Week 1 les 1:
De overheid heeft allerlei bevoegdheden gekregen van de wetgever, vaak de formele
wetgever dus de regering en tweede kamer. Maar ook de gemeentes kunnen wetten maken.
De bevoegdheden van de bestuursorganen moeten ergens vast zijn gelegd, dat komt omdat
wij een democratische rechtsstaat zijn. Een vergunning is een type besluit namelijk een
beschikking.
Het bestuursrecht regelt:
- Een organisatie - bijvoorbeeld de organisatie van een gemeente, er zijn 3 organisaties:
gemeenteraad, college van B&W – dagelijks bestuur en de burgermeester zelf. Deze 3
vormen samen het gemeentebestuur oftewel de organisatie van de gemeente. Dit
staat in art. 6 gemeentewet
- Bevoegdheden – bijvoorbeeld het college is bevoegd bekeuringen te geven en die
bevoegdheden zijn gegeven door de wet
- Normering (rechtsnormen) – de overheid moet wanneer ze aan het werk gaat
rekening houden met bepaalde eisen
- Handhaving – niet van belang voor dit vak
- Rechtsbescherming – als je een vergunning hebt aangevraagd voor een tuinhuis en je
krijgt die niet, dan moet je een bezwaar indienen en anders kan je naar de
onafhankelijke rechter.
Bestuursorgaan is de overheid. Dat bestuursorgaan maakt gebruik van een bepaalde
bevoegdheid. Dit besluit komt terug aan de burger en die noemen we de belanghebbende.
Als het niet gaat om een besluit, dan is de AWB niet van toepassing (in tentamen wrs wel
besluit).
Rechtsnormen:
- Geschreven/ ongeschreven: bij geschreven wordt bedoeld vastgelegd in de wet.
- Bijzondere en algemene – bijzondere rechtsnormen zijn beleidsregels, formele
wetten etc en algemene rechtsnormen zijn bijvoorbeeld het zorgvuldigheidsbeginsel
en gelijkheidsbeginsel
- Veel beslissingsruimte
De Awb heeft een gelaagde structuur, dat betekent dat de regelingen van algemeen naar
bijzonder zijn opgebouwd. De bijzondere wetten gaat voor de algemene wetten.
De indeling van de Awb:
- Hoofdstuk 1: definities van het begrip waar het om gaat
- Hoofdstuk 2: heel algemeen
- Hoofdstuk 3: algemeen over besluiten
- Hoofdstuk 4: bijzonder over beschikkingen
- Hoofdstuk 5: handhaving – niet interessant voor dit vak
- Hoofdstuk 6: algemeen over bezwaar en beroep
- Hoofdstuk 7: bijzondere bepalingen over bezwaar
- Hoofdstuk 8: bijzondere bepalingen over beroep bij de rechter
Voorbeeld: dus als het gaat over beroep kijk je eerst in hoofdstuk 8 en als het daar niet in
staat ga je naar hoofdstuk 6.
, Opdrachten
Opdracht 1:
1. Art. 9 GW
2. De burgemeester – art. 172 gemeentewet en volgende van de gemeentewet j.o. art.
5 lid 1 WOM
Opdracht 2:
3. De bevoegdheid van een vergunning vragen moet ergens in de wet staan, dat staat in
art. 2.4 lid 1 Wabo dus de buurman heeft gelijk
4. De uitvoerende macht is verplicht haar optreden op de wet te berusten en zich aan
de wet te houden.
5. In alle gevallen, maar in ieder geval belastend overheid optreden dus optreden waar
de burger last van hebben – zon vraag komt niet op tentamen
6. A de ordenende functie van de overheid bestaat al heel lang, de overheid moet orden
scheppen in de samenleving.
B De presterende functie, de sturende en de functie arbitrerende functie
7. A Stichting, vereniging NV, BV art. 3:2 BW
B Gemeente, staat, provincie, waterschappen
8. Is meer belangrijk voor het staatsrecht. Mag de overheid zomaar, zonder dat de
wetgeving dat gezegd heeft, stop fluor in het drinkwater. Nee dat mag niet omdat het
iets heel aangrijpends is. Ook al is fluor goed voor je, je moet het zelf kunnen
bepalen. De Hoge Raad zei: dit is zo ingrijpend, hier moet een wettelijke basis voor
zijn, en die was er niet.
9. Het algemene deel is de Awb, een bijzondere wet is de participatie wet of de wabo.
10. X
11. Het awb recht ken 3 types: het dwingend recht, aanvullend recht en regelend oftewel
semidwingend recht. Dwingend recht betekent er kan niet van worden afgeweken
voorbeeld is art. 6.5 Awb. Aanvullend recht is als de awb zegt: het mag in eerste
instantie worden geregeld door de gemeente en als de gemeente dat niet doet dan
geeft awb een regeling, dus dan vult de awb het aan, voorbeeld is art. 4:13 lid 1 Awb.
Bij regelend recht is het uitgangspunt de awb maar kan er wel worden afgeweken,
voorbeeld is art. 4:1 Awb. Op tentamen even kijken naar deze 3 voorbeeld artikelen
of de wettelijke delictsomschrijving daarop lijkt.
Week 1 les 2:
Legaliteitsbeginsel bevoegdheden berusten op wettelijke grondslag (wifz, wimz, APV,
provinciale vo) en zijn in altijd terug te voeren op een wet in formele zin of de grondwet.
Specialiteitsbeginsel bevoegdheid mag slechts worden gebruikt voor het doel waarvoor
de bevoegdheid is verleend
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper noaterhorst. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,39. Je zit daarna nergens aan vast.