Les 5: Dentogenese
Functie dentine= vorm van het element, dragen van de glazuurkap, stevigheid (kalkzouten) en
taaiheid(vezels)
Eerst de kroon (F) wordt gevormd dan pas de WORTEL (H).
Predentine= nog niet verkalkt
Tubuli= dentinekanalen die tot aan het glazuur
aanwezig is.
Collageen type I: meest voorkomend matrix eiwit van dentine, bot, cement, pezen
Dentine: 70% kalkzouten en 25% eiwit, waarvan 85% collageen
Grootste deel kalkzouten, 25% eiwit waarvan grootste deel collageen.
Collageensynthese in odontoblasten:
Allemaal fibrillen (dwarsbanden)
Collageensynthese in odontoblasten:
Eerst heb je een alpha-chain die wordt aangemaakt, en 3 van die kabeltjes
gaan om zich een strengen (triple helix) met een aantal losse eindes.
Procollageen wordt via peptidase afgekapt (onderste gedeelte). Het stukje
kabel wordt geassembleerd in collageenfibril (het krijgen van 1 geheel), op
dezemanier wordt collageen aangemaakt.
Hier zie je een elektropische opname vanuit de pulpa richting het
dentine, je kijkt tegen kalkzout aan die onverkalkt is, je ziet eigenlijk een
soort netwerk.
Matrix= materiaal tussen cellen.
‘
Hier zie je verkalkt dentine, je ziet duidelijke kanalen en verkalkt, wat zit er
in de kanalen?
Dentine vorming:
Pre-dentine = onverkalkt voorstadium
Laagsgewijs = appositioneel. Bij glazuur gelijk de hele matrix aangelegd
, De gaatjes in verkalkt dentine zijn kanalen (microscopisch)
Onderin de odontoblasten (blauwe cirkels), hebben allemaal uitlopers, bij
blauwe achtergrond wordt collageen aangemaakt.
1. Manteldentine zit tegen glazuurlaag aan ,als eerste
aangelegd, is niet echt goed bestand tegen breuken, dun
laagje.
2. Circumpulpaal dentine: hierin zitten uitlopers van odontoblasten, maken eerst pre-
odontoblasten (collageen)
3. Mineralisatiefront: collageenballen worden verkalkt. Eiwitten nodig voor de verkalking.
Bij glazuur (enameline). Bij dentine --> niet-collagene eiwitten.
Verkalkingseiwitten :
Dentine fosfoproteïnen (DPP eiwitten), osteopontinen , bot sialo proteinen (BSP)
Proteoglycanen = eiwitten met veel suiker en sulfaatgroepen
DPP-eiwitten worden geplakt aan het collageen, dat eiwit heeft
veel fosfaatgroepen, die liggen open, daar gaat calcium aan
zitten. Op die manier wordt de hele boel verkalkt.
Moleculair mechanisme dentine verkalking : Wat heb je nodig ? Eiwitten
die verkalking op gang brengen, 25% eiwit waarvan : 85% collageen en 15%
niet- collagene eiwitten.
Odontoblasten gaan zelf collageen aanmaken, hoe gaat die verkalking?
Die verkalkings eiwitten worden getransporteerd door kanalen en gaan naar
buiten toe om de boel te verkalken ( noemen we ook wel lindemodel)
Lindemodel= je hebt een odontoblast met een uitloper, eerst wordt
collageen aangemaakt en ook proteoglycaan (waterhoudende eiwitten die
een soort puddinkje maakt) daar zit pre collageen in, vanuit die uitlopers
boven worden een aantal van die verkalkingseiwitten afgezet. Dus bij het
mineralisatiefront worden eiwitten tegen het collageen aangeplakt zodat
het kan verkalken.
Verkalkingseiwitten lopen via de uitlopers naar de mineralisatiefront, bedekken van collageenvezels
en vormen van kristallen hydroxyapetit. Die verkalkde stof gaat verder omlaag zitten, er wordt nog
steeds pre dentine aangemaakt, dus die cellen worden naar beneden gedrukt. Die cellichaam trekt
zich terug en de mineralisatiefront gaat mee. Op die manier krijgt die dentinelaag steeds dikker. Die
uitlopers blijven nog steeds, ze lopen richting de glazuurlaag.
Belangrijkste vitamine voor collageen = Vit. C =ascorbinezuur
Heel rijk aan proline(aminozuur) , moet omgezet worden naar hydroxyproline (enzym die
nodig is om die eiwitketens aan elkaar te maken.) d.m.v. prolylhydroxylase
prolylhydroxylase werkt onder invloed van 2waardig ijzer, die omgezet wordt naar
3waardig ijzer. Zolang er 2 waardigijzer is kan de prolylhydroxylase z’n werk doen.
Vitamine C is heel belangrijk om 3waardig ijzer te reduceren tot 2 waardig ijzer. Zolang je
voldoende vit C hebt kan het systeem door blijven gaan.Wij mensen kunnen geen
vitamine c aanmaken, dit moeten we innemen via voeding.
Tekort aan Vit. C: -Scheurbuik, tandvleesontsteking,
inwendige bleodingen.