Samenvatting van de lessen van arts en maatschappij 2, gegeven in 2e bachelor aan de universiteit van Antwerpen. Inclusief belangrijke topics uit de les aangeduid.
Welke betekenis kunnen patiënten geven aan hun ziekte en wat zijn de
aandachtspunten/valkuilen voor de zorgverlener?
a. Uitdaging : men doet er alles aan om een oplossing te vinden of om de verminderde functies
te compenseren. Valkuil : soms onrealistische verwachtingen; teleurstelling; acceptatie
vormt dan een nieuwe uitdaging wanneer blijkt dat genezing niet mogelijk is
b. Bedreiging : men moet de ziekte “overwinnen” of “bestrijden”. Ziekte behandelen als een
vijand. Is soms positief (adaptief). Valkuil : lijdt soms tot angst, agressiviteit en
vermijdingsgedrag.
c. Verlies : Letterlijk en figuurlijk omdat ziekte ook leidt tot uitval van bepaalde functies.
Valkuil: depressie, zelfmoordneigingen, non-compliance
d. Winst : gelegenheid voor extra aandacht, zorg, vluchten uit moeilijke financiële situatie.
Valkuil : soms gaat men stoornissen nabootsen voor de extra aandacht. Patiënten zijn
onverschillig ten aanzien van ziekte, merkwaardig opgewekt
e. Straf : ofwel is de straf verantwoord ofwel niet. Valkuil : Beschouwt men de straf als
verdiend, dan is men vaak gelaten/schuldgevoel, beschouwt men de straf als onverdiend,
dan is men vaak kwaad. Depressie is ook mogelijk.
Wat is een persoonlijkheidsstoornis en wat zijn de aandachtspunten voor de zorg?
Persoonlijkheidsstoornis = een duurzaam patroon van ervaringen en gedragingen, die afwijkt van
wat binnen de cultuur van betrokkene verwacht wordt en welke tot uiting komt op diverse vlakken
(cognitief, affectief, interpersoonlijk functioneren en impulsbeheersing).
a. Afhankelijkheid : patiënt kan niet autonoom zijn, heeft voortdurend nood aan geruststelling;
Valkuil : teveel begeleiden, men moet trachten de autonomie van die persoon trachten te
versterken dmv dialoog (praten en zelf de patiënt antwoorden laten geven).
b. OCD : drang naar controle; streng voor omgeving, niet flexibel. Patiënt goed informeren om
de indruk te geven dat hij alles onder controle heeft; niet gemakkelijk, soms conflicten.
c. Theatraal : zeer emotioneel, centrum aandacht. Valkuil : delicaat evenwicht (empathie
tonen maar toch niet teveel meegaan in de emoties en grenzen stellen).
d. Paranoïde/achterdochtig : gebrek aan vertrouwen in de zorgverlener; moeilijk om hiermee
een therapeutische relatie op te bouwen.Valkuil : verzanden in argumentaties; beter afstand
bewaren.
e. Narcistisch : behoefte aan bewondering. Patiënt vindt zichzelf uniek en bijzonder.
Verwachten van de arts een bijzondere behandeling. Valkuil : arrogantie. Beste houding is
erin meegaan door te benadrukken dat men “de beste zorg” geeft aan de patiënt, strelen
van ego.
f. Schizoïde : geïsoleerdheid in sociale relaties.Dit vormt een probleem zeker bij
ziekenhuisopname, aangezien zij dit extra druk oplevert en men de nood aan isolatie moet
respecteren. Dubbele houding : enerzijds afstand bewaren anderzijds ook ondersteunen en
emotionele aansluiting zoeken, info geven...
,Wat is een persoonlijk defensiemechanisme en wat zijn de zorgimplicaties?
De onbewuste copingsmechanismen die het individu gebruikt om met de ziekte en daarmee gepaard
gaande gevoelens om te gaan en om zichzelf te beschermen.
Adaptieve afweermechanismen
- Beheersen: vaardigheid om zich van problemen bewust te blijven, maar toch te concentreren op
andere zaken tot de omstandigheden meer passend zijn om zich met de pijnlijke problemen bezig te
houden.
- Anticiperen: nadenken over mogelijke, komende moeilijkheden en eventuele oplossingen
daarvoor.
- Sublimeren: inacceptabele impulsen worden omgezet in acceptabele; een klassiek voorbeeld is het
uiten van emoties en impulsen in het kader van sportbeoefening.
- Humor: enige vorm van plezier vinden in de situatie op een positieve wijze en zonder devaluerend
te zijn.
De neurotische afweermechanismen
- Verdringen: het buiten bewustzijn houden van bepaalden gedachten, gevoelens, impulsen of
herinneringen; dit kan aanleiding geven tot selectief geheugenverlies en dissociatie.
- Rationaliseren: het geven van argumenten die op zich misschien wel waar zijn, maar die er
emotioneel niet toe doen.
- Intellectualiseren: het geven van theoretische betogen, die abstractie maken van de
oorspronkelijke moeilijkheden.
- Verschuiven: gevoelens voor de ene persoon worden verschoven naar de andere.
Primitieve afweermechanismen
- Ageren: in gedrag uitleven van wensen of driftmatige impulsen.
- Splitsen: het radicaal gescheiden houden van positieve en negatieve gevoelens ten aanzien van
een persoon of een groep personen.
- Idealiseren: aspect van splitsen, alleen positieve gedachten en gevoelens ten aanzien van een
persoon worden toegelaten.
- Devalueren: alleen negatieve gedachten of gevoelens ten aanzien van een persoon worden
toegelaten.
- Ontkennen: het ontkennen van een gebeurtenis of betekenis van een gebeurtenis. - Projecteren:
het aan anderen toeschrijven van eigen ongewenste gevoelens of gedachten.
- Externaliseren: het toeschrijven van vermeende tekortkomingen bij een ander, om de aandacht
niet te hoeven te richten op eigen tekortkomingen.
, Wat zijn de kenmerken van een depressie ?
Vijf of meer van de hieronder vermelde symptomen dienen binnen dezelfde periode van twee
weken aanwezig te zijn en af te wijken van het eerdere functioneren om te voldoen aan de criteria
van een depressieve stoornis (naar DSM-5):
Kernsysmptomen waarvan één altijd aanwezig moet zijn: • Sombere stemming • Duidelijk
verminderde interesses of plezierbeleving
Andere symptomen: • Gewichtsverlies (of gewichtstoename); afgenomen (of toegenomen) eetlust •
Insomnie (of hypersomnie) • Psychomotorische agitatie of remming • Vermoeidheid of verlies van
energie • Gevoelens van waardeloosheid of buitensporige schuldgevoelens • Verminderd
concentratievermogen of besluiteloosheid • Terugkerende gedachten aan de dood of suïcidaliteit •
De symptomen dienen ook een klinisch significante lijdensdruk of beperkingen in het sociaal of
beroepsmatig functioneren met zich mee te brengen.
Hoe kan men een depressie onderscheiden van een lichamelijke aandoening? Depressieve stoornis
als comorbiditeit bij lichamelijke/somatische aandoeningen.
Er is een verhoogde kans op depressie bij bepaalde aandoeningen.
Verschillende benaderingen :
a. Het inclusieve model beschouwt bijv. vermoeidheid ook als gevolg van depressie, ongeacht
of de symptomen door de somatische aandoening verklaard kunnen worden. Valkuil :
overdiagnosticeren.
b. Het exclusieve model : overlappende symptomen laat men eruit; gevaar van depressie
onbehandeld te laten; groot probleem want depressie heeft impact op verloop ziekte.
Onderdiagnosticeren.
c. Substitutiemodel : zijn er nog andere symptomen waaruit blijkt dat er sprake is van
depressie? Symptomen die door de somatische aandoeningen verklaard kunnen worden laat
men eruit. In het substitutiemodel worden de somatische criteria in de omschrijving van de
depressieve episode volgens DSM-5 vervangen (of gesubstitueerd) door andere
psychologische of psychosociale criteria, die ook voorkomen bij depressie (zoals sociale
isolatie). –
d. Het attributiemodel : men onderzoekt waaraan men de symptomen kan toeschrijven. Als
waarschijnlijk geacht wordt dat de betreffende klacht toe te schrijven is aan een lichamelijke
ziekte, dan telt deze niet mee voor diagnose van depressieve stoornis. In de praktijk is het
echter veelal onmogelijk om symptomen te attribueren aan ofwel een depressieve stoornis,
ofwel een lichamelijke ziekte. Een dergelijke benadering leidt bovendien tot een groot
verschil tussen beoordelaars.
De inclusieve benadering is al bij al het meest consistent met het concept van depressie als
syndroomdiagnose. Een bijkomend voordeel van de inclusieve benadering voor de klinische praktijk
is dat hiermee minder kans gelopen wordt om een depressieve stoornis te missen.
Het symptoomperceptiemodel (wordt gebruikt bij chronisch zieken/somatische klachten)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper fleur100. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,49. Je zit daarna nergens aan vast.