Aantekeningen Heilige teksten; autoriteit,
exegese en hermeneutiek
Lukas Vonhout
Hoorcollege 1 26-4-2023 wat is een tekst?
Het lezen van een tekst is het op zoek gaan naar een intentie van de schrijver of van de tekst.
- Een tekst is dan een talige inscriptie van een boodschap, van een communicatie.
De vraag is = over wiens intentie en wiens boodschap spreken we? De intentie van de spreker
is beslissend voor de betekenis.
De intentie komt centraal te staan bij het nadenken over teksten.
Bij plato is de tekst een verval van de intentie. Taal spreken en tekst zijn uitingen van het
verval.
- Logos endiathekos, innerlijk, dat wat zich afspeelt in je denken in je bewustzijn, een
innerlijkheid.
- Logos prophorikos, uiterlijk, wat zich in een discours afspeelt.
Tussen deze twee is er altijd sprake van verval, de gedachte in je hoofd is grootser en beter
dan de uiterlijke uitspraak.
Kennen, en de constructie van betekenis is gebaseerd op recollectie/herinneringen.
Waarheid en betekenis vinden is opnieuw je herinneren wat je was vergeten.
Ricoeur
Ricoeur stelt dat ons bewustzijn en onze herinnering beide talig zijn, we denken in taal en
voelen soms in taal. Alle vormen van communicatie voltrekt zich dus in de vorm van taal.
Het subject beweegt zich van begin af aan al in de wereld van de taal.
De taal ordent de werkelijkheid en ook je bewustzijn.
Hier is het dus geen verval maar eerder een structuur die het denken zelf ordent voordat het
zichzelf denken kan noemen.
Los van de taal is er geen vorm van kennis.
Wat is dan taal?
Ferdinand de Saussure:
taal is:
- Langue, formeel taalsysteem
- Parole, taal, het taalgebruik, propositionele structuur. Taal voltrekt zich in stellingen
en uitspraken over de werkelijkheid.
Het is eerder de structuur van de taal die centraal staat. De verwijzende kant ligt onder de
structuur van de taal.
In iedere taalstructuur kenmerkt zich door het samengaan van betekenis in het
- Signife, betekenis
- Signifiant, een betekenisdrager, dit kan een klank zijn dat verwijst naar een betekenis
deze verwijzing is altijd een betekenis binnen de taal.
,Voorbeeld betekenisdrager: ‘a’. de klank ‘a’ (foneem) kan betekenisvol zijn, het krijgt een
andere betekenis binnen een lexeem zoals ‘asociaal’. Nu wordt de klank een ontkenning van
het woord sociaal.
Syntaxis is de zin; ‘deze man gedraagt zich asociaal’. Dit is een betekenisvolle uitspraak in
een specifieke context.
Polysemie = wanneer een woord in dezelfde wijze van schrijven meerdere betekenissen
draagt. Bv → bank in het park zit je op maar de bank van je portemonnee stort je geld.
Binnen de taal kan een woord verschil maken ten op zichtte van andere woorden → dan
bestaat betekenis.
Betekenis is primair gezien geen buitentalige referentie.
Wittgenstein
Wanneer is een uitspraak waar? Onder welke condities is deze wel of niet waar?
Hij stelt dat taaluitingen evalueerbaar zijn als ‘waar’ of ‘niet waar’.
Later stelt hij anders: language games:
- Betekenis is niet noodzakelijk gecorreleerd aan de logische structuur van proposities
maar vloeit voort uit taalpraxis. We doen bv alsof het idee van god relevant genoeg is
om het er over te hebben.
Taalspel en taalsysteem:
- Je kunt taal als een taalsysteem benaderen en analyseren.
- Taal is een boven individueel systeem waar je deel van uitmaakt voor je je er in
uitdrukt
- Betekenis is belichaamd in boven individuele taalstructuren en tekenstructuren (de
tekenwereld beantwoord aan deze structuren). Een individu construeert betekenis in
zoverre dat subject al deel heeft aan iets dat zich buiten het subject onttrekt namelijk
de taal, dat is de betekenis.
- Maar taal is niet alleen taalsysteem maar vooral taalgebruik.
Ricoeur → taal doet zich voor als gebeuren maar wordt begrepen als betekenis. De
structuralistische benadering is oke, maar taal is niet op te sluiten in dat systeem want taal is
ook taalgebruik. Taalgebruik doet zich voor als gebeuren maar doet zich voor als betekenis.
Taal is een bovenpersoonlijk systeem, echter maken we er allebei gebruik van in taalgebruik.
Taal is taalverbruik maar wordt begrepen als betekenis.
Speech act theory John Austin
Taal is niet alleen iets over de werkelijkheid maar veranderd de werkelijkheid ook. Door ‘ja’
te zeggen bij huwelijk verander je de werkelijkheid door taal.
Taal verwerkelijkt betekenis door:
1. Locutionary acts, propositionele structuur, spreek handelingen op zichzelf.
2. Illocutionary acts, gestures of vragen.
3. Perlocutionary force, het effect van een taalhandeling
Conclusie
Tekst is te begrijpen als een communicatieve handeling. Teksten zijn geen archieven.
, Distantatie, de afstand die je creëert door in het spreken in te treden is een vruchtbare
afstand. Het creëert nieuwe vormen van betekenis.
Met de overgang van spreken naar tekst krijg je universalisering.
De dimensies van het communicatieve handelen in het spreken ook in de tekst nog behouden
blijven.
College 2 28-4-2023
Hermeneutiek
Ricoeur: tekst is distantiatie, vervreemding. Vervreemding: je weet niet volledig. Ricoeur:
communicatie van teksten is paradoxaal: het is zowel eenzaamheid als niet eenzaamheid.
Binnen Hermeneutiek cruciaal concept: Hermeneutische cirkel.
Etymologie
- Grieks: hermeneuoo: gidsen, verklaren
Exegese: uitleggen, interpreteren
Hermeneutiek: metataal. Vorm van systematische reflectie, metareflectie op de praxis en
methoden van exegese. Nadenken over wat je aan het doen bent. Je laat andere mogelijkheden
toe of overweegt het. Daarnaast: je denkt na over vragen als: wat is lezen, wie ben ik als
lezer? Met een metareflectie gaat een metataal gepaard.
- Hermes: boodschapper van de goden, daarnaast: god van dieven, handelaren en
reizigers
- Laat antieke context: ‘Hermes Trismegistos’ is boodschapper van en begeleider in
mysteriecultus. Hermes leidt je in in een mysteriereligie.
Hermeneutiek raakt aan epistemologie, kenleer. Het raakt ook aan antropologie.
Augustinus
De kennis is bemiddeld via Christus, zijn verwerking van Plato’s idee van kennis.
Wie is Christus dan? → hij is gemedieerd door teksten, christus is gemedieerd door teksten.
Onder die teksten heb je vooral de canonieke teksten.
Maar hoe kunnen we dan christus ontdekken vanuit de teksten?
Tekenleer→ hij maakt onderscheid tussen:
- Dicibile = de gedachte, intentie, de kennis van het woord zelf. Te vergelijken met de
logos en diathekos in griekse filosofie. Dit is een potentie, nog niet gerealiseerd. Dit is
niet alleen in de mens zo maar ook in God zelf.
- Dictio = het gezegde appelleert aan beeld in ons bewustzijn. De taal is een articulatie
van het beeld dat in ons bewustzijn zit.
- Res = het object zelf, het ding zelf.
De gedachte van Christus was al bij en in God op het moment dat de aarde schept.
Hermeneutiek
Betekenis = geïntendeerde betekenis, wat zich in het menselijk bewustzijn als beeld van een
werkelijkheid afspeelt.
Het is de innerlijke beweging voor de realisatie in taal of teken.
Een talig uiting of teken is betekenisvol als het participeert in het geïntendeerde betekenis.