100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Hoorcolleges Inleiding Klinische Neuropsychologie €3,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Hoorcolleges Inleiding Klinische Neuropsychologie

11 beoordelingen
 357 keer bekeken  56 keer verkocht

Zeer uitgebreide samenvatting van alle hoorcolleges van Inleiding in de Klinische Neuropsychologie. Met behulp van deze samenvatting heb ik het vak afgerond met een 9.

Voorbeeld 4 van de 101  pagina's

  • 26 juni 2017
  • 101
  • 2016/2017
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (24)

11  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: issamchaouki2 • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: nikkiklijn • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: Ammeeeeee • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: sterrevanbeers • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: rosannevanrongen • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: nadinehoogendoorn • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: valkivit • 6 jaar geleden

Bekijk meer beoordelingen  
avatar-seller
psychologiesamenvattingenuvt
Hoofdstuk 1

Neuropsychologie = verklaring van menselijk gedrag als hersenfuncties.

De eerste ideeën van de huidige neuropsychologie waren al een beetje ontstaan vanaf 1800:
- Cerebrale lokalisatie = idee dat mentale functies zich op specifieke plaatsen in de hersenen gelokaliseerd zijn.

Er was toentertijd echter veel discussie over deze cerebrale lokalisatie en vanaf 1800 kwam er hierdoor een
periode met voor- en tegenstanders van dit idee. Enkele hoogtepunten:
1. Lokalisationisten Gall & Spurzheim = zij deelde het schedel op in verschillende delen die ieder een specifieke
functie zouden weergeven. Als iemand erg goed was in een bepaalde functie (bv. rekenen), moet je dit kunnen
zien aan een uitstulping van het schedel op dat gebied  frenologie/schedelleer
2. Anti-lokalisationist Flourens = hij nam systematisch kleine stukjes van de cortex weg bij proefdieren en keek
of hun gedrag als gevolg hiervan veranderden. Het bleek dat het gedrag vaak niet veranderden of als het
veranderden dan was er geen sprake van een blijvend gedragseffect, maar was er herstel mogelijk.

3. Lokalisationisten Broca en Wernicke = zij zagen relaties tussen hersenbeschadigingen en taalstoornissen.
- Broca = had een patiënt die taal wel begreep, maar niet kon produceren (= motorische afasie)
 Broca ondervond schade in de linker frontaal kwab (motorisch gebied) van deze patiënt,
wat we nu nog steeds het gebied van Broca noemen.
- Wernicke = had een patiënt die taal wel kon produceren, maar niet begreep (= sensorische afasie)
 Wernicke ondervond schade in de linker temporaal kwab (auditief gebied) van deze
patiënt, wat we nu nog steeds het gebied van Wernicke noemen.




4. Lokalisationisten Fritz & Hitzig en Munk = zij zagen dat als je bij dieren bepaalde hersengebieden stimuleert
met elektronen, de dieren een bepaald motorisch of sensorisch effect lieten zien.
- Fritz & Hitzig = toonde aan dat een dier motorische bewegingen (bv. poot omhoog) vertoonde als ze
de motorische cortex (in frontaal kwab) stimuleerden.
- Munk = toonde aan dat een dier visuele/sensorische stoornissen (bv. blind werd) kreeg als ze de
occipitale cortex (in occipitale kwab) stimuleerden.

5. Anti-lokalisationisten Goltz en Lashley = zij maakten een laesie in de cortex van dieren en ondervonden
verschillende principes:
- Principle of mass action = hoe groter de laesie bij dieren, hoe sterker het effect op gedrag.
- Principle of equipotentiality = een bepaalde functie zit niet op één specifieke plek in de cortex, maar
op meerdere plekken.
Voorbeeld: Als je een laesie maakt op een gebied van bv. het geheugen dan kunnen andere
geheugen gebieden het geheugen aanvullen.
- Brain’s plasticity = dit hielt bij hen in dat het brein kan herstellen na een laesie

Daarnaast ondervonden ze het volgende bij de dieren:
- Complexe stoornissen van gedrag (bv. moeite met zoeken naar voedsel) traden op bij een laesie in de cortex.
- Eenvoudige functies van gedrag (bv. staan, lopen, eten) bleven bestaan na een laesie in de cortex.
Conclusie: bij dieren zijn enkel de complexe gedragingen in de cortex gelokaliseerd, de eenvoudige
gedragingen zijn subcorticaal (bv. in de ruggenmerg, hersenstam) gelokaliseerd.
 Let op: bij mensen zijn ook meer enkelvoudige gedragingen in de corticaal gelokaliseerd.
Want als bij mensen de cortex beschadigd is raken ze bv. verlamd en kunnen ze niet meer
lopen (= eenvoudige gedrag).

,6. Lokalisationisten Penfield & Rasmussen = zij stimuleerde bij patiënten tijdens hersenoperaties bepaalde
gebieden van de cortex en maakten op deze manier een ‘kaart’ die de functies van de cortex weergaf (bv. als
gebied 1 gestimuleerd wordt gaat men herinneringen ophalen en bij gebied 2 gaat men praten)
Doel: vroeger dacht men dat je bij mensen met bv. een tumor het beste zoveel mogelijk weg kon
snijden om de tumor heen, zodat de tumor zeker weg is. Maar met deze kaart willen Penfield &
Rasmussen duidelijk maken dat je niet zomaar alles weg moet snijden, want dan gaan andere
belangrijke functies weg (bv. herinneringen gaan weg of spraak gaat weg).

Naast deze periode van voor- en tegenstanders van de lokalisationisten, kwam Wernicke met een afasiemodel:
- Wernicke’s afasiemodel = idee dat mentale functies niet op één plaats in de cortex liggen, maar op meerdere
plaatsen gelokaliseerd zijn en onderling met elkaar verbonden zijn (neuraal netwerk)

Stoornissen kunnen volgens dit model van Wernicke dus het gevolg zijn van twee soorten beschadigingen:
1. Beschadigingen in gebieden van de cortex, ofwel beschadiging van de grijze stof (= zenuwcellen)
2. Beschadigingen van banen tussen verschillende gebieden van de cortex, ofwel beschadiging van witte stof
(= axonen / de ‘draadjes’ tussen de zenuwcellen). Voorbeelden van zulke beschadigingen in witte stof:
- Geleidingsafasie = onvermogen om voorgezegde zinnen na te zeggen door een beschadiging in de
fasciculus arcuatus (= de connectie tussen het gebied van Broca en het gebied van Wernicke)
- Alexie = onvermogen om te lezen door een beschadiging in de connectie tussen het visuele gebied
(occipitale kwab) en het gebied van Wernicke (temporaal kwab)
- Apraxie = onvermogen om complexe bewegingen uit te voeren door een beschadiging in de
connectie tussen het motorische gebied (frontaal kwab) en sensorische gebied (pariëtale kwab)

De verschillende ideeën tussen de lokalisationisten en de anti-lokalisationisten werden als het waren een
beetje ‘gecombineerd’ in het hiërarchische model van Hughlings-Jackson:
- Hiërarchisch model van Hughlings-Jackson = gaat uit van de volgende principes:
- Hersenfuncties worden complexer naarmate men van lagere delen/subcorticale delen (bv.
ruggenmerg, hersenstam) naar hogere delen/corticale delen (bv. cortex) gaat.
- Om hogere, complexere functies waar te maken heb je lagere, eenvoudige functies nodig. Alle delen
van de hersenen (dus zowel subcorticale als corticale gebieden) zijn dus in principe betrokken bij
complexere gedragingen, waardoor complexe functies moeilijker te lokaliseren zijn dan enkelvoudige
functies omdat dus veel gebieden tegelijk actief zijn.
Voorbeeld: om piano te kunnen spelen (hoge, complexe functie) moet je eerst afzonderlijk je
vingers kunnen bewegen (lage, eenvoudige functie)

De bevindingen van de anti-lokalisationisten Goltz & Lashley verklaarde Hughlings-Jackson als volgt:
 Gedragingen van dieren zijn minder complex dan gedragingen van mensen, waardoor dieren minder
afhankelijk zijn van het gebruik van de cortex. Een laesie in de cortex bij dieren zal dus ook maar een klein
effect in gedrag van het dier aantonen, aangezien ze makkelijk kunnen terugvallen op de subcorticale gebieden
Conclusie: dieren hebben een grotere kans op herstel na een laesie (= grote plasticiteit)

De moderne opvatting van functielokalisatie sluit heel erg aan bij de bovenstaande twee ideeën van Wernicke
en Hughlings-Jackson:
- Moderne opvatting van functielokalisatie = gaat namelijk uit van de volgende principes:
- Parallel distributed processing = gedragsfuncties zijn afhankelijk van verschillende locaties in het
brein die gelijktijdig actief zijn en onderling met elkaar samenwerken (neuraal netwerk).
 Bindingprobleem (H10) = probleem dat men niet weet hoe allerlei verschillende locaties
met verschillende functies geïntegreerd worden tot één ondeelbare, actie en
bewustzijnservaring of probleem dat men niet weet hoe rechter- en linkerhemisfeer tot één
geïntegreerd actie of bewustzijnservaring komen.
Voorbeeld: als je kijkt naar een nieuwslezer die op de TV aan het praten is dan integreer je de
complexe visuele beelden met de gesproken taal tot één indruk, maar hoe doe je dit?
- Hiërarchisch model = Om hogere, complexere functies waar te maken heb je lagere, eenvoudige
functies nodig. Alle delen van de hersenen zijn dus in principe betrokken bij complexere gedragingen,
waardoor complexe functies moeilijker te lokaliseren zijn dan enkelvoudige functies omdat dus veel
gebieden tegelijk actief zijn.

,- Neurale plasticiteit = het blijkt dat het brein een flexibel orgaan is dat kan veranderen.
Voorbeeld: de organisatie van het brein kan veranderen doordat bv. de omgeving veranderd,
men herstelt van een laesie, men dingen leert, ervaringen opdoet, zich ontwikkeld etc.
- Individuele verschillen in functielokalisatie = dit komt waarschijnlijk vooral doordat er
verschillen zijn in de hoeveelheid gyri en sulci van de hersenen.
- Gyri = de bochten/windingen/rondingen/bobbels van de kronkels
- Sulci = de groeven/kuilen van de kronkels
 MAAR: tegenwoordig zien we dat als je de cortex uitvouwt de functielokalisatie toch redelijk
vergelijkbaar is tussen individuen!

, Hoofdstuk 2

Drie vragen die in dit hoofdstuk worden behandeld:
1. Is er een relatie tussen de grootte van de hersenen van een diersoort en de mate van cognitieve
functies/intelligentie die het diersoort heeft?

Antwoord tegenwoordig:
JA, hogere, intelligentere diersoorten (bv. de mens) hebben grotere hersenen dan lagere, minder intelligentere
diersoorten (bv. katten). Deze grotere grootte van de hersenen blijkt uit:
- Hoge encefalisatiequotiënt = hersengewicht÷verwacht hersengewicht op grond van lichaamsgewicht
- Hoog aantal hersencellen

Deze grotere omvang van de hersenen is vooral te wijten aan grotere corticale gebieden (i.p.v. aan grotere
subcorticale gebieden). De cortex is groter omdat hogere diersoorten meerdere gebieden in de cortex hebben.
Voorbeeld: De mens heeft in de occipitale cortex meerdere visuele gebieden (V1 t/m V4), waarbij
ieder gebied een aparte functie heeft (bv. kleur, vorm etc.) Bij lagere diersoorten zijn er minder van
deze visuele gebieden aanwezig waardoor ze dus ook minder visuele functies kunnen
uitoefenen (bv. geen kleur kunnen zien)
 Evolutionaire reden: lagere diersoorten eten geen vruchten en hoeven dus ook
niet te zien of vruchten rijp zijn, vandaar dat ze deze ‘kleur-functie’ niet hebben.

2. Is er een relatie tussen de grootte van de hersenen en de mate van cognitieve
functies/intelligentie binnen één soort, met name de mens?

Antwoord vroeger:
NEE, er was vroeger geen duidelijke relatie gevonden tussen grootte van de hersenen en intelligentie
Reden: er was waarschijnlijk geen relatie gevonden door enkele methodologische beperkingen die
toen niet werden meegenomen, voorbeeld:
- Er werd vroeger niet gecontroleerd voor leeftijdseffecten, dit is wel nodig want de omvang
van de hersenen neemt gemiddeld af met de leeftijd.
- Er waren vroeger nog geen goede intelligentietesten beschikbaar

Antwoord tegenwoordig:
NEE, er wordt tegenwoordig ook geen duidelijke relatie gevonden tussen grootte van de hersenen en
intelligentie.
- Voorbeeld: vrouwen hebben gemiddeld kleinere hersenen dan mannen, maar er zijn geen duidelijke
verschillen in intelligentie tussen mannen en vrouwen.
Reden: er wordt waarschijnlijk geen relatie gevonden doordat hersenen naast neuronen ook voor een
groot deel bestaan uit andere structuren, zoals gliacellen en bloedvaten.

3. Is er een relatie tussen het aantal neuronen van de hersenen en de mate van cognitieve
functies/intelligentie binnen één soort, met name de mens?

Antwoord tegenwoordig:
JA, mensen met een reductie van grijze stof (zenuwcellen van de neuronen) of witte stof (axonen van de
neuronen) hebben meer kans op cognitieve problemen.
 We zien dat als iemand zichzelf cognitief gaat trainen, zijn hoeveelheid witte en grijze stof gaat
toenemen (= neurale plasticiteit)

Naast cognitieve problemen hebben mensen met een reductie van grijze en witte stof ook vaker last van een
heleboel andere stoornissen (denk aan Alzheimer, epilepsie, ADHD, anorexia, schizofrenie etc..!)
 We zien dat als iemand herstelt van de stoornis, de witte en grijze stof weer gaat toenemen
(= neurale plasticiteit)

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper psychologiesamenvattingenuvt. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 57727 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,49  56x  verkocht
  • (11)
  Kopen