Sociologie 1: Inleiding
Sociologie bestudeert het samenleven van mensen in kleinere en grotere verbanden.
- Microniveau: individueel
- Mesoniveau: een bepaalde groep groepsdynamica.
- Macroniveau: de maatschappij, sociologie.
Voorbeelden sociologische vragen: schoolprestaties en opleidingsniveau van ouders, overgewicht en
stedelijk of landelijk wonen, inkomensverschillen tussen mannen en vrouwen, homoacceptatie en
levensovertuiging, sekse en beroepskeuze en woningnood in Nederland.
- Solidariteit: wie hoort bij wie?
- Hiërarchie: wie staat boven wie?
- Arbeid: wie werkt voor wie?
- Bezit: wat is van wie?
Verbondenheid sociologie
Interdependentie: mensen hebben elkaar nodig.
Sociologie bestudeert mensen in de samenlevingsverbanden die zij met elkaar vormen: ontstaan,
werking en verandering. We zijn afhankelijk van elkaar en elkaars kennis en kunnen. We maken met
zijn allen deel uit van een netwerk.
Bestaansvoorwaarden
Er zijn bestaansvoorwaarden die mensen afhankelijk maken van hun medemensen, de sociale
bestaansvoorwaarden:
- Voedsel
o Vroeger: agrarische sector is dominant, afhankelijk van gezinsleden qua verdeling.
o Nu: Afhankelijk van mensen buiten het gezin, zoals teling in het buitenland. Kleine
percentage wordt verbouwd door de agrarische sector.
- Beschutting
o Vroeger: Zelf maken van kleding, huizen werden gebouwd met anderen samen.
o Nu: Afhankelijk van veel gespecialiseerde mensen: kledingindustrie, winkels,
architecten, metselaars etc + vergoeding in geld en geen persoonlijke relatie.
- Bescherming
o Vroeger: roofdieren (jacht en bescherming), andere mensen, pacht en bescherming.
o Nu: Microben, andere mensen, afhankelijk van politie, leger, bewaking, artsen etc.
- Affectie
o Liefde, acceptatie, schaamte, schuld, afwijzing, waardering, status, reputatie etc.
- kennis en sturing.
Maar ook fysieke bestaansvoorwaarden:
- Zuurstof, temperatuur, water, seks en energie.
Dit zijn belangrijke voorwaarden die voldaan moet zijn voor het overleven van mensen. Pas als zich
een tekort of een bedreiging voordoet, worden mensen zich ervan bewust: de ervaren ze ergens
behoefte aan. Mensen zijn van andere mensen afhankelijk.
, Soorten netwerken
Mensen hebben met elkaar te maken, maar niet met allemaal evenveel en niet met iedereen op
dezelfde manier.
- Netwerken: via netwerken zijn mensen met elkaar verbonden.
- Netwerk en levensloop: het netwerk waarvan iemand deel uitmaakt verandert in de loop
van het leven. (bv. je wordt steeds minder afhankelijk van je ouders).
- Verwantschapsrelaties: in traditionele samenlevingen zijn dit de belangrijkste verbindingen,
zoals: gezin en familie.
- Verworven relaties: relaties die worden gevormd buiten het gezin of familie, zoals:
klasgenoten en collega’s.
- Indirecte verbindingen: de wereld is soms kleiner dan je denkt: onbekend iemand kent een
gemeenschappelijk persoon. Nuttig om connecties te maken.
- Netwerkontvouwing: in vroegere samenlevingen brachten de meeste mensen hun
levensdagen door binnen vrij klein, besloten, volledig en veelvoudig verbonden netwerk.
(iedereen kent elkaar). Tegenwoordig een ontvouwing.
Rollen
Afhankelijk van het netwerk waarin je functioneert, neem je andere rollen in. Voorbeeld: student,
collega, vriendin, dochter, voetballer, klant etc.
Thomas-regel
Als mensen verwachten dat iets gebeurt, dan hebben die verwachtingen gevolgen voor wat er
gebeurd.
Als de scholen in juli sluiten voor de zomervakantie, zullen ook winkeliers die zelf geen schoolgaande
kinderen hebben rond die tijd hun zaak sluiten omdat ze verwachten dat er in de vakantieperiode
niet veel te doen zal zijn. Vb. tijdens corona hamsteren om toiletpapier, uit angst voor tekorten.
Terwijl er geen tekorten zijn, maar we handelen naar onze omgeving zelfbevestigende
verwachting.
Als je naar een vakantiebestemming gaat waar wordt geadviseerd met dat het een rustige plek is en
goedkoop met veel voordelen en uiteindelijk blijkt dit niet zo te zijn zelfweerleggende
verwachting.
Blind proces
Ontwikkelingen binnen een samenleving zijn overwegend het resultaat van menselijke
handelingen die berusten op verwachtingen over de handelingen van anderen en het uiteindelijke
resultaat is vaak door niemand verwacht of bedoeld (verhuizen naar grote stad i.v.m. werk veel
mensen zelfde gedachte nieuwe bedrijven vestigen zich in die stad om gemakkelijk personeel te
kunnen vinden teveel nieuwe fabrieken/bedrijven waardoor de grond te duur wordt voor
woningen.
Afhankelijkheidspatronen van een samenleving