dat wat iemand nog net niet zonder hulp kan. Zo stimuleer je het leren
en neem je niet te grote stappen.
Hoofdstuk 2: wat weten we uit onderzoek
2.1 groepsvorming
Bij de start van het schooljaar willen leerlingen die in deze fase van groepsvorming zitten:
Bij de groep horen;
Invloed hebben;
Persoonlijk contact hebben.
De groep ontwikkelt zich volgens een vast patroon:
Forming: kennismaking met andere leden van de groep (wie is wie?) en oriëntatie op
omgeving en context (hoe werkt het hier?).
Storming: strijd om invloed/ macht, verkrijgen van leiderspositie.
Norming: bepalen van gemeenschappelijke normen over wat wel en niet gewenst is.
Performing: langere periode van rust en plezierige samenwerking.
Adjourning: groepsleden nemen afscheid van elkaar.
2.1.4 factoren die groepsvorming verstoren
In de praktijk zijn er veel factoren die groepsvorming kunnen beïnvloeden. Het gaat onder
andere om de volgende situaties:
- Er komt een nieuwe leerling in de klas.
- Er gaat een leerling naar een andere klas.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper athinachimezie123. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,19. Je zit daarna nergens aan vast.