Leeruitkomsten Tentamen Duurzaamheid
Week 1
1. De student kan beschrijven wat sociale psychologie inhoudt en wat de rol van sociaal
afstemmen is voor mensen.
Sociale psychologie: wetenschappelijke studie van de manier waarop de gedachten,
gevoelens en gedragingen van mensen worden beïnvloed door de werkelijke of
voorgestelde aanwezigheid van andere mensen.
Sociaal afstemmen: elkaars stemmingen en gedragingen beïnvloeden en imiteren. Dit stelt
ons in staat om te anticiperen op een interactie die nog komen gaat. Voorbereid zijn op een
soepel lopend contact.
2. De student kan de sociale vergelijkingstheorie van Festinger (1954) beschrijven.
Het vergelijken met anderen heeft invloed op wat wij als mensen ergens van vinden, op ons
gedrag en hoe we bepaalde dingen ervaren. We zijn onszelf eigenlijk de hele dag door aan
het vergelijken met anderen.
o Sociale vergelijking: het beoordelen van je eigenschappen, kwaliteiten en meningen
doe je eigenlijk altijd in vergelijking tot anderen om te bepalen waar je staat. Volgens
Festinger wil je jezelf het liefst vergelijken met iemand die op je lijkt omdat de
informatiewaarde dan het grootst is. Het uitgangspunt van Festinger was dat
mensen hun eigen meningen en bekwaamheden willen evalueren, in lijn met het
eerder besproken accuraatheidsmotief
o Neerwaartse sociale vergelijking: wanneer mensen zich vergelijken met iemand die
slechter af is
o Opwaartse sociale vergelijking: vergelijkingsinformatie zoeken bij iemand die beter
is, in de hoop er iets van op te steken
3. De student kan het verschil tussen het privézelfbewustzijn en publiekszelfbewustzijn
herkennen in een korte casus.
Privézelfbewustzijn: nadenken over wat je ervan vindt en welke gedachten of gevoelens het
bij je oproept. De aandacht is gericht op de ‘binnenkant’.
Publiekszelfbewustzijn: van buitenaf naar jezelf kijken, alsof je iemand anders bent. Jezelf
bekijken door de ogen van een denkbeeldig publiek.
, 4. De student kan uitleggen wat zelfkennis en zelfbewustzijn is en hoe dit met elkaar
samenhangt.
Zelfkennis: ideeën over onze eigenschappen. De oorzaken van ons gedrag, hoe we bij
anderen overkomen en hoe onze toekomst eruitziet.
Het vermogen om expliciete zelfkennis op te bouwen veronderstelt dat je een zekere mate
van zelfbewustzijn hebt. Daarnaast worden belangrijke bronnen van informatie over het zelf
behandeld. De organisatie van zelfkennis gaat over verschillende facetten van onszelf en de
diverse rollen die we vervullen. Zelfwaardering betreft de vraag of je positief of negatief
tegen jezelf aan kijkt.
o De organisatie van zelfkennis zelfconcept zelfschema zelfcomplexiteit = veel
schema’s
Zelfbewustzijn: over jezelf nadenken
Mensen hebben allerlei ideeën over hun eigenschappen, interesses, meningen, oorzaken
van hun gedrag, kwaliteiten, plannen voor de toekomst etc.
Er zijn 2 vormen van zelfbewustzijn. Als je jezelf in gedachten ziet lezen, kijk je van buitenaf
naar jezelf, alsof je iemand anders bent. Dit is een uiting van publiek zelfbewustzijn; je
bekijkt jezelf door de ogen van een denkbeeldig publiek. Terwijl je zit te lezen, kun je ook
nadenken over wat je ervan vindt en welke gedachten of gevoelens het bij je oproept. Dit is
privé bewustzijn; de aandacht is gericht op de ‘binnenkant’.
5. De student kan uitleggen wat de functie is van het hebben van een zelfbewustzijn en
wat het effect is van een verhoogd zelfbewustzijn.
Functie zelfbewustzijn: Door je eigen reacties te observeren en aan te nemen dat
soortgenoten net zo zijn als jij, leer je ook van alles over je omgeving
Het stelt mensen in staat om hun gedrag af te stemmen op normen en idealen. Ze kunnen
zichzelf bekijken en hun gedrag en gevoelens vergelijken met hoe ze vinden dat ze zouden
moeten zijn (ought self) of zouden willen zijn (ideal self)
Een verhoogd zelfbewustzijn zorgt ervoor dat mensen hun normen en waarden beter
naleven en zich dus meer volgens hun persoonlijke normen gaan gedragen.
Nadelen verhoogd zelfbewustzijn:
o Onderbreking van gedragsroutines, waardoor je vaak slechter presteert op taken die
je normaal gesproken automatisch doet (bezwijken onder druk)
o Piekeren en angstige of depressieve gevoelens, omdat je wil voldoen aan de eisen of
idealen die door jezelf of door anderen zijn opgelegd.
, o Bij bekende mensen: continu in de spotlights staan jaagt iemands publiek
zelfbewustzijn omhoog, maar drank en drugs helpen daaraan te ontsnappen. Dit is
ook de reden dat veel beroemde mensen alcoholproblemen hebben
6. De student kan verschillende manieren benoemen en uitleggen hoe we aan kennis
over onszelf komen.
- Introspectie: hoe je naar binnen kijkt, naar je gedachten en gevoelens. Alleen jij kan
bij deze info. Introspectie is subjectief + impliciet.
- Zelfwaarneming: via de ‘buitenkant’ naar jezelf kijken. Je kijkt als buitenstaander
naar je eigen gedrag en interpreteert dit gedrag. Dit is dus puur naar het eigen
gedrag kijken zonder aandacht te geven aan je motieven of bedoelingen.
Zelfperceptie/waarneming is dus hoe je naar jezelf kijkt en een oordeel vormt.
Zelfperceptietheorie of zelfwaarnemingstheorie: een klassieke theorie die zelfwaarneming
beschrijft. Volgens deze theorie leren mensen zichzelf inderdaad kennen door op een
objectiverende manier naar hun eigen gedrag te kijken en daaruit hun eigenschappen af te
leiden. De zelfperceptie-theorie stelt dat mensen zelfperceptie alleen gebruiken bij gedrag
dat ze vrijwillig vertonen. Zelfperceptie kan misleidend werken. Doorgaans geldt echter dat
het tot betere inzichten leidt dan introspectie. Desondanks steunen mensen juist vaak op
introspectie, en lijken ze zelfperceptie te gebruiken als een soort tweede keus: als ze geen
sterke gevoelens of voorkeuren ervaren of niet goed weten wat ze van iets denken,
waardoor de signalen die ze van ‘binnenuit’ krijgen, zwak zijn.
7. De student kan beschrijven hoe zelfkennis georganiseerd is.
Zelfschema: kennis over het zelf in de vorm van een abstracte eigenschap; een kapstok om
informatie over jezelf aan te hangen. Kennis over het zelf in de vorm van een abstracte
eigenschap (bijv. eerlijkheid) en enkele meer concrete attributen en voorbeelden (van
wanneer je eerlijk was) daarvan.
8. De student kan uitleggen welke vormen van zelfwaardering er zijn en deze
herkennen in een casus.
Zelfwaardering: algemene evaluatie over zichzelf. Tevreden met jezelf zijn (hoge
zelfwaardering) of ontevreden zijn over jezelf (lage zelfwaardering).
- Expliciete (stabiele) zelfwaardering: wat je meet als je mensen vraagt hoe ze over
zichzelf denken.
- Impliciete zelfwaardering: aspecten die niet tot uiting komen als je mensen vragen
stelt, maar die aan het licht komen in zogenaamde indirecte metingen (zoals
lichaamstaal)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper wendyduijmelink2402. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.