Inhoudsopgave
Inleiding Sport en Recht 1
1 Inleiding: regels in de sport 1
2 Verenigingsrecht 4
3 Aansprakelijkheid in de sport 9
4 Arbeidsovereenkomst 12
5 Intellectuele eigendom 16
6 Internationaal recht en sport 22
Collegeaantekeningen 25
Les 1 25
Les 2 27
Les 3 Contractenrecht 29
Les 4 - arbeidsrecht 32
Les 5 – Sociaal recht 34
Les 6 – intellectueel eigendomsrecht 37
Inleiding Sport en Recht
1 Inleiding: regels in de sport
1.1 Inleiding
In tegenstelling tot sommige andere landen heeft Nederland geen speciale sportwetgeving. De
voetbalwet zou als uitzondering gezien kunnen worden, maar die heeft niet alleen betrekking op de
sport. In Italië, België en Frankrijk is doping bijvoorbeeld strafbaar gesteld in de wet waardoor een
sporter naast dat hij geschorst wordt door de bond, hij ook nog strafrechtelijke vervolgd wordt.
Tabel 1.1
Voor de sport relevante rechtsgebieden
Privaatrecht Publiekrecht Publiekrecht Publiekrecht
Bestuursrecht Strafrecht Staatsrecht
Onderwerpen: Onderwerpen: Onderwerpen: Onderwerpen:
Arbeidsovereenkomsten Bouwvergunningen Mishandling Grondrechten
(vrijheid van
vereniging, verbod
op discriminatie).
Aansprakelijkheid Evenementenvergunningen
Verenigingsrecht Drank- en
(tuchtrecht valt horecavergunning
hieronder).
Verschil publiekrecht en privaatrecht
• Privaatrecht regelt de verhouding tussen burgers onderling
• Publiekrecht regelt de verhouding tussen de overheid en de burger. Het bestuursrecht,
strafrecht en staatsrecht vormen samen het publiekrecht.
Kenmerk van het privaatrecht is dat het met namen aanvullend c.q. regelend recht bevat
(voorbeeld: de leden benoemen het bestuur, maar er kan ook in de statuten worden opgenomen dat
dit buiten de leden omgaat), terwijl het publiekrecht met name dwingend recht bevat. Afwijken van
dwingend recht is niet toegestaan. Het is strafbaar om iemand te mishandelen en voor het bouwen
1
,van een clubgebouw is een bouwvergunning nodig, zonder vergunning is de bouw niet toegestaan
(dwingend).
Om te weten of er sprake van privaatrechtelijk of publiekrechtelijke situatie, moet de vraag
beantwoord worden: Kan ik als burger het ook doen? Is het antwoord op die vraag ‘ja’, dan is er
sprake van een privaatrechtelijke situatie.
1.3 Gerechtelijke procedures
• Privaatrechtelijke procedures:
o Eerste stap is de rechtbank of de kantonrechter (kantonrechter bij < € 25.000,
arbeid, huur en consumentenkoop) (1)
o Daarna is er hoger beroep mogelijk bij het gerechtshof (2) (tenzij de vordering lager
is dan € 1.750, dan is er geen hoger beroep mogelijk).
o Na het hoger beroep is het mogelijk om in cassatie te gaan bij de Hoge Raad (3). In
cassatie is het alleen mogelijk te klagen over verzuim van vormen of onjuiste
toepassing van het recht.
o Kort geding: in sommige gevallen neemt de procedure te veel tijd in beslag, denk aan
een staking, het bedrijf kan dan al failliet zijn voordat de rechter uitspraak heeft
kunnen doen. Voor spoedeisende gevallen is er de mogelijkheid om de zaak op korte
termijn voor de rechter te brengen door middel van een kort geding. De eiser is
verplicht zich door een advocaat te laten vertegenwoordigen, de gedaagde heeft die
verplichting niet.
o Uitvoerbaar bij voorraad: een vonnis kan niet direct ten uitvoer worden gelegd, het
moet eerst ‘kracht van gewijsde krijgen’. Kracht van gewijsde krijgt een vonnis pas
als de termijn voor het instellen van het rechtsmiddel is verstreken. De termijn voor
het instellen van hoger beroep is drie maanden. Na het vestrijken van die termijn
krijgt het vonnis kracht van gewijsde. Indien de eiser het vonnis onmiddellijk ten
uitvoer wil kunnen leggen, moet hij de rechter verzoek het vonnis “uitvoerbaar bij
voorraad te verklaren”.
• Publiekrechtelijke procedures: De belangrijkste wet op het gebied van het publiekrecht is de
Algemene wet bestuursrecht (Awb), vergelijkbaar met het Burgerlijk Wetboek (BW) op het
gebied van het privaatrecht. In de BW wordt alleen het materiële (=inhoudelijke)
privaatrecht geregeld. Dus: Hoe komt een overeenkomst tot stand? Op welk moment wordt
ee koper eigenaar? Welke rechten heeft de koper van een goed etc. In het Awb wordt zowel
het formele (=procesrecht) als het materiële bestuursrecht geregeld. In de Awb is
bijvoorbeeld te vinden welke verplichtingen organen van de overheid hebben in de omgang
met burgers: ze moeten zorgvuldig en niet willekeurig handelen, gelijke gevallen gelijke
behandelen et cetera. In de Algemene wet bestuursrecht staat de juridische procedure die
gevolgd moet worden als een burger het niet eens is met een besluit van de overheid.
o Bestuursrechtelijke procedure:
▪ Eerst een bezwaar of administratief beroep
▪ Na het besluit op het bezwaarschrift kan een belanghebbende die het daar
niet mee eens is beroep instellen bij de rechtbank.
▪ Na het beroep bij de rechtbank is hoger beroep bij de Raad van State of
Centrale Raad van Beroep mogelijk.
▪ Tot slot is er cassatie bij de Hoge Raad mogelijk.
o Strafrechtelijke procedures: Alle strafbare feiten (overtredingen en misdrijven)
worden behandeld door de rechtbank. Overtredingen worden in het strafrecht
behandeld door de kantonrechter. Een overtreding (dronkenschap, niet aangelijnd
houden van een hond, zonder licht fietsen etc.) is minder zwaar dan een misdrijf. De
2
, politierechter behandeld de lichtere misdrijven en kan een gevangenisstraf van
maximaal één jaar opleggen. Procedures is:
▪ Eerst rechtbank, politierechter of kantonrechter
▪ Daarna hoger gerechtshof
▪ In cassatie bij de Hoge Raad
Het strafrecht komt in de sport om de hoek kijken bij zeer zware overtredingen
van de spelregels. Denk aan Rachid Bouaouzan die met een vreselijke
overtreding een einde aan de voetbalcarrière van Niels Kokmeijer maakt. In de
strafrechtelijke procedure wordt hij veroordeeld tot zes maanden
voorwaardelijke gevangenisstraf. De privaatrechtelijke procedure wordt
geschikt. Sparta geeft Kokmeijer een schadevergoeding voor de gederfde
inkomsten. In de tuchtrechtelijke procedure schorst de KNVB Bouaouzan voor
tien wedstrijden.
• Arbitrage: de meeste sportbonden hebben een eigen arbitragecommissie. Arbitrage is
particuliere, door de vereniging of bond ingestelde, geschilbeslechting. Het verschil tussen
tuchtrechtspraak en arbitrage is dat bij tuchtrechtspraak de vereniging/bond een lid of
vereniging straft, terwijl er bij arbitrage een verschil van mening is.
o Ook kan een sportbond in de statuten en het arbitragereglement opnemen dat
arbeidsrechtelijke geschillen aan de arbitragecommissie moeten worden
voorgelegd. De KNVB heeft dat geregeld in artikel 8 van de statuten en artikel 1 van
het arbitragereglement.
o Tegen de uitspraken van de arbitragecommisie van de sportbond is, indien de
sportbond daarbij is aangesloten, hoger beroep mogelijk bij het Hof van Arbitrage
voor Sport (in het Engels Court of Arbitration for Sport; CAS). Het CAS is een
onafhankelijk, internationaal tribunaal, gevestigd in Lausanne.
o Een partij die het niet eens is met de uitspraak van het CAS kan haar zaak nog
voorleggen aan de Swiss Federal Court (de Zwitserse Hoge Raad)
In Artikel 17 GW staat “dat niemand tegen zijn wil van een gang naar de rechter kan worden
afgehouden”. Door lid te worden van een vereniging aanvaardt iemand alle bijkomende
rechten en plichten. Een lid wordt daarom niet “tegen zijn wil” van een gang naar de rechter
afgehouden.
Een vonnis van een arbitragecommissie kan getoetst worden door de civiele rechter. De
toetsing geschiedt echter op een beperkt aantal gronden:
1. Een geldige overeenkomst tot arbitrage ontbreekt. Het lid worden van een
sportvereniging houdt automatisch in dat het lid zich onderwerpt aan arbitrage;
2. Het scheidsgerecht in strijd met de daarvoor geldende regels is samengesteld. Er staat in
het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering een aantal regels waaraan arbitrage moet
voldoen. Zo moet een arbitragecommissie altijd uit een oneven aantal arbiters bestaan;
3. Het scheidsgerecht zich niet aan zijn opdracht heeft gehouden;
4. Het vonnis niet op de juiste wijze in ondertekend of niet met redenen is omkleed;
5. Het vonnis, of de wijze waarop dit tot stand kwam, strijdt met de openbare orde of de
goede zeden.
Rechters zijn erg terughoudend om een arbitraal vonnis te vernietigen. De reden voor die
terughoudendheid is dat een beroep op de rechter net mag gaan dienen als hoger beroep.
o Court of Arbitration for Sport (CAS): Het CAS is een onafhankelijk tribunaal dat is
opgericht door het IOC en dat geschillen op het gebied van de sport beslecht. Vaak
gaat het om geschillen van commerciële aard, zoals geschillen over transfers en
sponsorcontracten, of van disciplinaire aard, zoals straffen na doping. Of een gang
naar het CAS mogelijk is, hangt af van de statuten en regelementen van de
vereniging. In gevallen waarin er in de statuten niets staat, kan ook een geschil
worden voorgelegd als beide partijen expliciet instemmen met arbitrage door het
CAS.
3
, o Swiss Federal Court (de Zwitserse Hoge Raad): het is vrijwel onmogelijk om een
uitspraak van het CAS door een beroep op de Swiss Federal Court ongedaan te
maken. Beroep bij de Swiss Federal Court kan worden ingesteld wegens:
▪ Schending van procedurele voorschriften (gedaagde is niet gehoord of CAS
heeft geen jurisdictie)
▪ en wegens schending van fundamentele rechtsbeginselen (het verbod op
dwangarbeid, het beginsel dat contractpartijen te goeder trouw moeten
handelen en het verbod te discrimineren.
• Tuchtrecht: Een vereniging kan leden die zich niet aan haar regels houden bestraffen.
Voorbeelden:
o Tijdens de wedstrijd AZ – FC Twente vinden spreekkoren plaats door de aanhang van
FC Twente. De tuchtcommissie van de KNVB behandelt de zaak, na hoger beroep
tegen die uitspraak, veroordeelt de Commissie van Beroep FC Twente tot een
geldboete;
o De FIFA schorst in 2011 zes scheidsrechters voor het leven wegens corruptie en
fraude.
De zwaarste straf is het royement van een lid. Een lid kan ook worden geschorst, berispt of
een geldboete opgelegd krijgen. Ook buiten de voetbalvereniging kan het lid toch nogmaals
bestraft worden. Denk aan een doodschop tijdens een wedstrijd waarvoor een vereniging
haar lid een halfjaar schorst. De officier van justitie kan de speler dan ook nog vervolgen voor
mishandeling en kan het slachtoffer zelf van de speler een schadevergoeding vorderen op
grond van een door hem gepleegde onrechtmatige daad. Procedure is:
o Tuchtcommissie: kan door het bestuur van een vereniging zijn. Veel verenigingen
kiezen er echter voor een onafhankelijke tuchtcommissie in het leven te roepen, met
daarbij een Commissie van Beroep. De tuchtcommissie kan dan een interne
commissie zijn en bijv. bestaan uit drie leden van de vereniging, niet zijnde
bestuursleden, die door de ALV worden gekozen. Er kan ook gebruik worden
gemaakt van een externe tuchtcomissie, die moet dan wel in de statuten zijn
aangewezen als orgaan van de vereniging. Veel kleinere bonden zijn aangesloten bij
de Stichting Instituut Sportrechtspraak.
o Tegen een besluit van de tuchtcommissie kan meestal beroep worden ingesteld bij
een Commissie van Beroep
Absolute competentie: gaat het om bij welke rechter (kanton- of rechtbank, hoger gerechtshof of
hoge raad) moet ik zijn.
Relatieve competentie: gaat het om de vraag: In welke plaats moet ik zijn? Hoofdregel is de
procedure aanhangig moet worden gemaakt in de woonplaats van de gedaagde. Wie eist, reist.
Gevallen waarin er ook een andere rechter bevoegd is:
• Rechter in plaatst waar onrechtmatige daad plaatsvond;
• Rechter in plaats waar de arbeid gewoonlijk wordt verricht.
2 Verenigingsrecht
2.1 Inleiding
Het verenigingsrecht wordt beheerst door:
• het geschreven recht dat in de wet,
• de statuten
• en de regelementen van de vereniging staat.
• Ook het ongeschreven recht, de redelijkheid en billijkheid en de gewoonte, speelt een rol in
het verenigingsrecht
4
, 2.3 Soorten verenigingen
Er zijn twee soorten verenigingen:
• De vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid (informele vereniging): zonder notariële
akte en hiervoor gelden een aantal speciale regels:
o Een informele vereniging kan geen registergoederen verkrijgen en dus geen
clubgebouw kopen.
o Kan geen erfgenaam zijn
o Bestuursleden van een informele vereniging zijn, naast de vereniging hoofdelijk
aansprakelijk voor schulden die op grond van een rechtshandeling tijdens hun
bestuur opeisbaar zijn geworden.
o Zijn niet verplicht zich in te schrijven in het handelsregister en statuten zijn dus ook
niet verplicht. Indien een informele vereniging wel is ingeschreven in het
handelsregister, heeft dat tot gevolg dat de bestuursleden subsidiair aansprakelijk
worden
▪ Subsidiair aansprakelijk worden. Dat wil zeggen dat in eerste instantie de
vereniging aansprakelijk is en dat daarna, als de vereniging geen verhaal
biedt, de bestuursleden aansprakelijk zijn.
• De vereniging met volledige rechtsbevoegdheid (formele vereniging):
o Door middel van een notariële akte wordt deze opgericht.
o Moet worden ingeschreven in het handelsregister (wanneer dit niet gebeurt blijven
bestuursleden, naast de vereniging, hoofdelijk aansprakelijk.
Afdelingen: een vereniging kan afdelingen hebben. Afhankelijk van de inrichting van de vereniging
kan een afdeling:
• Een zelfstandige vereniging met rechtspersoonlijkheid zijn;
• Een organisatorisch deel van de vereniging zonder rechtspersoonlijkheid zijn.
Een afdeling binnen een vereniging die rechtspersoonlijkheid heeft, heeft een grotere zelfstandigheid
binnen een vereniging dan een afdeling die dat niet heeft. De rechtspersoonlijkheid van een afdeling
brengt met zich mee dat de vereniging de eigen statuten en statutaire doelstellingen nastreeft.
2.4 Regels in de vereniging
Naast de wettelijk regeling van het Burgerlijk Wetboek vormen de statuten de grondregels van de
vereniging. In artikel 2:27 lid 4 BW staan de zaken die minimaal in de statuten moeten worden
opgenomen:
• De naam van de vereniging;
• Het doel van de vereniging;
• De verplichtingen van de leden ten opzichte van de vereniging;
• De wijze van bijeenroeping van de algemene vergadering;
• En de benoeming en het ontslag van de bestuursleden.
Statuten kunnen ook gebruikt worden om bepalingen in op te nemen die de stabiliteit van de
vereniging vergroten en de kans op ruzies binnen de vereniging verkleinen. Bijvoorbeeld bepalingen
die de zittingsduur van het bestuur beperken, bepalingen dat voor bepaalde besluiten een twee
derde meerderheid nodig is etc.
• Gekwalificeerde meerderheid: Een twee derde meerderheid wordt ook wel een
gekwalificeerde meerderheid genoemd.
Wijzigen van de statuten gebeurt (volgens BW) met een gekwalificeerde meerderheid tenzij in de
statuten anders bepaald is.
Reglementen: veel verenigingen hebben naast statuten ook reglementen. In reglementen staan vaak
essentiële rechten en verplichtingen van de leden (denk aan het huishoudelijk reglement, een
tuchtreglement en een arbitragereglement). Reglementen moeten altijd schriftelijk zijn.
5