Samenvatting aardrijkskunde, Bevolking en ruimte H1 t/m 3 + Casus, Mavo 4, de Geo
Alles wat je moet weten over dit boekje voor je toets, ik heb deze samenvatting ook gebruikt voor mijn examen.
H1 bevolking en ruimte in Nederland
1.1 bevolkingsgroei in Nederland
bevolkingsgroei
bevolkingsgroei kun je opdelen in natuurlijke bevolkingsgroei en sociale bevolkingsgroei.
Natuurlijke bevolkingsgroei bestaat uit het aantal geboren baby’s – het aantal sterfte. Sociale
bevolkingsgroei gaat over het aantal mensen dat zich in Nederland vestigt – het aantal
mensen dat vertrekt, (immigratie - emigratie).
Bevolkingsgroei kun je meten met absolute cijfers en relatieve cijfers.( Het absolute cijfer is
wat je kan tellen, en het relatieve cijfer geeft in procenten weer).
Van jong naar oud
Na 1950 is het aandeel van ouderen toegenomen dit noem je vergrijzing. De komt onder
anderen door de geboorte golf na de 2e wereldoorlog (babyboom). na 1965 is het
geboortecijfer gedaald door de komt van voorbehoedsmiddelen. Door de dalende
geboortecijfers is het aantal jongen mensen in de bevolking kleiner geworden dat noem je
ontgroening. Door de toegenomen levensverwachting word de vergrijzing versterkt.
De bevolkingspiramide
Je kan leeftijdsopbouw laten zien in een leeftijdsdiagram of een bevolkingspiramide.
Migratie
Voor 1965 was Nederland een emigratieland, mensen verhuizen naar het buitenland. Later
werd Nederland een immigratie land. Je kunt immigranten in 4 soorten onderscheiden, de
1ste groep vanaf 1965 kwamen mensen voor werk in Nederland omdat er te weinig arbeiders
waren in Nederland, omdat het de bedoeling was dat deze mensen tijdelijk naar Nederland
kwamen noemde we ze gastarbeiders. Het 2e groepje zijn de inwoners van Nederlandse
kolonie vooral Surinamers en antilianen. Het 3e groepje zijn de vluchtelingen mensen die
hun land ontvluchten omdat ze daar niet veilig zijn of omdat ze op zoek zijn naar werk en
welvaart. Het 4e groepje zijn de seizoen migranten dat zijn inwoners uit landen van de
Europese unie die naar Nederland komen om te werken, vaak voor een bepaalde periode in
het jaar bvb voor de fruitoogst.
1.2 bevolkingsgroei nu en later
toekomst
door te kijken naar de ontwikkeling in de sociale en natuurlijke bevolkingsgroei kun je
voorspellen hoe het in de toekomst zal gaan. De verwachting is dat de bevolking blijf groeien
door arbeidsmigranten en gezinshereniging, verder neemt de vergrijzing en de
levensverwachting toe rond 2033 gaat het sterfte cijfer omhoog en vanaf 2040 gaat de
bevolkingsgroei afnemen.
, Regionale verschillen
In Nederland zijn er verschillen per regio per bevolkingskrimp en groei. Gevolgen van
bevolkingskrimp zijn – 1 van de gevolgen zijn dat veel jongeren vertrekken naar de stad in
die gebieden neemt verschrijving toe.2 In veel dorpen word de drempelwaarde niet meer
gehaald waardoor voorzieningen verdwijnen.3 De reikwijdte is toegenomen- mensen willen
verder reizen voor betere spullen. 4 soms is het nodig om een gebied opnieuw in te richten.
Herinrichting
Door bevolkingskrimp worden dorpen en woonwijken opnieuw ingericht, om het passender
te maken voor de mensen die er nu wonen.
1.3 de verstedelijking van Nederland
Naar de stad
De industrialisatie begon in Nederland na 1870. In de steden werden massaal fabrieken
gebouwd, daardoor trokken veel mensen van het platte land naar de stad om daar te werken
de steden breidde uit met veel woonwijken dit noem je urbanisatie of verstedelijking en ging
door tot ongeveer 1960.
De stad uit
Na 1960 verhuisde er steeds meer mensen naar de dorpen rondom de stad omdat daar
meer ruimte en een huis met een tuin was. Welvaart en mobiliteit maakte het mogelijk om
uit de stad te verhuizen. Verhuizen van de stad aar de dopen eromheen heet suburbanisatie.
Niet alleen de mensen vertrokken uit de stad ook de industrie. Sommige verhuisde naar een
nieuwe plek aan de rand van de stad en sommige gingen failliet door de concurrentie met
lage lonen landen.
De gevolgen
Suburbanisatie had grote gevolgen weilanden en akkers veranderde in woonwijken, het
platteland verstedelijkte. Steden en dorpen groeide aan elkaar vast, dit noem je
agglomeraties, dat betekend een grote stad met daar aan vast gegroeide woonwijken,
voorsteden en dorpen. Agglomeraties de bijna aan elkaar zijn vastgegroeid vormen een
stedelijk gebied/stedelijke zone. Een ander gevolg is dat de steden leegliepen.
Terug naar de stad
Vanaf 1980 nam het aantal inwoners van een stad weer toe, dit noem je re-urbanisatie. Door
vernieuwing van het ruime gebruik werd het weer leuk om in de stad te wonen, verlaten
gebieden worden nieuwe wijken op geplaatst, fabrieken maakte plaats voor kantoren.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper marthederade07. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,09. Je zit daarna nergens aan vast.
