Interventies bij gedrags- en opvoedingsproblemen orthopedagogiek
Inhoudsopgave
HC 1: Doelgroepen, interventies, modellen ambulante zorg..................................................................2
HC 2: Huislijk geweld, kindermishandeling en de meldcode, richtlijnen................................................9
Hoorcollege:.....................................................................................................................................11
HC 3: intensieve ambulante zorg: achtergronden, doelgroep, programmatheorieën, interventies,
richtlijnen.............................................................................................................................................17
Hoorcollege......................................................................................................................................26
HC 4: knelpunten in zorg voor gezinnen met meervoudige en complexe problemen, BIC, model,
vraag: kunnen wij helpen?....................................................................................................................32
Hoorcollege......................................................................................................................................33
HC 5: algemeen werkzame elementen (o.a. in de samenwerkingsrela) in de hulp aan gezinnen met
meervoudige en complexe problemen.................................................................................................40
Hoorcollege......................................................................................................................................40
HC 6: Specifieke werkzame elementen (o.a. inhoud en structuur van de hulp) van de hulp aan
gezinnen met mv en complexe problemen..........................................................................................45
Hoorcollege......................................................................................................................................45
HC 7: paradigms for practice with families in poverty: the conservative paradigm..............................53
Hoorcollege......................................................................................................................................53
HC 8: paradigms for practice with families in poverty: the strucutral paradigm and the pvoerty-aware
paradigm..............................................................................................................................................56
Hoorcollege:.....................................................................................................................................56
HC 9: developing family interventions from a poverty-aware perspective...........................................59
Hoorcollege......................................................................................................................................59
HC 10: case study: critical analysis from a poverty-aware perspective................................................60
Hc 11: inleiding zorg voor uithuisgeplaatste kinderen..........................................................................62
Hoorcollege......................................................................................................................................62
HC 12: residentiële hulp.......................................................................................................................67
Hoorcollege......................................................................................................................................67
HC 13: ervaringsdeskundige.................................................................................................................73
Hoorcollege......................................................................................................................................73
HC 14: pleegzorg...................................................................................................................................78
Hoorcollege......................................................................................................................................78
HC 15: alleenstaande minderjarige vluchtelingen – migratie, opvang en transitie...............................84
Hoorcollege......................................................................................................................................84
1
,HC 1: Doelgroepen, interventies, modellen ambulante
zorg
Dinsdag 13.09 van 9 tot 11. Jana Knot-Dickscheit
Geen literatuur
Het vak
In dit vak staan interventies bij gedrags- en opvoedingsproblemen centraal. Tijdens de cursus richten
we ons op de ontwikkeling van kennis en (professionele) vaardigheden. Wij geven inzicht in de
doelgroepen en orthopedagogische interventies in de verschillende werkvelden van de jeugdzorg:
ambulante zorg, pleegzorg en residentiële zorg. De richtlijnen voor de jeugdzorg en
jeugdbescherming komen aan de orde evenals de empirische en theoretisch gefundeerde modellen
die ten grondslag liggen aan interventies in de werkvelden van de jeugdhulp en jeugdbescherming. Je
leert onderzoek en perspectieven kritisch te analyseren; je begrijpt de diversiteit van kwetsbare
kinderen en gezinnen, hun behoeften en hun ervaringen in verschillende (sociaalculturele)
contexten. Je krijgt zicht op hoe hulpverleningssystemen en wetgeving en invloed hebben op
kwetsbare gezinnen en kinderen en leert hier kritisch op te reflecteren.
Ambulante zorg
- doelgroepen en verschijningsvormen
- Preventie en interventies
- Aannames en modellen
- Gebruik
Ambulante zorg – diverse verschijningsvormen en doelgroepen
Ambulant betekent iemand wordt niet opgenomen maar iemand gaat naar je instelling of jij gaat
naar het huis. Dit kan voorlichting tot intensieve vormen van zorgen. Ambulante zorg is dus heel erg
breed. Wat heeft een kind nodig in zijn context om goed te ontwikkelen, kern van de ambulante zorg.
- Voorlichting, advisering, training en therapie
- Individueel of groepsgewijs
- Vrijwillig of gedwongen
- In de thuissituatie of in gespecialiseerde settings
- Van licht tot intensief
- Ondersteuning van kind en/of opvoeder en/of gezin ter preventie van of interventie bij lichte
tot ernstige gedrags- en opvoedingsproblemen
- Ondersteuning van ouders gericht op:
• versterken pedagogische competenties/ opvoedvaardigheden zodat draagkracht
toeneemt; ouders is het vaak aangrijpend als het thuis niet goed gaat en dat er veel stres
veroorzaakt in de thuissituatie. Bedoeling om zo vroeg mogelijk in te grijpen en het netwerk
rond de familie ook te versterken.
• Problemen bij het opvoeden en opgroeien tijdig signaleren en praktische hulp of morele en
sociale steun aanbieden;
• Het sociale netwerk rondom kind en gezin versterken en een positief ondersteunend
opvoedklimaat bevorderen.”
2
, http://www.regionaalkompas.nl/zuid-holland-west/themas/opvoedingsondersteuning/wat-
is-opvoedingsondersteuning/
Preventie
Één van de uitgangspunten van de Nieuwe jeugdwet is: “Preventie en uitgaan van eigen
verantwoordelijkheid en eigen mogelijkheden van jeugdigen en hun ouders, met inzet van hun
sociale netwerk” (https://www.movisie.nl/artikel/transitie-jeugdzorg-overzicht) in onze zorg zijn
we ook gericht op preventie. En de eigen verantwoordelijkheden (is belangrijk komt later terug).
Representatief onderzoek onder wethouders en gemeentelijke directeuren (N=107) (Enquête van
RadarAdvies en Seinpost): ze wouden inzetten op preventie maar dat werkte niet helemaal.
“Zestig procent wil besparen via meer preventieve jeugdzorg, zodat minder kinderen afhankelijk zijn
van dure, specialistische zorg
Er is nog maar weinig onderzoek gedaan naar jeugdzorg preventie.
Begripsbepaling van preventie
“Preventie richt zich op het voorkomen van het ontstaan van problemen, het in goede banen leiden
van beginnende problematiek (direct indammen) en het voorkomen dat problemen weer terugkeren.
Je moet dus proactief bezig zijn. In het laatste geval wordt een preventieve interventie ingezet om te
voorkomen dat een jongere weer terugvalt in zijn of haar problematiek en weer aanspraak moet
maken op een jeugdhulptraject.” (NJI, 2021, p. 4)
“Prevention is by definition proactive. A central goal of prevention is to act now as a safeguard
against future consequences and to encourage a positive tomorrow.” (Ferrer-Wreder et al., 2004, p.
2)
Begripsbepaling (NJi, 2021, p.4)
- Universele preventie: richt zich op alle jeugdigen en hun opvoeders, bijvoorbeeld een
lesprogramma voor het aanleren van sociale, emotionele en morele kerncompetenties
voor een hele groep zonder groot onderscheid te maken. Preventieve interventie inzet om
problemen te voorkomen. Reclame’s tegen alcohol gebruik of gezonde levensstijl. Dat zijn
universele preventie programma’s. voordeel is dat ze heel goedkoop zijn want je doet het
met een grote doelgroep en je hoeft in principe weinig te doen. Een ander voordeel je bent
niet stigmatiserend bezig. Een nadeel omdat ze zo breed zijn dat het soms die kinderen die
het het hardste nodig hebben onvoldoende intensief is.
- Selectieve preventie: richt zich op groepen jeugdigen en opvoeders met een verhoogd risico
op problemen, bijvoorbeeld een online groepscursus voor jongeren met een ouder die
psychische of verslavingsproblemen heeft. waar zijn groepen waar bepaalde
risicofactoren aanwezig zijn. Kans is aanwezig op lange termijn als we hier geen preventie
starten. Voorbeeld als ouders psychisch ziek zijn is de kans dat kinderen psychisch ziek
worden enorm verhoogd. Deze kinderen hebben dus preventie nodig. Voordeel is op basis
van kennis die je hebt dat iets risicovol is je grijpt in voor het probleem er is. nadeel is dat het
erg stigmatiserend is want het kan ook zijn dat die kinderen het niet nodig hebben en
uiteindelijk niet psychisch ziek worden. Is dat ethisch verantwoord?
- Geïndiceerde preventie: richt zich op individuele jeugdigen en opvoeders met een verhoogd
risico op problemen en jeugdigen en opvoeders met een beginnend probleem, bijvoorbeeld
een cognitief-gedragstherapeutische interventie voor kinderen en jongeren met een negatief
3
, zelfbeeld waar al heel duidelijke signalen aanwezig zijn. En beginnende problemen al
gesignaleerd zijn.
Toename van graad aan specificiteit van de preventie maatregelen tussen de 3 preventies.
Geïndiceerde programma’s zijn vaak kosten intensiever omdat er selectief keuzes moet worden
gemaakt goed opgeleid zijn.
Soms vind je onderscheid in oude literatuur in lineaire, secundaire en tertiaire preventie maar dat is
tegenwoordig van de baan.
Maar in hoeverre werken preventie programma’s?
Werkt preventie en wat zijn werkzame principes (NJi, 2021, p.16-17)
- Preventie kan effectief zijn in het verminderen van opvoed- en opgroeiproblemen
voorzichtig geformuleerd. Programma’s waarbij wij denken dat ze effectief zijn, zijn
gebaseerd op onderzoeken uit Amerika en Engeland maar we weten niet hoe effectief ze in
Nederlandse context zijn. Roken kan goed vastgesteld worden of het geholpen heeft. Maar
bij seksuele voorlichting is dat moeilijker.
- Kosteneffectiviteit: aanwijzingen dat het investeren in preventie kan lonen zowel vanuit het
perspectief van de jeugdzorg en de samenleving als geheel. Vooral preventie gericht op vroeg
ingrijpen. universele programma’s zijn niet duur. Effect van preventie kun je verhogen als
je nadenkt over doelgroep, dat je niet op een risicofactor richt maar verbredend kijkt. Met
wie loont het goed samen te werken in het jeugdzorg veld. En dat hulpverleners goed
opgeleid zijn.
- Kleine effecten van preventieve interventies, maar doordat deze interventies vaak weinig
intensief en goedkoop zijn en een groot en langdurig bereik hebben, kan het juist interessant
zijn om hierin te investeren.
- Preventieve interventies hebben regelmatig een domein overstijgend effect en leveren ze
daarmee ook kostenbesparingen over meerdere domeinen.
- In NL nog weinig onderzoek naar (kosten)effectiviteit en aantal bewezen effectieve
jeugdinterventies gericht op preventie is in Nederland beperkt.
- Oorzaken beperkte (kosten)effectiviteit: interventies bestaan uit losse projecten, richten op
een klein onderdeel van de leefwereld van de doelgroep.
- Een doelgerichte, integrale, gecoördineerde en langdurige aanpak vergroot de impact van
preventie.
- Een preventieve aanpak werkt het beste wanneer gebruik wordt gemaakt van een
combinatie van interventies die zich richten op meerdere risico- en beschermende factoren
en wanneer er sprake is van een sterke samenwerking tussen partijen in verschillende
domeinen.
- Daarnaast vraagt een preventieve aanpak om de inzet van bewezen effectieve interventies
en het gebruik van data- en sturingsinformatie om de ontwikkeling van de doelgroep te
monitoren.
Knelpunten bij preventie (b.v. K. Bakker, M. pannebakker, & J. Snijders (red., 1999); (Orobio de
Castro, et al., 2008)
- Gezinnen van kinderen met de sterkste cumulatie(opeenhoping) van risicofactoren lijken de
minste hulp te krijgen, doordat:
-zij deze niet zoeken
4