Heb je moeite met hoe het nu zit met de celdeling? Wat is het verschil tussen mitose en meiose? Hoeveel chromosomen hebben we nu eigenlijk? In het eerste hoofdstuk van de anatomie leg ik dit allemaal aan je uit, zo mis je deze punten niet op je examen!
Hoofdstuk 1 Lichaam en Uiterlijk
Het menselijk lichaam is net als alle andere organismen opgebouwd uit cellen,
deze vormen samen het menselijk lichaam.
De cel is de kleinst levende zelfstandige eenheid. Cellen zijn te beschouwen als
fundamentele bouwstenen voor ons lichaam. Cellen hebben niet allemaal
dezelfde functie, ze zijn meestal gespecialiseerd en hebben daartoe een
bepaalde vorm. Een spiercel moet voor beweging zorgen, een zenuwcel dient
voor het doorseinen van berichten in de vorm van stroompjes, een botcel moet
zorgen voor stevigheid. Deze cellen hebben ieder een andere vorm en functie.
Vorm en functie zijn dus altijd gekoppeld.
Een groep cellen met dezelfde vorm en functie noemt men een weefsel. Zo
spreken we bijvoorbeeld over spierweefsel, zenuwweefsel en beenweefsel. Een
groep verschillende maar samenwerkende weefsels noemt men een orgaan. Elk
orgaan heeft één of meerdere functies. Het hart zorgt bijvoorbeeld voor de
circulatie van het bloed.
Een groep samenwerkende organen die belast is met het uitvoeren van een
bepaalde functie noemt men een orgaanstelsel. Zo zorgt het verteringskanaal
voor de vertering van ons voedsel zodat het in het bloed kan worden opgenomen.
Het verteringskanaal bevat organen zoals de slokdarm, maag en de darmen. Het
menselijk lichaam bestaat uit verschillende samenwerkende orgaanstelsels, dit
noemen we een organisme. Het organisme noemen we het menselijk lichaam.
De kenmerken van het leven kunnen we uit 5 soorten kenmerken onderscheiden.
- Stofwisseling – dit betekend letterlijk het uitwisselen van stoffen.
- Groei – Hierbij treedt een volumevergroting van het lichaam op doordat
bestaande cellen groter worden, maar vooral door nieuwe cellen; celdeling.
Voedsel dient groei mogelijk te maken.
- Prikkelbaarheid en prikkelverwerking – Ons lichaam reageert op prikkels
van buitenaf, denk hierbij aan licht aan geluid. Of vanuit het lichaam zelf,
de pijnprikkel.
- Beweging en voortbeweging – Dankzij spieren kunnen we lichaamsdelen
ten opzichte van elkaar laten bewegen of zelfs ons gehele lichaam
verplaatsen.
- Voortplanting – Hierdoor is het mogelijk dat de menselijke soort blijft
voortbestaan.
, Cellen
In de cel bevindt zich min of meer een bolvormige kern, deze noemen we de
nucleus. Deze wordt begrensd door het kernmenbraam. Het protoplasma in de
kern wordt ook wel het kernplasma genoemd, de protoplasma buiten de kern
wordt het celplasma genoemd.
Het kernmenbraam bevat poriën zodat tussen het kernplasma en de celplasma
uitwisseling van stoffen mogelijk is.
In de kernplasma bevatten zich chromosomen, dit aantal bedraagt in totaal 46.
De chromosomen bevatten genen. Dit zijn erfelijke deeltjes, dit wil zeggen; het
zijn de dragers van de erfelijke aanleg. Deze erfelijke aanleg wordt omgezet in
erfelijke eigenschappen, ze zorgen er dus voor dat kinderen een sterke gelijkenis
met hun ouders of grootouders hebben.
Gewone celdeling
Gedurende het hele leven ontstaan door celdeling nieuwe cellen. Oude cellen
sterven voortdurend af. Bij jonge mensen is de productie groter dan de afbraak.
Bij volwassenen is het in evenwicht.
Celdeling begint met kerndeling, na dit proces is het aantal chromosomen weer
precies gelijk aan het oorspronkelijke aantal. 46 chromosomen. Dit kan alleen
wanneer ieder chromosoom zichzelf als het ware kopieert, waarna ze vervolgens
van elkaar worden getrokken. Zodoende krijgen we uit één cel met 46
chromosomen twee cellen met ieder opnieuw 46 chromosomen. Dit proces wordt
de gewone celdeling of ook wel mitose genoemd. Deze gewone celdeling komt in
het hele lichaam voor.
Reductiedeling
Naast de gewone celdeling is er ook de reductiedeling. Dit wordt ook wel meiose
genoemd. Deze celdeling komt uitsluitend voor in de geslachtsklieren, dus bij de
vrouw in de eierstokken en bij de man in de zaadballen of testes. Bij
reductiedeling wordt het aantal chromosomen verminderd tot de helft. We
houden dan cellen over die slechts 23 chromosomen bevatten. Dit zijn de
voortplanting of geslachtscellen. Bij de vrouw heet dit eicellen en bij de man de
zaadcellen. Een ander verschil met de gewone celdeling is dat deze celdeling in
twee stappen verloopt zodat er uiteindelijk 4 cellen (geslachtscellen) ontstaan.
De reductiedeling is nodig zodat onze kinderen in hun cellen weer gewoon 46
chromosomen hebben. Wanneer de mannelijke zaadcel (met 23 chromosomen)
bij de bevruchting samenstelt met de vrouwelijke eicel (met 23 chromosomen)
beschikt de bevruchte eicel weer tot 46 chromosomen. Zonder reductiedeling zou
het aantal chromosomen iedere generatie gaan verdubbelen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper marrrrrissa. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,89. Je zit daarna nergens aan vast.