Bloeddruk en raassysteem
Bloeddruk
De systolische bloeddruk is het moment wanneer de druk in het hart het hoogst is. De diastolische
bloeddruk is het moment wanneer de druk in het hart het laagst is. De gemiddelde bloeddruk noem
je de ‘mean arterial pressure’. De hartcyclus bestaat 33% uit systole en 66% uit diastole. Hoe verder
je van het hart afgaat, hoe lager de bloeddruk is.
De grote bloedsomloop heet ook wel de systemische circulatie. De bloeddruk van dit systeem heet
de systemische arteriële bloeddruk.
Een optimale bloedruk heeft een RR 120/80 mmHg.
Een te hoge bloeddruk, hypertensie, heeft een RR 140/90 mmHg.
Een te lage bloeddruk, hypotensie heeft een RR 90/60 mmHg.
De bloeddruk is het resultaat van de perifere weerstand en de cardiac output/ HMV Hart minuut
Volume. De perifere weerstand hangt af van de diameter van de bloedvaten. De cardiac output hangt
af van de hartslag frequentie en het slagvolume. Het slagvolume is te berekenen met het volume
voor, eind diastolische volume, en het volume na, eind systolische volume.
Vaatverwijding heet ook wel vasodilatie. Vaatvernauwing heet ook wel vasoconstrictie. Dit gebeurt
grotendeels door het vegetatieve zenuwstelsel. Toegenomen prikkeling in het orthosympatisch deel
van het vegetatieve zenuwstelsel leidt overwegend tot vasoconstrictie.
Bloeddruk RAAS hypertensie
Bloeddruk wordt aangegeven met RR. In het lichaam zijn 3 systemen die ervoor kunnen zorgen dat je
bloeddruk hoger wordt:
1. Neuraal: zenuwstelsel en bloedvaten. Dit wordt gedaan met behulp van baroreceptoren. De
prikkeltoestand in het (ortho) sympathische deel van het zenuwstelsel wordt verhoogd. Dit
leidt tot vasoconstrictie en een hogere hartfrequentie.
2. Hormonaal: hersenen. Via de hypothalamus wordt de hypofyse aangezet tot de productie
van ADH (anti diuretisch hormoon). Dit zorgt dat je meer vocht vasthoudt waardoor het
bloedvolume stijgt wat leidt tot een stijging van het eind diastolisch volume stijgt.
3. Nieren. In de kleine bloedvaatjes richting je nieren (afferente arteriolen) zitten
baroreceptoren. Door een verminderende bloeddruk zal er meer vocht naar buiten worden
geperst. Hierdoor wordt er minder voorurine aangemaakt. Beide onderdelen zorgen voor de
aanmaak van renine.
RAAS staat voor renine-angiotensine I-aldosteron systeem. Het is een complex systeem waarmee het
lichaam de bloeddruk en de hoeveelheid circulerend vocht en elektrolyten regelt (bloeddruk
verhogend).
Renine zet angiotensinogeen om in angiotensinogeen I. Angiotensinogeen I wordt omgezet in
angiotensine II door het stofje ACE. Angiotensine II heeft 3 functies:
1. Vasoconstrictie.
2. Uitscheiding van aldosteron. Aldosteron haalt natrium terug uit de voorurine waardoor er
meer natrium in je lichaam blijft. Door osmose gaat water terug het lichaam in. Hiermee
stijgt het bloedvolume.
3. Dorsprikkel.
,Om een hoge bloeddruk naar beneden te krijgen, is er
maar 1 route, via natriuretische peptiden (zoals astriaal
natriuretische peptide). Als er door een hoge bloeddruk
meer rek staat op het hart, rekken de volume
receptoren uit waardoor ANP (artriaal natrium uretische
peptiden) wordt afgegeven.
Hierdoor wordt er extra natrium uitgeplast. Je
lichaam verliest hierdoor ook water waardoor
het bloedvolume daalt en de bloeddruk
afneemt.
Daarnaast onderdrukt ANP ook het dorstgevoel, Figuur 1 Bron Bloeddruk, RAAS en hypertensie. (2018, 7
waardoor je minder gaat drinken. augustus). [Video]. Youtube. Geraadpleegd op 23
Daarnaast remt ANP de afgifte van ADH en augustus 2023, van https://www.youtube.com/watch?
v=UzVMfhJEvpc
aldosteron.
Ook zorgt ANP voor vasodilatatie.
Een te hoge bloeddruk is 90% van de gevallen een essentiële hypertensie (primaire/ idiopathische
hypertensie). Dit komt door een opstapeling van risicofactoren. De belangrijkste behandeling is
hiervoor het veranderen van leefstijl. Daarnaast kan medicijnen, antihypertensiva, helpen met een
hoge bloeddruk. Antihypertensiva kan bestaan uit ACE-remmer, angiotensine II antagonisten,
diuretica (zorgen voor meer urineproductie), ADH remmers en beta-blokkers (tegen sympathicus).
Kanaalblokkers en alfa-adreno remmen vasoconstrictie.
Risicofactoren
Cardiovasculaire risicofactoren zijn:
Roken
Ongezond voedingspatroon
BMI
Diabetes mellitus type 2
Gestoord lipidenspectrum (hypercholesterolemie en hyperlipidemie)
Overmatig alcoholgebruik
Lichamelijk inactiviteit
Gebrek aan sociale steun
Psychische factoren
Niet beïnvloedbare factoren:
Genetische predispositie
Geslacht
Leeftijd
Hartfalen en decompensatio cordis
Hartfalen
Als het hart verzwakt is en het systeem niet meer in staat is het verminderd functioneren van het
hart te compenseren, spreken we van hartfalen of decompensatio cordis.
Wanneer de decompensatie wordt veroorzaakt doordat het hart niet goed meer kan samentrekken,
wordt dit systolische disfunctie. Wanneer de decompensatie wordt veroorzaakt doordat het hart niet
, goed meer kan ontspannen en vullen met bloed, noemen we dit diastolische disfunctie. Welk deel
van het hart is aangedaan, wordt aangegeven met linksdecompensatie en rechtsdecompensatie.
Bij linksdecompensatie wordt er minder aangezogen vanuit de longen en wordt er minder bloed
uitgepompt naar de rest van het lichaam. Dit veroorzaakt bloedophoping, stuwing, in de longen. Dit
zorgt voor een hogere druk in de bloedaders waardoor oedeem (ophoping van vocht) ontstaat.
Oedeem zorgt voor klachten als dyspnoe, kortademigheid, en orthopnoe, verergering van dyspnoe
als je gaat liggen. Deze klachten worden ook wel astma cardiale genoemd omdat ze lijken op de
klachten van astma. Door een verminderende pompfunctie van de linker ventrikel ontstaan
doorbloedingsstoornissen in de rest van het lichaam. Als reactie hierop schakelen de nieren het
RAAS-systeem in, wat leidt tot een toename van het vasthouden van vocht. Hierdoor stijgt het
bloedvolume en wordt de bloeddruk verhoogt. Op lange termijn wordt het hart door het grote
bloedvolume nog meer belast en zal de decompensatie verder toenemen.
Bij rechtsdecompensatie wordt het bloed minder goed aangezogen vanuit het lichaam en wordt er
minder bloed uitgepompt vanuit de longen. Dit zorgt voor stuwing in de aders van het hele lichaam.
Hierdoor zal ook oedeem ontstaan. Dit zakt met de zwaartekracht. Wanneer je bijvoorbeeld zit, zal
het leiden tot enkel-oedeem. Als je gaat liggen, kan al het vocht weer opgenomen worden in de
bloedbaan. Je nieren merken dit op en scheiden vocht uit. Het gevolg is dat je veel moet plassen, dit
wordt nycturie genoemd.
Decompensatio cordis kan worden veroorzaakt door:
Hartinfarct. Door een hartinfarct sterft een deel van de hartspier af. Dit wordt dan
littekenweefsel wat niet kan samentrekken. Dit zorgt voor systolische disfunctie.
Aandoeningen van de hartkleppen
Hartritmestoornissen
Hypertensie. Bij chronische hypertensie moet de linker ventrikel hard werken om tegen de
hoge druk op te pompen. De spiermassa zal hierdoor toenemen, hypertrofie. Dit zorgt voor
diastolische disfunctie en zal het ventrikel kleiner maken.
COPD. Bij COPD bestaat een hogere druk in de longarteriën. Dit heet pulmonale hypertensie.
Het rechter ventrikel moet hard werken en zal hypertrofiëren. Hierdoor zal weer diastolische
disfunctie optreden. De veranderingen in het rechter ventrikel noemen we een cor
pulmonale en dit leidt tot rechtsdecompensatie.
Cardiomyopathieën
Anemie
Nierinsufficiëntie
Medicijnen
Behandeling van hartfalen wordt gedaan door preventie, het behandelen van de oorzaak, adviezen
geven en medicatie.
De prognose wordt gedaan aan de hand van de ernst, oorzaak, leeftijd, comorbiditeit en progressie.
Oedeem
Oedeem kan verschillende oorzaken hebben:
1. Verhoogde veneuze hydrostatische druk. Hierbij is
de druk in de venen hoger waardoor het verschil
tussen de osmotische druk en hydrostatische druk
kleiner.