Islam, een levende traditie aantekeningen
Lukas Vonhout
College 1 14-11-2022 introductie en geloofsleer
Het islamdebat is erg gepolariseerd, het extremisme bepaalt het beeld van de Islam.
Omgekeerd voelen veel moslims zich het slachtoffer van vooroordelen en discriminatie.
Een wetenschappelijke benadering moet zakelijk en naar feiten kijken. Je houdt een
wetenschappelijke distantie, niet emotie gedreven.
Begin 20e eeuw secularisatiethese, naarmate samenleving moderner wordt neemt de betekenis
van religie in een samenleving af. Smart stelt dat religie zich aanpast en dat er iedere tijd
nieuwe vormen ontstaan.
Religiewetenschap legt focus op traditie als geheel:
- Geloofsleer/doctrine; leerstellingen, wat is het geloof exact?
- Geloofsbeleving; hoe ervaart men het geloof? Dit doet zich voor in de rituelen etc.
- Rituelen; handelingen met een religieuze motivatie.
- Verhalen/mythes; verhalen over de onzichtbare wereld, God of Goden of over
historische gebeurtenissen die een religieuze betekenis hebben gekregen in de traditie.
- Ethiek; het morele kompas, normen en waarden, goed en kwaad, hoe moet je leven
om geluk te bereiken?
- Instituties; hoe organiseert men zich als groep? Denk aan autoriteiten,
groepsvorming, democratie etc.
- Materiële zaken; de objecten, kunst, gebouwen etc. deze vertellen wat over de traditie
en de ontwikkeling daarvan.
Theologie = het denken over vragen binnen een religie, het denken over God.
Religiewetenschap = onderzoekt religie vanuit buiten perspectief, focus op het menselijk.
Religiewetenschappers kijken naar al deze religieuze verschijnselen.
Theologen reflecteren op de geloofsovertuigingen en geven er een waarde aan, dingen als
‘door god gegeven’ of ‘waar’.
Een wetenschapper kijkt er dus naar maar doet geen waardeoordeel.
Historisch-kritische methode = oorsprong en historisch kijken naar religieuze tradities. Als
wetenschapper kom je binnen een traditie tot debatten zoals vrouwenrechten, ben je dan aan
het waarnemen of ook beoordelen?
Denk aan Emic en Etic, binnen en buiten perspectief.
- Emic; insider. Geen wetenschappelijke distantie.
- Etic; outsider. Meer objectiviteit en vergelijking met andere tradities. Echter kun je
ook teveel distantie houden.
Shepard gebruikt Emic door zijn manier van kijken met het ‘Empathetic understanding’. Kijk
dus naar hoe een ander zich beweegt en probeer te begrijpen waarom de ander iets doet.
Hij maakt een onderscheid tussen ‘Empathetic’ en ‘Sympathetic’, empathetic is in de
schoenen van de ander gaan staan en sympathetic is positief naar een ander kijken.
Diversiteit binnen de Islam
, - Er zijn soennitische en shi’itische Islam.
- Verschillende rechtsscholen, en interpretaties van regelgeving
- Verschillende theologische en filosofische sub richtingen
- Er is een regionale diversiteit, vervlechting van Islam en plaatselijke culturen
- Er is een respons op de moderniteit, denk aan de invloed van de westerse culturen en
het Islamisme.
Moslim is dus niet Arabisch.
Wereldwijd zijn er 1.5 miljard Moslims, bijna 1 op de 4 mensen is dus moslim.
Slechts 20% is Arabisch! 62% leeft in aziatische landen, indonesië heeft zo’n 210 miljoen
Moslims.
Hoe om te gaan met de verscheidenheid?
Benaderingen:
- Emic = ‘de ware Islam is één’.
Echter zijn er vele Islams. ‘De Islam’ bestaat niet volgens bepaalde antropologen.
Echter gaat dit te bij van de gemeenschap van de Umma en de vele overeenkomsten.
- Er is een grote en een kleine traditie. Grote = steden, schrift cultuur, universeel,
mannen dominant. Klein = platteland, plaatselijk, oraal, aandacht voor vrouwen. Er is
echter een grote wisselwerking tussen deze twee tradities, de scheiding is niet
helemaal correct.
- De Islam zien als dynamische en complexe religie. Erkenning van het gezag van de
bronnen, niemand heeft monopolie van de uitleg ervan, gelovigen gaan vaak selectief
om met de bronnen, interpretatie van de bronnen ontwikkelt zich in samenhang met de
culturele context en de moderniteit (wisselwerking tussen tekst en lezer).
Talal Asad stelt dat de Islam een discursive tradition is. De Islam is een discours, discours
omvat regels, normen en waarden van de culturen. Het is dus een perspectief van waaruit je
naar iets kijkt. Het nadeel hiervan is dat het geen oog heeft voor de materiële dimensie van de
religie.
De materiële dimensie laat zien hoe de visie binnen een religie kan veranderen. Denk aan de
verandering van de pelgrimage naar de Ka’ba bv.
Wat betekent islam
Islam = onderwerping.
Moslim = iemand die zich onderwerpt aan God.
De Islam is niet opgekomen in een vacuüm, het is beïnvloed door andere Abrahamitische
religies en door de Grieks romeinse en Perzische cultuur.
Geloofsleer
Geloofsleer (aqida/iman) kent 6 geloofsartikelen
1. Geloof in god. God en zijn absolute eenheid. Tawhid = monotheïsme en eenheid.
Shirk = afgoderij, de grootste zonde van polytheïsme en de triniteitsleer. De enige God
= Al-Lah.
de 99 schone namen van Allah komt terug in alle soeras in de koran, Bismillah al
rahman al rahim = in de naam van God, de erbarmer, de barmhartige.
2. Het bestaan van engelen. Engelen reizen tussen God en schepping en krijgen
opdrachten van God. Openbaringen bv komen via engelen.
, Daarnaast is er geloof in de duivel, Shaytan/Iblies. Iblies wordt gezien als een gevallen
Engel, zijn werk wordt door God toegestaan tot het laatste oordeel.
Jinn = schepsels uit vuur geschapen niet uit aarde, zij vallen mensen lastig.
3. De profeten. Mensen weten wat God van hen wilt via de profeten, zij zijn de
boodschappers van God. Dit begon bij Adam en eindigt met Mohammed via
Abraham, Moses, David en Jezus.
4. Alle geopenbaarde boeken. Er zijn drie heilige teksten; Thora, Bijbel en Koran. De
koran is gekomen omdat de eerdere boeken niet goed zijn bewaard. De Islam is een
voortzetting en een zuivering van het jodendom en christendom.
5. De voorbeschikking. Qadr, het concept dat Allah alles weet en al heeft besloten wat
er gaat gebeuren, Shi’ieten denken dat er niets kan gebeuren zonder de wil van Allah.
Het is dus een predestinatieleer. Echter heeft de mens nog wel een vrije wil, Allah
weet echter welke keuzes de mens gaat maken voordat de mens het weet wat het gaat
maken.
6. De laatste dag. Er is een lineaire opvatting van geschiedenis, schepping –
geschiedenis - einde, laatste oordeel. Eindtijd = Dajjaal en Mahdi, de Mahdi verschijnt
voor de laatste dag, de laatste Imam. In de eindtijd moet iedereen met een brug over
met zondes van zijn leven op haar rug, als de zondes te veel zijn dan vallen ze van de
brug in de hel.
Gedragsleer (sahria)
- Rituele plichten
- Sociale plichten
De 6 geloofsartikelen worden genoemd in de Koran en de Soenna.
Pre-islamitische situatie in de regio
Er waren twee grootmachten:
1. Sassanidische rijk, gesticht in 3e eeuw voor christus, taal cultuur Perzisch en Iraans en
religie was Zoastrisme.
2. Byzantijnse rijk, christendom was religie, cultuur was Grieks romeins.
Daarnaast was er het Koninkrijk van Aksum, dit was een christelijke handelsmacht naast het
Arabisch schiereiland. In het zuiden van het schiereiland was er een Joodse invloedrijke
koninkrijk Himyar. Ten slotte waren er bufferzones van Ghassanieden en Lakhamieden in het
schiereiland.
In dat schiereiland waren veel nomaden en handelssteden. De bewoners waren georganiseerd
in stammen en stammen in clans.
Er waren veelal polytheïstische godsdiensten. Mekka lag op een karavaanroute en was bekend
voor de handel en de pelgrimsoord naar Ka’aba.
Er waren dus al traditionele Arabische polytheïstische religies, er was Zoroastrisme,
verschillende vormen van Christendom en het Jodendom in het schiereiland.
Traditionele arabische religies; vooral polytheïstisch. De oppergod Hubal had drie dochters,
Al-Lat, al Manat en Al uzza. Deze oppergod werd bij de Ka’ba vereerd. De Ka’ba zou een
zwarte meteoriet zijn geweest en het was ook de plek waar Abraham zijn zoon zou hebben
willen offeren.
Er werden tempels uit rotsen gehakt voor de verering van de polytheïstische geloven.
, Zoroastrisme was er de profeet Zarathustra. Het was de staatsreligie van de Sassanieden en
was een monotheïstisch geloof. De God is de Goede God die staat tegenover de Kwade God.
Dit is dus dualistisch. Het vuur staat voor zuiverheid in het Zoroastrisme. Het heilige schrift
heet de Avesta.
Oosters orthodox christendom kwam uit het byzantijnse rijk.
Jodendom abraham met als belangrijkste voorvader en Mozes. Denk hier aan de verwoesting
tweede tempel en de diaspora.
Dit was dus het landschap van de omgeving waar de profeet Mohammed zou opkomen ca.
570 in Mekka werd geboren.
College 2 16-11-2022 de vijf zuilen van Islam
Er was een grote orale traditie van het overleveren van verhalen en poëzie. De eerste biografie
van de profeet is die van Ibn Ishaak (767, 130 jaar na het overlijden van de profeet).
De revisionisten wezen de biografie van Ibn Ishaak af als onhistorisch. Echter in de afgelopen
10 jaar zijn er een aantal vroege koran manuscripten gevonden die uitwijzen dat die tekst
fragmenten uit de tijd van Mohammed zijn.
Dit verhaal blijkt dus te kloppen. De Koran wordt sterk gebruikt als indirecte bron over
Mohammed.
Mohammed
Geboren in Mekka circa 570. Werd geboren in de stam Quraysh, clan Hashim (familie). Hij
was de zoon van Abdallah en Amina, werd al snel wees.
Hij werd opgevoed door Abdul Mutallib (grootvader) en zijn oom Abu Talib. Mohammed
was een koopman die met karavanen meetrok. Door deze reizen kwam hij in contact met
andere religies.
Mohammed huwt met Khadija in 595 en krijgt een dochter Fatima. Hij had periodes van
terugtrekkingen en meditatie in de grot van de berg Hira rondom Mekka.
In 610 krijgt hij zijn eerste openbaring, dit zijn soera 96 en 74.
Mohammed geloofde in zijn openbaringen en begon aanvankelijk alleen te prediken in eigen
kring.
Vanaf 613/614 predikte hij in heel Mekka. Thema’s:
- Eenheid van God (Tahwid)
- Oproep om Gods wet te gehoorzamen
- Oproep tot gerechtigheid en barmhartigheid voor wezen en weduwen
- Dag des oordeels
Er kwam verzet van Mekkanen door de preken. Er kwam een handelsboycot tegen de clan
Hashim. Mohammed probeerde te vluchten naar Aksum in 615, hier werd hij echter
afgestoten.
In 619 (jaar van verdriet) overleed zijn vrouw Khadija en zijn oom Abu Talib. Mohammed
kon alleen prediken met de bescherming van de clan en zijn oom, na deze neerslagen was hij
dus niet meer veilig in Mekka.
Hij kreeg contacten in de stad Yathrib (ten noorden van Mekka), het was een gevaarlijke stad
en Mohammed werd gevraagd om te bemiddelen.