Training heeft twee hoofddoelstellingen:
a. Verkrijgen en/of onderhouden van een bepaalde gezondheidstoestand of fitheid (gezondheidsgerelateerde
fitheid);
b. Voorbereiding op sportieve (top)prestaties (prestatiegerelateerde fitheid).
Training = het regelmatig en systematisch toedienen van een in omvang en intensiteit toenemende belasting,
met als doel het prestatievermogen te laten toenemen. Het belangrijkste uitgangspunt in de trainingsleer is dat
het menselijk lichaam adapteert, ofwel zich verweert tegen, dan wel aanpast aan iedere verstoring van de
interne evenwichtstoestand (homeostase). Het maximale prestatievermogen is dus gerelateerd aan de
belasting die zorgt voor een nog net te tolereren verstoring van de homeostase; wanneer de homeostase
herhaaldelijk wordt verstoord, zal het lichaam proberen zich door structurele aanpassingen hiertegen te
beschermen = adaptatie of trainingseffecten waardoor er sprake is van een toename van het
prestatievermogen.
Adaptatie
De aanpassingen kunnen zowel een snel en tijdelijk, als langzaam en blijvend karakter hebben±
a. Snelle aanpassingen = centraal zenuwstelsel (met enige vertraging het neurohormonale systeem)
b. Herhaald optreden van tijdelijke aanpassingen gedurende langere tijd = zet lichaam aan tot meer
permanente aanpassingen, mits aan het lichaam dezelfde hoge of hogere belasting wordt gevraagd (=
progressieve belasting)
Om adaptatie te bewerkstelligen moet rekening gehouden worden met
a. Specificiteit
b. Reversibiliteit
c. Optimale belasting (overloadprincipe)
d. Verminderde meeropbrengst
e. Supercompensatie
f. Overtraining
g. Individualiteit
a. Specificiteit
De veranderingen die plaatsvinden zijn stimulusspecifiek: een bepaalde activiteit kan zorgen voor een
verandering in één bepaald weefsel.
b. Reversibiliteit
Als er wordt gestopt gaan de opgebouwde trainingseffecten gedeeltelijk of volledig verloren. De snelheid van
reversibiliteit hangt af van de: mate van getraindheid, hoe lang de trainingsperiode heeft geduurd, hoe lang
geleden er is gestopt en het trainingseffect.
VO2max gaat snel achteruit: 1 week bedrust = 6-7% afname; 3 weken bedrust = 27% afname.
Spierkrachtafname: 2 weken bedrust = 10% afname totale spiermassa
c. Optimale belasting
Te lage of te hoge belasting is niet goed; er moet een optimale trainingsbelasting zijn. Dit kan worden bepaald
aan de hand van het huidige niveau, voorgeschiedenis en mogelijke beperkingen van de patiënt.
d. Verminderde meeropbrengst
Hoe meer iemand traint, hoe minder groot de relatieve en absolute toenames zijn. Dan wordt er vooral
getraind op het behoud van het niveau.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Meikecvs. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.