Bewegen en leerprocessen samenvatting.
Inleiding
Bijzondere van bewegen: alles begint vanaf 1 'stapje' als kind en wordt steeds complexer
ontwikkeld. Bewegen is voor mensen het eerste levensproces.
Soorten leren:
Motorisch leren: leren op het gebied van bewegen: lopen, springen, etc.
Cognitief leren: leren op het gebied van denken: sommen maken, dingen onthouden,
nadenken over bepaalde zaken, etc.
Sociaal-emotioneel leren: leren op het gebied van sociale en emotionele dingen:
boosheid beheersen, vrienden maken, rekening houden met anderen, etc.
Je kan leren op allerlei gebieden. Bij bewegen en leerprocessen gaat het over: leren op
allerlei gebieden, op alle leeftijden en in allerlei verschillende contexten.
Ervaren is belangrijk als het om leren gaat. David Kolb: je doet een ervaring op, je blikt
daarop terug (reflecteert), en haalt eruit wat belangrijk voor je is, je past het toe.
Iedereen beweegt anders. Dat heeft iedereen zichzelf aangeleerd.
Kolb heeft 4 fases van het leerproces verbonden met 4 leerstijlen. 1 leerstijl zit tussen 2 fases
in.
Experimenteren
Doener: leren door zich snel aan te passen in een nieuwe situatie. Kenmerken:
risico's nemen, plannen uitvoeren, experimenteren, makkelijke omgang, soms
ongeduldig.
o Concreet ervaren
Dromer: leren door gebruik te maken van verbeeldingskracht. Kenmerken: zien van
verschillende perspectieven, bedenken van nieuwe ideeën, geïnteresseerd in mensen
& emotionele aard
o Observeren
Denker: leren door gebruik te maken van slim verbinden van feitelijkheden.
Kenmerken: logisch redeneren, minder gericht op mensen, nauwkeurig en precies.
o Conceptualiseren
Beslisser: leren door actief een duidelijke keuze te maken. Kenmerken: ideeën
vertalen, praktisch, gericht op 1 oplossing en 1 probleem, liever iets alleen doen dan
samen.
o Experimenteren
OPA model
Wat is het aandeel van deze persoon in deze situatie?
Wat is het aandeel van de omgeving?
o Medestudenten, docenten, etc.
Wat is het aandeel van de activiteit?
o Iets wat je doet: leren, taken, sporten, etc.
Growth mindset: je wil jezelf graag verbeteren. Je gaat elke uitdaging aan
Fixed mindset: iets is vastgesteld. Je stopt daar met leren, je stopt daar met oefenen, etc.
, Mindset heeft te maken met je eigen basisbehoeften.
Competentie: behoefte om iets te kunnen.
Relatie: om waardering en erkenning te krijgen van anderen.
Autonomie: om er zelf invloed in uit te oefenen
In het brein wordt gebruik gemaakt van het geheugen, de wijze waarop het de informatie
verwerkt, opgeslagen en teruggehaald wordt.
Coping: de manier hoe iemand met stress omgaat.