100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Hoorcolleges European Economic Integration €3,98
In winkelwagen

College aantekeningen

Hoorcolleges European Economic Integration

3 beoordelingen
 4 keer verkocht

Dit zijn de hoorcollege aantekeningen van het vak European Economic Integration. Inhoudelijk veranderd het vak nauwelijks, dus dit is te gebruiken voor meerdere jaren.

Voorbeeld 4 van de 42  pagina's

  • 10 juni 2017
  • 42
  • 2016/2017
  • College aantekeningen
  • Onbekend
  • Alle colleges
Alle documenten voor dit vak (4)

3  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: julianvanhattem • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: amysevink • 6 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: nicolasdebacquer • 7 jaar geleden

avatar-seller
leidenab123
Hoorcollege 1 Ontwikkeling van de Europese economische integratie

Aanloop tot de EEG (EG, EU)

Er was eerst de wederopbouw van de EU, na WO II. Dit kwam mede door de Marshall hulp (1947-
1951). Het belang was nu dat de landen moesten samenwerken op een bepaald niveau. De OESO
coördinatie dateert van 1947 en was bedoeld om de ontvangers van Marshall hulp samen te brengen
en hoe ze die hulp beter konden besteden.

Het Marshall Hulp omvatte vooral liquiditeitsoplossingen. Er was geen geld en de geld verschafte
liquiditeit middels het plan. Hierdoor konden markten integreren en samen groeien.

Europese BetalingsUnie (50-58). Deze volgt de liquiditeitswens van de Marshalhulp om de Unie op te
richten. Hierbinnen zijn er girale geldstromen.

In de EGKS was een van de 3 gemeenschappen die later de EU zijn geworden. Dit is
supragouvernmenteel, terwijl die OECD intergouvernementeel was. Bij deze wordt er een besluit
genomen en wordt uitgevoerd, autoriteit die gemaakt wordt en boven de nationale staten staan.
Kolen en staal waren gekozen omdat deze belangrijk zijn voor het maken van wapens en munitie.
Deze is in 2002 opgeheven, maar het was wel de eerste autoriteit had, die de prijs en hoeveelheid
van kolen en staal bepaalde.

Economische integratie

Economische theorie (hierbinnen zijn stappen, naarmate er meer samenwerking gepleegd wordt)

Vrijhandel (landen kunnen vrij handelen met elkaar en derden)  douane unie (hier zijn de landen
niet vrij om met 3e te spreken, het externe beleid wordt een gemeenschappelijk beleid, vb. EU)
gemeenschappelijke markt (je kijkt niet naar alleen het handelsverkeer tussen de gemeenschap en
het buitenland, maar ook kijken welke andere handelsbarrières zijn er binnen een economische regio
als er geen formele grens meer zijn, vb kwaliteitseisen producten, belastingregimes, er zijn veel
zonder dat er sprake is van binnengrenzen, landen moeten de regie deels uit handen geven m.b.t. De
eisen van producten bijv.)  Economische unie (in hoeverre verschillende belastingregimes er zijn
tussen landen, bijv inkomstenbelasting, winstbelasting of pensioenstelsels (belastingen erop)). 
Monetaire unie (alle landen hebben eenzelfde munteenheid).

Bij de EU was er meteen een douane-unie, dus die vrijhandel stap overgeslagen. We zijn nu volgens
mij bij de monetaire unie. De EU is geen economische unie, want landen zijn nog soeverein op een
heleboel elementen van het economische beleid (zoals belastingen, pensioenen etc).

De EU wordt via de monetaire unie gedwongen om een economische unie te worden.




1

,Verdrag van Rome

Verdrag in 1957 gesloten, door de begin 6. Het land dat hier ontbreekt is de UK. Engeland had dat
afgewezen om mee te beslissen, omdat ze voldoende had aan de OESO en OECD. Ze wilde
gouvernementeel samenwerken en geen supranationaal ding waar ze hun macht aan afstaan. Er zijn
4 vrijheden door dit verdrag binnen de Europese Economische Gemeenschap

1. Vrij verkeer van goederen
2. Vrij verkeer van diensten
3. Vrij verkeer van mensen
4. Vrij verkeer van kapitaal

Subsidiariteit is wat je nationaal kan regelen, regel je dan ook nationaal. De EU wil niet dat ze op elk
niveau een besluit moet nemen.

Het werkt vooral uit de douane-unie en de vrij verkeer van goederen. De rest werd niet echt op
gewerkt. Dus harmonisatie en wederzijde erkenning van technische standaarden + harmonisatie van
BTW.

Deze douane-unie werd gerealiseerd in 1969 (dus na 11 jaar). Waarbij er een gemeenschappelijk
handelsbeleid wordt gevormd m.b.t. Tarieven, douaneclassificaties en grensformaliteiten. Hierna
komt ook de nadruk op andere dingen zoals die wederzijde erkenning van technische standaarden +
harmonisatie van BTW.

Er werd aan 1 vrijheid vormgegeven, terwijl de aandacht in eerste instantie was op 3.

Verdrag van Maastricht

Hier werd er vastgesteld dat er gewerkt moest worden aan een eenheidsmunt (monetaire unie). Er
waren hierin 3 pijlers = economische samenwerking, gemeenschappelijk buitenlands &
veiligheidsbeleid en politionele & justitiële samenwerking .

Wij zullen zich richten op de eerste.

Verdrag van Lissabon

Eerst weggestemd door NL en FR, en dat verdrag is het opschonen van alle eerdere verdragen. In
2005 ging het mis omdat er een grondwet aanhangt.

Successen in de jaren 1970

1. In 1973 GB, DE, IR werden toegevoegd aan de EEG. UK wilde het niet omdat ze niks wilde
overgeven aan de supranationale entiteit van de EEG. UK verloor handel aan de EU, doordat
deze daalden. Er was sprake van handelsverlegging. De Fransen zeiden nee toen de UK weer
wilde terugkomen, omdat de Fransen meer integratie wilde hebben wat de Engelsen niet
wilde, zij wilde alleen vrijhandel.
2. Het VK zouden een netto betaler worden aan de Unie. Ze zouden substantieel bijdragen aan
het Europees budget en krijgen weinig ervoor terug, maar ze wilden wel dat dit zou
veranderen. Er werden begrotingsregels opgesteld met de uitbreiding van de EU, dus de
financiering systematiek. De EU moet een eigen middelen budget hebben, o.a. de tarieven.

2

, Wat er aan douanetarieven geïnd wordt, dan is dat Europees geld. Ellende is dat het kleiner
is geworden, omdat de tarieven lager werden. Dit was wel een belangrijke bron van
middelen geworden.

Vervolg begroting

De begroting werd in 1958 afgesproken, de UK zou een korting krijgen op de bijdrage die ze zouden
leveren aan de Europese begroting. Andere landen moeten dan een deel overnemen. Maar er waren
veel gesteggel over de netto bijdrage, omdat er landen zijn dat er nu landen zijn dat die teveel
moeten bijdragen. Deze landen hebben dus een korting op de korting gekregen. Dus landen betalen
wel Engelands’ korting, maar hebben dan weer hierop wat korting.

Een van de oplossingen om het jaarlijkse gesteggel wat in te dammen, is door een begroting van 7
jaar op te stellen.

• De begroting heeft een paar kenmerken, zoals niet het schuiven met posten. Bijv als er een
overschot is, dan mag het geen tekort ergens anders op de begroting opvangen.
• De begroting hoort in evenwicht te zijn. Als er een surplus is, dan valt dat terug aan de
landen.
• Geen macro-economisch beleid mogelijk. Landelijke begrotingen gaan soms tekorten
vertonen als er veel werkloosheid is. Dit kan in de EU niet. Dit is lastig, omdat de EU geen
economische unie is.

Successen in de jaren 80-90

In de jaren 80 is er de uitbreiding van SP, PT en GR. Deze landen hebben een andere economische
structuur en andere ontwikkeling hebben dan de andere landen op dat moment. Dit zijn relatief
arme landen. Ze hebben een andere soortige landbouw, dit was 80% v/d begroting van de EU. Deze
landen treden toe en zullen weinig ontvangen uit de begroting via de landbouwpost, want ze hebben
dat bijna niet. Dit verandert wel in de loop der jaren, maar een snellere oplossing is het regionaal
beleid aan te passen. Dit regionaal beleid begint midden jaren 80 stand te nemen.

Je ziet de uitbreiding van de unie een aanpassing van wat ze doet, hier regionaal beleid. Zij worden
toegelaten tot de EU, nadat ze een dictatuur hebben afgezet. Ze zijn nu democratisch geworden en
ze hadden nu een perspectief van de EU als ze ten minste de democratie behouden.

In 1995 de uitbreiding met AU, SW en FN. Dit was ongeveer na de Verdrag van Maastricht en de EEA.
Dit ging heel soepel want ze waren economisch sterk en hadden een vergelijkbare organisatie met de
huidige westerse EU landen.

Successen en mislukkingen in de jaren 00

Heel veel landen werden toegevoegd, vooral veel Oost-EU landen. Dit waren planeconomieën
geweest en hier moest dus meer ontwikkeling plaatsvinden. Dit is gedaan. Toen kwam Lissabon 2010
agenda, waarin je ziet dat de EU door alle successen oververhit raakt.

Grondwet 2005 ging mis door NL en FR. Je ziet dat er nu dingen mis gaan in de verdieping van de EU.




3

, Hoorcollege 2 Integratie van productmarkten

Vrij verkeer van goederen

Het handelsbeleid van de Unie wordt door de Raad van Ministers bepaald. Het is een
gemeenschapsbeleid.

In 1969: voltooiing douane-unie, dus een gemeenschappelijk buitentarief. Het had wel een paar jaar
geduurd dat landen hun gemeenschappelijk buitenlands beleid hadden vastgesteld.

Er kwamen later vrijhandelsverdragen met derden; toenemend aantal bilaterale overeenkomsten in
plaats van mondiale afspraken in WTO. Sinds 1995 zie je dat de EU bilaterale verdragen gaan sluiten
om het WTO om. Dit heeft te maken met het grootste machtsoverwicht in bilaterale
overeenkomsten dan in multilaterale overeenkomsten

Vervolg

Alle tarieven tussen de landen van de EU zijn afgeschaft; opheffen van non-tarifaire belemmeringen.
Eenmaal binnen de grenzen was de douane niet meer nodig.

Vervolgens zie je een aantal elementen ontstaan; in 1957 komt men met de douane-unie. Dan
ontstaan er een paar alternatieve handelsbarrières.

- Van Gend & Loos; introduceren nieuwe richtlijn van wat een product is. De heeft dat
voorgelegd aan het Hof. En die zei NL je mag dat niet doen want er is een gemeenschappelijk
handelsbeleid. Dus er mogen geen nieuwe importheffingen komen (direct effect).
- Je hebt ook het indirecte import eisen (effect). Equivalent effect als het voorgaande.



- Ook die Cassis de Dijon arrest bracht naar voren de wederzijdse erkenning van
productstandaarden. Binnen de EU doe je er beter aan om een gemeenschappelijke
productkwalificatie te hebben.


Vervolg 2

Het geeft stimulans aan positieve integratie (deze arresten). Je definieert gemeenschappelijk beleid.
Bij negatieve integratie verwijder je handelsbarrières.  Zie EUPP.

Voordelen van EI

Specialisatie & handel levert een hogere productie op

- Comparatief geeft het Schaalvoordelen, relatieve kosten voordelen en absolute kosten
voordelen




4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper leidenab123. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,98. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 68736 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,98  4x  verkocht
  • (3)
In winkelwagen
Toegevoegd