Gezond gedrag 1: inleiding
Definitie drugs
Drugs zijn stoffen die het normale functioneren van ons centrale zenuwstelsel beïnvloeden. Zij
veranderen de manier waarop de zenuwen en hersenen werken, zodat iemand zich door drugs blij en
actief kan voelen of de buitenwereld op een andere manier kan ervaren. Er zijn vele stoffen die
invloed kunnen hebben op het bewustzijn. Er is pas sprake van drugs als het invloed heeft op het
bewustzijn, maar deze invloed wordt niet gezocht door mensen die met deze stoffen werken (en die
gebruikt worden met het doel om het bewustzijn te veranderen zonder dat daarvoor een medische
reden is).
Drugs hebben verschillende uitwerkingen waarvoor ze gebruikt worden:
- Verdovend/ bewustzijnsverminderend,
- Waarneming veranderen (hallucineren)/ tripmiddelen / bewustzijnsveranderd,
- Een combinatie van alles zoals cannabis.
- Stimulerende/ pep/ bewustzijnstimulerend: deze maken iemand energiek, alert en
opgewekt. Het zelfvertrouwen neemt toe en de gebruiker denkt de hele wereld aan te
kunnen. De concentratie is beter en er is het gevoel beter na te kunnen denken. Tot
stimulerende middelen behoren stoffen als: nicotine, cafeïne, cocaïne, 3MMC en xtc etc.
o Lichamelijke effecten hiervan: versnelde hartslag en ademhaling, verminderde
eetlust. De spieren spannen en bloeddruk gaat omhoog en de pupillen worden
groter. Blaas en darmen willen zich ledigen, waardoor iemand vaker naar het toilet
moet.
Soft drugs: drugs die geringe risico hebben op gezondheidsproblemen (wiet, benzodiapinen, cafeïne,
tabak, alcohol).
Hard drugs: drugs met een groter risico op gezondheidsproblemen (heroïne, GHB, speed, crystal
meth, cocaïne).
Welke betekenis geven mensen aan drugs:
- Religie, oorsprong als medicijn, voedsel en genotmiddel.
Tabak (stimulerend)
- Toepassing: pruimtabak, pijptabak, snuiftabak, roken.
- Effect: prettig, rustig en ontspannen voelen, beter kunnen concentreren, verminderde
eetlust.
- Werking: nicotine wordt niet afgebroken en geeft dus een signaal af op het dopamine
neuron en krijgt de opdracht om dopamine af te geven in het beloningscentrum. Nicotine
bereikt na 7 sec de hersenen.
- Via bv de longen naar het bloed komt de nicotine na 7 sec. in de hersenen terecht. In de
hersenen stimuleert nicotine de afgifte van dopamine waardoor je je lekker gaat voelen. Ook
kan het een extra adrenaline kick geven.
- Werkzame stof: nicotine.
- Bijwerking: heeft invloed op het autonome zenuwstelsel; verhoging van vitale functies.
Vermindering van eetlust, in hoge doseringen leidt het tot misselijkheid en braken.
- Risico’s:
, o Op korte termijn conditie is slechter, adem is slechter, budget, verslaving,
nicotinevergiftiging, meeroken.
o Op lange termijn ontwikkelen van verschillende soorten kanker of hart- en
vaatziekten of minder goed genezen van wonden. Maar ook slechte huid en tanden,
schade aan stembanden, geheugenproblemen, longaandoeningen, problemen met
vruchtbaarheid.
Cocaïne (stimulerend)
- Toepassing: snuiven, spuiten, roken of ‘chinezen’.
- Effect: je voelt je opgewekt en vrolijk. Je bruist van energie, wordt spraakzaam, en meent
sneller en helderder te kunnen denken. Je wordt zelfverzekerd en denkt alles te kunnen. Je
komt zogenaamd tot grote inzichten.
- Werking: werkt na enige minuten en houdt ongeveer een half uur aan, in de hersenen zorgt
de cocaïne ervoor dat de zenuwen bepaalde stofjes afscheiden. Deze stofjes heten
dopamine, serotonine en noradrenaline. Je voelt je hierdoor lekker en energiek, je hartslag
gaat omhoog. Cocaïne blokkeert de geleiding van prikkels in de zenuwen, waardoor je een
verdoofd gevoel krijgt in je neus. Cocaïne wordt in de lever afgebroken.
- Werkzame stof: Erythroxylon coca (zit in de bladeren van de cocaïneplant)
- Bijwerkingen: onrust, opgejaagdheid, hartkloppingen, angstig of verward worden, neiging
tot agressie of paranoia, laag libido, niet in rust kunnen komen, slapeloosheid.
- Risico’s:
o Op korte termijn: ontstekingen van het neusslijmvlies, vernauwt hart- en
bloedvaten, bij hogere dosering moeilijker een erectie te krijgen, groot risico i.c.m.
alcohol en problemen met versnijdingen.
o Op lange termijn: verandering van persoonlijkheid, vermoeidheid, gewichtsverlies,
achterdocht, depressie, verslaving
XTC (stimulerend en soms waarnemingsveranderend)
- Toepassing: slikken of poeder.
- Effect: je voelt je goed en ontspannen, je bent openhartig en praat makkelijk. Je voelt mee
met anderen en hebt behoefte aan contact en intimiteit. Je hoort de muziek beter en je
geniet van de lichteffecten. Je lichaam tintelt en je krijgt in om te bewegen en te dansen. Je
voelt je actief, alert en energiek. Je moeheid verdwijnt. Je spieren spannen zich aan en
bloeddruk stijgt. Pupillen worden wijder en je eetlust neemt af en kunt slecht slapen. Soms
treedt er een waarnemingsverandering op waardoor je wazig wordt of zelfs milde
hallucinaties kan krijgen.
- Werking: (wordt meestal geslikt) na het slikken duurt het 20 tot 60 minuten voordat het
werkt en is uitgewerkt na 5 tot 6 uur. In de hersenen zorgt XTC ervoor dat je hersencellen de
neurotransmitters afscheiden.
- Werkzame stof: MDMA (chemische structuur lijkt sterk op amfetamine).
- Bijwerkingen: slechte concentratie, moe zijn, slecht geheugen, trillingen, hartkloppingen,
minder gevoel, stijfheid en kramp in de spieren, verwardheid, onrustig gevoel, hallucinaties.
- Risico’s: oververhitting/onderkoeling, watervergiftiging, verhoogde vitale functies,
hersenbeschadiging, onveilige seks, verkeersongelukken, XTC+ andere middelen,
afhankelijkheid, sterfte, tanden.
3MMC (stimulerend)
, - Toepassing: snuiven, slikken of injecteren.
- Effect: vergelijkbare effecten als cocaïne en XTC. Gevoel van alertheid, energiek, meer
empathisch voelen en een gevoel van euforie.
- Werking: bij slikken treden de 1e effecten op tussen 15 minuten en 1 muur na inname. Bij
snuiven werkt het na enkele minuten. De piek wordt al snel bereikt en effecten kunnen 4 tot
7 uur aanhouden. Hoelang het middel werkt bij injecteren is onbekend. In de hersenen zorgt
3-MMC ervoor dat de afgifte van verschillende neurotransmitters toeneemt.
- Werkzame stof: synthetische cathinonen (lijken qua chemische structuur en effecten op
amfetamines).
- Bijwerkingen: slapeloosheid, agitaties, hallucinaties, hoofdpijn, verhoogde vitale functies,
verminderde eetlust, neiging tot bijnemen ‘craving’.
Speed (stimulerend)
- Toepassing: poedervorm of kan als bolletje geslikt worden.
- Effect: na gebruik voel je je goed en word je vrolijk. Je bent zelfverzekerd, het denken lijkt
sneller te gaan en je praat makkelijker en vlotter. Je wordt actief en energiek. Je
vermoeidheid verdwijnt en je uithoudingsvermogen neemt toe. Je kunt ook rusteloos, snel
geïrriteerd, agressief en angstig worden.
- Werking: bij slikken duurt het 20 tot 60 min. voordat het begint te werken. De effecten
duren 4 tot 6 uur. Bij snuiven komt het effect na 3 tot 10 minuten. De effecten duren 2 tot 6
uur en kunnen tot 12 uur nawerken. In de hersenen zorgt amfetamine ervoor dat zenuwen
de neurotransmitters gaan afscheiden.
- Werkzame stof: amfetamine.
- Bijwerkingen: vitale functies verhogen en luchtwegen verwijden, je krijgt stijve kaken en je
pupillen worden groter, droge mond, weinig eetlust en slapeloosheid.
- Risico’s:
o Op korte termijn: oververhitting/onderkoeling, tandproblemen, verkeersongelukken,
speed+ andere middelen geen goed idee, verhoging van bloeddruk en hartslag,
kater, schade aan het neusslijmvlies.
o Op lange termijn: hersenbeschadiging, afhankelijkheid, gewichtsverlies, uitputting,
depressies en psychoses.
Toedieningswijze en opname van drugs
Kleine bloedsomloop: Hart en longen (roken)
Grote bloedsomloop: door het hele lichaam (injecteren, snuiven, slikken).
Toediening is van belangrijk hoe snel het in het lichaam terecht komt. Via de kleine bloedsomloop is
er sneller effect.
Werking van drugs in de hersenen
Centraal en perifeer zenuwstelsel.
- Autonoom zenuwstelsel: onbewust, geen controle van de wil: hart, klierwerking,
spijsvertering en ademhaling.
o Sympathisch zenuwstelsel: stimuleert hartslag, ademhaling, verhoogt spanning in de
skeletspieren (XTC, 3MMC, cocaïne)
o Parasympatisch zenuwstelsel: remt hartslag, ademhaling en spierspanning (wiet,
slaapmiddelen, benzodyzapinen, heroïne, opiaten).