Commercie II
Boek: Grondslagen van de marketing H1 t/m 8 & werkboek
Tweede week online opdracht niet gemaakt is geen cijfer voor tentamen!
Tentamen is 60 MC vragen
Studiewijzer staat op BB
Week 8 is consultingles afspraak maken.
Week 1: Wat is marketing?
Marketing: de op markt afgestemde ontwikkeling, prijsbepaling en promotie en distributie
van producten, diensten en ideeën en alle activiteiten die de klanten toegevoegde waarde
bieden. Deze leiden systematisch tot ene hogere omzet of andere gewenste respons, een goede
reputatie van de organisatie en een duurzame relatie met de klant, waarbij alle partijen hun
doelstellingen bereiken.
Kenmerken:
1. De klanten toegevoegde waarde bieden/creëren
2. Door het creëren van toegevoegde waarde, een hogere marge en omzet realiseren.
3. Lange termijn relaties met de klant creëren.
Doelgroep: het deel van de markt waarop een bedrijf zich richt
4 P’s & 4 C’s
Product Customer solution: oplossing voor de consument
Prijs Cost to the customer: prijs-kwaliteit verhouding
Plaats Convenience: gemak voor de consument (Omnichannel!)
Promotie Communicatie: wederzijdse communicatie tussen organisatie en klant
De marketingmix
Marketingmix (ook wel 4 P’s genoemd)
- Uitgekiend product: naast het fysieke product, bepaalt ook kwaliteit, garantie,
verpakking, merkimago, assortiment en service welk merk iemand koopt.
Productstrategie: ontwikkelen nieuwe producten, verbeteren bestaande producten
en beslissingen om artikelen uit markt te nemen.
- Juiste distributiekanalen (plaats): de manier waarop het bedrijf het product in handen
van de kopers krijgt.
- Gunstige prijs
- Effectieve promotiecampagnes: hoe het bedrijf met de markt communiceert en
verkoop bevorderd.
Als een van deze factoren niet klopt, wordt het product niet goed verkocht, waardoor het
bedrijf de omzet- en winstdoelstellingen die in het marketingplan staan, niet haalt. Ook blijft
de doelgroep zitten met onbevredigde wensen en behoeften.
,Ruilproces tussen koper en verkoper
Een moderne organisatie is bewust van het feit dat hij waarde moet creëren voor de klant!
Nadat bedrijf de markt heeft opgesplitst in marktsegmenten, kiest het hieruit een of meerdere
doelgroepen. Bij deze groepen probeert het een ruilproces tot stand te brengen waarbij de
betrokken partijen iets van waarde uitwisselen om op elkaars behoeften in te spelen. Deze
ruiltransactie ligt ten grondslag aan alle marketingactiviteiten. Bedrijven maken een
marketingbeleid om ruil te stimuleren. Ruilobjecten zijn waardevol. Ruil is een
‘waardescheppend’ proces: beide partijen in de relatie ontvangen iets van waarde in ruil voor
wat ze zelf opgeven en gaan er, omdat op hun behoefte wordt ingespeeld, op vooruit.
Commerciële economie
Non profit organisatie valt niet onder commerciële economie (geen winst), maar moeten
kostendekkend werken. Heeft dus wel inkomsten (subsidie etc.) maar heeft geen marge en
geen winst. Moet dit kunnen aantonen aan de accountant.
- Ontstaan rond 1950
- Algemene economische benadering kent een te rationele benadering van de klant.
- Houding en gedrag van de consument interessant voor commercieel denkenden
- Wensen en behoeften van de klant centraal.
- Klantgericht te werk gaan kan leiden tot een hogere verkregen marktaandeel.
Het verliezen van een bestaande klant neemt heel veel kosten met zich mee, want
het werven van een nieuwe klant is duurder dan het behouden van een bestaande
klant! Denk aan promotiekosten, gesprekken met de nieuwe klanten kost ook tijd, het
geven van kortingen om ze aan je te binden etc. Tevreden klanten/loyale klanten
geven ook mond-tot-mond reclame.
- Concurrentie voorblijven
Algemene economie: leer van keuzehandelingen, we bestuderen vraagstukken van de mens in
zijn streven naar welzijn. Heeft twee invalshoeken: macro- en micro.
Bedrijfseconomie: houdt zich bezig met economische aspecten van activiteiten binnen een
bedrijfshuishouding en hun onderlinge samenhang.
Ruilhandel: bartering
Macro-omgeving = indirecte omgeving (inflatie, politiek, maatschappij, economie,
leeftijdsobouw etc).
Marketing bekijken op het niveau van de samenleving als een proces dat goed moet
functioneren om de economische doelstellingen van de maatschappij te realiseren. We zijn
,vooral geïntresseerd in het systeem van een maatschappij om bij de overdracht van goederen
en diensten (ruilprocessen) en schaarste middelen optimaal op de behoeften af te stemmen.
Meso-omgeving = direct omgeving (klanten, concurrenten, suppliers/leverancier, media).
Kan je het best analyseren in een bedrijfskolom: de reeks personen/organisaties die zijn
betrokken bij de productie, distributie en verbruik van producten en diensten. Mesomarketing
beperkt zich tot een bepaalde sector in de maatschappij.
De gezamelijke uitgevoerde marketingactiviteiten van bedrijven die actief zijn op dezelfde
markt. Ligt tussen maso- en micro in.
Micro-omgeving = interne organisatie (medewerkers, producten, diensten, processen,
projecten managers, alles wat binnen de organisatie ontwikkeld). Het individuele bedrijf, en
management ervan, staat centraal: marketingmanagement-benadering.
Marketing bekijken vanuit een bedrijf dat zelfstandig beslissingen neemt, ook wel
marketingmanagement: omvat de analyse, planning, implementatie en de voortdurende
evaluatie en beheersing van alle activiteiten die zijn gericht op het afstemmen van de
producten en diensten van een organisatie op de wensen en behoeften van potentiële klanten.
Bedrijfskolom: bestaat uit meerdere partijen (klant of bedrijf).
Bedrijfstak: bijv. groothandel (schakel)
Branche: sector (textiel, voeding, onderwijs, transport etc.)
Marketingmanagement is micromarketing.
De afdeling marketing houdt zich wel bezig met de verschillende omgevingsfactoren.
Als marketier analyseer je de omgeving (trends etc.), op basis hiervan maak je en plan voor
een nieuw product/dienst, daarbij hou je rekening met de wensen en behoeften van de klant.
Dit betekend in de praktijk het formuleren en uitvoeren van de 4 P’s.
STG: sustainable development goals.
3 R’s van voorraadmanagement: rente, ruimte risico
wil je minimaliseren! Dus wilt geen voorraden want dit kost geld.
Productiegericht bedrijf: richt zich op creëren van een zo efficiënt mogelijk productieproces
- Begin 20e eeuw: productieconcept meest voorkomende bedrijfsfilosofie
- Mechanisatie: door te focussen op mechaniseren en vergroten van de productie konden
ondernemers de kostprijs van hun producten sterk verlagen.
, - Kostprijs drukken, goedkoop aanbieden
Productgericht bedrijf: richt zich op het maken van een zo goed mogelijk product.
- Kwaliteitsverbetering: met het productconcept als marktbenadering werd
kwaliteitsverbetering het voornaamste doel.
- Goed product verkoopt zichzelf
Typische verkopersmarkt, waarop aanbieders of verkopers het voor het zeggen hadden.
Vraag was groter dan aanbod.
Verkoopgerichte benadering: doel is om te verkopen wat het maakt i.p.v. te maken wat de
markt wil.
Kopersmarkt: omdat het aanbod van producten/diensten groter werd dan de vraag, moesten
de aanbieders nu om de gunst van de kopers concurreren.
Marketing-gerichte benadering: maakt wat de klant wilt.
Houdt niet alleen rekening met consument maar ook met concurrentie en tussen-handel.
Hier krijg je feedback van de klant. Je bouwt aan de relatiemarketing en maakt nieuwe
producten. Hier maak je doelgroep-analyses. Oorzaak is gestegen koopkracht en concurrentie.
!
Het maatschappelijk marketingconcept houdt rekening met de verschillende beperkingen
in de markt/ de verschillende arbeidsmarkten. bijv. Brownies&Downies, Rituals (wilt
kinderarbeid verminderen), Tony’s Chocolonely (duurzame cacao). Ze richten zich op de
maatschappij en daarna pas op geld. Marketeers moeten evenwicht vinden tussen belangen
van consument, producent en de samenleving.
MVO: maatschappelijk verantwoord ondernemen; zij letten op het effect van de
activiteiten van hun bedrijf op mens en milieu, zonder dat dit wettelijk verplicht is.
Marketing 4.0: het denken vanuit het maatschappelijk marketingconcept, inspelend op de
toegenomen interactiviteit in en met de markt en het steeds grotere belang van sociale relaties
bij koopbeslissingen.
Transactiemarketing: je wilt verkoop stimuleren en vergroten van winst. Je gaat continu op
zoek naar nieuwe klanten.
- Korte termijnoriëntatie
- Voortdurend nieuwe kopers zoeken
- Voornamelijk eenmalige verkooptransacties