Alle hoorcollege aantekeningen van het vak: Meten en Diagnostiek 1.
Ik heb de hoorcolleges stuk voor stuk teruggeluisterd en helemaal uitgetypt, inclusief voorbeelden en afbeeldingen. Vooral de voorbeelden met uitleg zorgen voor veel verduidelijking van de stof.
Dit zorgde ervoor dat ik een 9,1...
- Diagnostiek = het door en door leren kennen van een situatie met als doel een passende
beslissing te kunnen nemen
- Focus vooral op psychodiagnostiek = onderzoek op het gebied van psychosociaal
functioneren → kijken naar problemen of vaardigheden van mensen, zodat we advies
kunnen geven (liefst in zo’n kort mogelijke tijd)
- Belangrijk dat je betrouwbare en valide beschrijving van psychosociale werkelijkheid
geeft (citoscore moet bijv. passen en iets zeggen over intelligentie van persoon)
- Daarmee kan je mogelijke verklaringen voor problemen geven en heb je dus wat aan een
testuitkomst
- Je kan ook de verklaringen toetsen (diagnostisch interview als je verwacht dat iemand
ADHD heeft bijv.)
- Dus die betrouwbare en valide beschrijving van psychosociale werkelijkheid → hier
willen we zo dicht mogelijk bij zitten
- Wetenschappelijke diagnostiek is:
• Idealiter herhaalbaar
• Nadert idealiter de werkelijkheid
Voorbeeld: kijk naar betrouwbaarheid van psychiatrische diagnoses → waarom nou
belangrijk dat we zo goed mogelijk weten met wat voor instrumenten we werken en dat we
dat ook consistent doen?
- Niet-gestandaardiseerde interviews en tests → tussen totaal geen samenhang en kans
niveau (0-50%), tussen mensen die interview/tests afnemen
- Gestandaardiseerde interviews en tests → nu naar boven kans niveau (60-70%) en niet
meer zo afhankelijk van wie de test afneemt (score nu beter overeen met werkelijkheid)
Diagnostiek als wetenschapsbedrijving
Wat is er moeilijk?
- Vaak complexe constructen in kaart te brengen (bijv. Wat is intelligentie? Wanneer is
iemand depressief?)
Voor experts al vaak moeilijke vraagstukken, dus al helemaal lastig om in kaart te
brengen met een vragenlijst
- Ook vaak beperkte tijd (kan kind bijv. niet 5 uur lang testen laten doen) → dus zo
efficiënt mogelijk doen
Twee belangrijke dingen waar iedereen in bepaalde mate last van heeft (dus ook moeilijk):
- Confirmation bias = neiging om nieuw bewijs te interpreteren als bevestiging van
bestaande overtuiging/theorie
→ Kijkt niet meer naar gehele situatie, maar naar bevestiging van je vermoede
- Beschikbaarheidsheuristiek = (over het voorkomen van stoornissen) neiging om te
focussen op alleen de symptomen die verband houden veel voorkomende aandoeningen
Zoals gezegd heeft iedereen er wel beetje last van: altijd een bepaald vooridee, maar wel
goed om open te blijven staan voor alternatieven
,- Diagnostische tests: wetenschappelijk verantwoorde, betrouwbare en objectieve
informatie omtrent diagnostisch beeld → beslissing
1. Probleemanalyse
2. Classificatie en diagnosestelling
3. Planning behandeling
4. Evaluatie van behandeling
5. Zelfkennis
6. Kennisvergaring wetenschappelijk onderzoek
- Belangrijkste vaardigheid van psycholoog/pedagoog is
1. Op de hoogte zijn van psychometrische waarde (wat is psychometrische waarde van
mijn test?) → Betrouwbaarheid, validiteit en handleiding
2. Op ethische manier (correct manier) instrumenten inzetten
- Casus Gert
Kind: laat druk en ongeconcentreerd gedrag zien
Huisarts verwijst door → specialistische GGZ
• Ouders vullen vragenlijsten in
• Vervolgens intake waarbij probleemgedrag in kaart wordt gebracht
Test: Kan impulsieve en hyperactieve gedrag van G. verklaard worden vanuit ADHD?
Testgebruik voor diagnostiek van gedragsproblemen
1. Doorverwijzing huisarts
2. Intake polikliniek ADHD
3. Psychologisch/pedagogisch onderzoek
4. Psychiatrisch onderzoek
- Gevaren van testgebruik
Soms hecht maatschappij te veel waarde aan tests → fijn/goed idee om iemands
mentale eigenschappen objectiveren (getal aan iemand geven)
MAAR… constant belangrijk dat psychometrische eigenschappen meegenomen worden!
• Meet een test wat deze beoogt te meten?
• Hoe en onder welke omstandigheden moet een test afgenomen worden?
→ Is er miss afleiding tijdens afnemen van test, die schatting beïnvloed
• Is een verkorte versie van een test (even) betrouwbaar?
• Hoe is de referentiegroep (normgroep: gemiddelde) bepaald?
→ Als alleen vwo’ers meeneemt in referentiegroep is dat geen goed gemiddelde IQ
van de samenleving: zal lijden tot overschatting
Al deze punten zijn van belang voor de kwaliteit van een instrument waar we ons druk
over maken en kunnen dus niet een grote beslissing maken op basis van één testafname
Moeten oppassen met objectiveren van iemands functioneren op basis van één IQ test
,• Meten en testen
- Test = gestandaardiseerde procedure voor het nemen van een steekproef van gedrag
(beschreven in categorieën of scores)
→ Daarmee kunnen we als het goed is iets zeggen over iemand functioneren
Voorbeeld: Intelligentietest → veel gebruikt, omdat we daarmee iets kunnen zeggen over
hoe goed iemand kan leren en uiteindelijk wat kunnen zeggen over studiesucces
Dus, doordat je een paar dingen van iemands gedrag meet met IQ test, wil je iets zeggen
over studiesucces
- Maar elke testscore bevat meetfouten…
Formule klassieke testtheorie: X = T + e
Test score X = daadwerkelijke score T + meetfout e
→ Wil invloed van meetfouten zo klein mogelijk houden, maar kan nooit helemaal
uitsluiten
Moeten dus psychometrische eigenschappen weten om hier rekening mee te houden
- Alle instrumenten bevatten dus meetfouten → redenen:
• Veel psychologische/pedagogische concepten zijn niet perfect gedefinieerd
• Vragen worden verkeerd gelezen/geïnterpreteerd
• Sociaal wenselijk antwoorden/context
• Handleiding niet precies gevolgd
• … (zijn er nog meer die later besproken worden)
Manieren om te zorgen dat testfouten zo klein mogelijk is → standaardisatie
- Standaardisatie → verschillende onderdelen die we zo gestandaardiseerd mogelijk doen,
met als uiteindelijk doel: predictie/voorspellen van gedrag dat je niet direct getest hebt,
maar wat wel relevant is en waardoor jij een betere beslissing kan nemen
1. Herhaalbaarheid
= Als gedrag gelijk blijft, zou steeds dezelfde score uit de test moeten komen
(Het te meten construct moet dus gelijk blijven → als depressief iemand in tussentijd
antidepressiva slikt, dan veranderen symptomen en moet wel andere score krijgen)
Hoe zien we die herhaalbaarheid in psychometrische eigenschappen?
Betrouwbaarheid (hoe consistent is een score op een vragenlijst?)
2. Volledigheid
Als je bijv. depressie in kaart wil brengen, moet je ook beseffen dat er 5 belangrijke
domeinen zijn → moet deze allemaal meenemen (dus alle 5 items meenemen in
vragenlijst en niet 5 items over alleen slaap)
, 3. Scores
= constructen uitdrukken in getal
Score in dit geval tussen 5-15 (laagste score: 5x1 en hoogste score 5x3)
Maar wat heb je aan dit getal? → Niet zo veel, dus moet dit gaan afzetten tegen
normen (score zegt iets over het daadwerkelijk aanwezig of afwezig zijn van
bepaalde problemen)
4. Interpretatie score
Kan op twee manieren een conclusie aan verbinden:
Vergelijking met afkapwaarde: elke score onder 10 duidt op problemen
Vergelijking met een normgroep (als je wat meer wil zeggen over hoe groot de
problemen zijn): deze persoon zit boven of onder de norm
5. Predictie non-test gedrag
Of testscore ook daadwerkelijk bepaald gedrag voorspelt buiten testafname
Hebben aan score dus classificatie gegeven en willen iets zeggen over dagelijks
functioneren (score zegt anders niks over hetgeen wat je in kaart wil brengen)
Voorbeeld: getal uit IQ-test is 160 → zegt dat daadwerkelijk iets over studiesucces?
• Testgebruik in Nederland
Stukje ethiek en waar kan je nog informatie vinden?
Twee belangrijke instanties: NIP en NVO
- Nederlands Instituut van Psychologen: www.psynip.nl
- Nederlandse Vereniging van Pedagogen en Onderwijskundigen www.nvo.nl
• Beroepsethiek → geven vooral veel advies wat nou manier is om met bepaalde
situaties om te gaan/ wanneer mag je info delen en wanneer niet?
• Kwaliteitsbewaking → zorgen dat wat jij doet in je dagelijkse praktijk, ook wel is wat
er werkelijk gedaan moet worden (dus dat de kwaliteit van je werk goed is)
Registraties
Opleidingen
COTAN (geven info over psychometrische eigenschappen van een instrument)
- Eisen gebruik instrument
Twee eisen:
1. Psychometrische criteria → COTAN
2. Ethisch gebruik → algemene standaard testgebruik (NIP/NVO)
Als je instrument hebt waarvan je weet dat het niet zo goed is, gebruik het dan niet!
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper emaass123. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,08. Je zit daarna nergens aan vast.