Ondernemingsrecht College 1
Een onderneming heeft 4 kenmerken:
Art. 2 handelsregister besluit 2008
1. Doel om winst te maken: vermogensrechtelijk voordeel te behalen.
Bijvoorbeeld: Voorkomen van kosten.
2. Inbreng van arbeid: een dienst verlenen, goederen leveren/verkopen.
3. Middelen inbrengen: geld van bijvoorbeeld auto’s, kennis, scooter in je
arbeidsproces.
4. Deelname aan economisch verkeer: openbaar verkoop (is het een grote
schaal)?
De gevolgen van een deelname aan het economische verkeer is dat de
onderneming moet worden ingeschreven in art. 5 Hregw 2007.
Rechtspersoon: de rechtspersoon wordt gelijk gesteld aan een natuurlijk
persoon. Een onderneming is een rechtssubject, stukje vermogen. Een
rechtspersoon is een persoon. De rechtspersoon en natuurlijk persoon zijn gelijk
aan elkaar en heeft te maken rechten en plichten.
Art. 2:5 BW. De rechtspersoon heeft ook rechten plichten en een onderneming
niet.
Een natuurlijk persoon komt op een natuurlijke manier tot stand en een
rechtspersoon op een juridische constructie.
Benoeming van een onderneming:
1. De reële beredenering: de onderneming is een vermogensrecht. Je kan het
verkopen.
2.
3. Institutionele benadering: er moeten mensen zijn in de onderneming die
werken en die er in investeren. Een kleine samenleving.
Focus op NV/BV: bestuur, aandeelhouders, rechter van commissaris,
werknemers. Dit zijn verschillende hoedanigheden. Hebben verschillende
belangen, je moet er zien mee om te gaan en dat maakt het een instituut.
Over de samenleving:
1. Art. 2:8 BW: redelijkheid en billijkheid. Bijvoorbeeld: als het bestuur
ontslagen wordt, dan moet er rekening gehouden worden met het redelijk
en billijkheid.
2. Art. 2:25 BW: Alle regels zijn van dwingend recht. Van de bepaling kan
afgeweken worden als dit uit de wet blijkt. Als dit er niet was, dan zou dat
ten koste gaan van de rechtszekerheid.
Rechtshandeling namens NV/BV i.o.
,Voordat je met een NV/BV begint, dat je in de voorfases al rechtshandelingen kunt
verrichten.
Waar heeft de wetgever dit mogelijk gemaakt? Art. 2:93 BW en 2:203 BW
Zorg ervoor dat je startklaar bent!
Aansprakelijkheid:
Bijv. je wilt een bakkerij openen.
Ik handel nu, maar dat doe ik niet namens mezelf. Ik doe dat voor een persoon, maar
die rechtspersoon bestaat nog niet, want die moet nog tot stand komen.
Lid 2: als je handelt let er dan wel op, omdat de persoon er nog niet is, dan moet er
wel iemand aansprakelijk zijn. Dat ben jij dan, want jij bent de persoon die handelt.
(Vennootschap is nog niet opgericht, daarvoor wordt een rechtshandeling verricht
(bijv. een huurovereenkomst) en er wordt dus in die periode (van de rechtshandeling
tot aan de oprichting) zegt art. 2:93 en 2:203 het tweede lid: dat jij als handelende
persoon aansprakelijk bent.
De vennootschap is inmiddels opgericht, op dat moment kan de aansprakelijkheid
veranderd worden. Als de vennootschap de rechtshandeling uitdrukkelijk of
stilzwijgend bekrachtigd, dan is de vennootschap aansprakelijk (=Lid 1 )
Lid 2: je hoort dat de aansprakelijkheid van de handelde persoon ophoudt, maar niet
wat er daarna gebeurt! Dus het is Lid 1!
Rechtspersonen die net zijn begonnen, zijn heel kwetsbaar. En diegene die hier last
van kan hebben, de kwetsbaarheid, wil de wetgever beschermen.
Zoals niet betaling, niet nakoming.
Lid 3: als de handelde persoon wist of redelijkerwijs kon weten dat de vennootschap
haar verplichtingen niet kon nakomen, dan is de handelende persoon aansprakelijk.
De wetgever zegt als je binnen een jaar failliet gaat. Dan is dat redelijkerwijs te
vermoeden. Hoeft dus niet persé. Als de casus aangeeft dat de vennootschap
binnen een jaar na oprichting failliet is gegaan, dan leidt die situatie tot vermoeden
van wetenschap dat de vennootschap wist of redelijkerwijs kon weten dat ze haar
verplichtingen niet kon nakomen. Dit leidt niet direct tot aansprakelijkheid! Ga de
stappen langs. Is er faillissement? Vermoeden? Is er een weerlegging?
Los van dat kun je het weten als het een te dure overeenkomst hebt gesloten, je kan
dit weten, als je weet hoeveel er in de vennootschap is gebracht. Kijk altijd naar het
budget wat je had.
Onverminderd (=het maakt niet uit dat bestuurders voor diezelfde rechtshandeling
ook aansprakelijk kunnen zijn, dat neemt niet weg de aansprakelijkheid van lid 3. Jij
als handelde persoon blijft aansprakelijk). Bestuurders kunnen alleen maar bestaan
wanneer de vennootschap bestaat. De eerste zit het in de bekrachtiging, de
vennootschap wordt vertegenwoordigd door de bestuurders. Dus zij zeggen ‘’komt
wel goed’’. Maar als het niet goed komt en het bestuur had dit kunnen weten, dan
kunnen ze dus aankloppen bij het bestuur. Dit is het Beklamel arrest (=onrechtmatige
daad art. 6:162 BW). Het is niet netjes (=maatschappelijke onbetamelijkheid). Of
tussen de oprichting en inschrijving de rechtshandeling wordt bekrachtigd en
daarmee wordt een rechtshandeling verricht. Dus de handelende persoon en het
,bestuur is hoofdelijk aansprakelijk. Diegene die wil vorderen kan een van de
twee kiezen!
Motiveren voor oprichting NV/BV:
- Beperkte aansprakelijkheid voor aandeelhouders (=Art. 2:64/175 lid 1 BW).
- De aandeelhouders zijn niet aansprakelijk, want zij zijn eigenaren.
- Belastingtechnisch
Overdraagbaarheid aandelen:
Bij een BV is dat alleen op naam Art. 2:175 lid 1 BW.
De blokkeringsregeling hoeft niet toegepast te worden.
NV kan ook op naam en toonder.
NV heeft geen blokkeringsregeling.
Oprichtingsvereisten (art. 64/175 lid 2 BW):
1. Oprichtingshandeling (intentieverklaring of overeenkomst)
2. Notariële akte (+ statuten, art. 2:66/177 BW)
3. Deelname in het kapitaal
Geen notariële akte:
Dan ontstaat de rechtspersoon niet (= art. 2:4 BW).
Bij overige oprichtingsgebreken geldt art. 2:21 lid 1 sub a BW, dan is de
rechtspersoon vatbaar voor ontbinding.
Inschrijving is geen oprichtingsvereiste, maar het is wel een plicht
Heb je een rechtspersoon met een onderneming, dan is de inschrijving van de
onderneming voldoende.
Art. 6 jo. 7 Handelsregisterwet 2007
Gevolgen van niet inschrijven staat in art. 2:69/180 lid 2 sub a BW
Alle Bestuurders zijn naast vennootschap hoofdelijk aansprakelijk voor
rechtshandelingen tussen de oprichting en de inschrijving.
Arrest: Staalbankiers/Elko Management
Jurisprudentie:
,Arrest: Kabeh/Jewels
Hoekstra die richt deze onderneming op. De vennootschap is nog in oprichting, maar
Hoekstra sluit wel alvast een huurovereenkomst met de wederpartij (Holma BV).
Daarna wordt Kabeh/Jewels opgericht en bekrachtigd ook deze huurovereenkomst.
Er wordt niet nagekomen.
Holma BV zegt als je niet nakomt, als Hoekstra dit wist of redelijkerwijs kon weten
dan is de handelende persoon aansprakelijk (=Hoekstra).
Rechtbank zegt:
Lid 3
Hoekstra jegens Holma aansprakelijk is indien Hoekstra wist of redelijkerwijs kon
weten dat de vennootschap zijn verplichting niet zou kunnen nakomen.
Rechtbank was hier van mening, omdat hij dit als oprichter kon weten en daarna als
bestuurder. Dit is verkeerd, want de bestuurder heeft hier niks mee te maken. Je
bent pas aansprakelijkheid, als je voor de overeenkomst wist dat de verplichtingen
niet na gekomen zou kunnen worden door de vennootschap.
Arrest: Clara + Candy
Een vennootschap in oprichting, heeft na de oprichting zijn naam en bestuurders
veranderd. Tevens is het doel veranderd.
Was een bakkerszaak en werd een elektronicawinkel.
Andere bestuurders.
Er is maar een partij die mag bekrachtigen.
Het moet de vennootschap zijn die de partijen op het oog hadden.
1. De personen moeten hetzelfde zijn
2. Het doel/aard moet hetzelfde zijn
3. De naam moet hetzelfde zijn
Als er hieraan voldaan wordt, dan is de vennootschap aansprakelijk.
Letten op de situatie, gevoelskwestie. Er kan ook aan 1 voldaan zijn.
Arrest: Staalbankiers/Elko Management
Casus
Praktijkcasus 2
Akkermans wil een fietsenhandel starten en wenst daartoe een BV op te richten.
Vooruitlopend op de oprichting onderneemt hij reeds de nodige activiteiten. Hij handelt
,daarbij steeds namens Akkermans Fietsen BV i.o. Zo plaatst hij een vacature voor een
verkoopmedewerker, en bestelt hij op 1 juni bij fabrikant Gazelle een partij fietsen voor een
bedrag van € 35.000,-. (1 inkoop) Op 25 juni wordt de heer Bakker aangenomen. (2
arbeidsovereenkomst)
Diezelfde dag levert Gazelle de bestelde fietsen op het door Akkermans opgegeven adres af.
Akkermans Fietsen BV wordt op 1 juli opgericht en op 1 augustus ingeschreven in het
handels register. Akkermans is blijkens de akte van oprichting enig aandeelhouder en
bestuurder van de vennootschap. Een deel van de gekochte fietsen wordt al in de eerste
week na de opening van de winkel (op 5 juli) verkocht. (3 verkoop) De vennootschap blijft
niettemin in gebreke met de betaling van de koopsom aan Gazelle ad € 35.000, ondanks
herhaald verzoek daartoe gedaan in augustus en september door Gazelle.
a. Wie is op 25 juni eigenaar geworden van de afgeleverde partij fietsen?
Het is verricht namens Akkersmans Fietsen BV i.o.
Art. 2:203 lid 2 BV zegt dat de handelende persoon aansprakelijk is. In dit geval is dat
Akkermans. Aan hem komen de rechten en plichten toe.
b. Wie kan of moet Gazelle in rechte aanspreken tot betaling indien betaling
vrijwillig uitblijft? + c. Kan Gazelle eventueel nog een andere vordering
instellen, en zo ja, tegen wie?
De fietsen zijn verkocht, dit is een stilzwijgende bekrachtiging. Je kan niet iets
verkopen als je het niet met de aankopen eens bent. De verkoop van die fietsen
impliceert de stilzwijgende bekrachtiging. Oprichting en bekrachtiging is gebeurd, dan
gaan de rechten en plichten over naar de rechtspersoon. Art. 2:203 lid 1 BW.
Dus gazelle kan in eerste instantie de vennootschap aansprakelijk stellen. (1)
De inschrijving is nog niet voltooid, maar er is wel rechtshandeling. Art. 2:180 lid 2
BW. (=Dit leidt tot hoofdelijk aansprakelijkheid naast de vennootschap voor de
bestuurders). De bestuurder is aansprakelijk en dat is hier Akkerman. (2)
Als er uiteindelijk niet wordt betaalt voor de bekrachtigde rechtshandeling dan is de
handelde persoon aansprakelijk art. 2:203 lid 3 BW. Hij is hier aansprakelijk, omdat
hij de handeling heeft verricht voor de oprichting. Akkerman is hier als hoedanigheid.
Weet Akkerman in dit geval dat de vennootschap haar verplichtingen niet zou
nakomen? Hij kon ook voor minder fietsen kopen, €35.000 is een te hoog bedrag als
je net begint! Hoeveel kapitaal heeft dit bedrijf? Dan is de handelende persoon
aansprakelijk. (3)
Maar als je de casus te zwak vindt, dan geef je dat aan en zeg je dat de handelende
persoon niet aansprakelijk is. Dit kan ook.
d. Bij wie is Bakker op 25 juni in dienst getreden?
Met Akkerman zelf, dus de handelende persoon. Art. 2:203 lid 2 BW. De handelende
persoon is hier zelf aansprakelijk, zolang het nog niet is bekrachtigd door de
rechtspersoon.
e. Moet de vennootschap bij of na haar oprichting de arbeidsovereenkomst
bekrachtigen?
Met zulke duur overeenkomsten (=duur en arbeid) nemen we vrij snel aan dat hier
sprake is van een stilzwijgende bekrachtiging.
, Je hebt een expliciete weigering nodig van die overeenkomst, wil je van die
rechtshandeling afkomen.
f. Bij wie kan Bakker een loonvordering indienen indien de vennootschap binnen
een jaar na haar oprichting zou failleren?
Art. 2:203 lid 1 BW: Bakker kan in eerste instantie de vennoot aanspreken, want de
vennootschap heeft het bekrachtigd.
De vennootschap is failliet.
Art. 2:203 lid 3 BW:
De handelende persoon die is pas aansprakelijk als hij wist of kon weten dat de
vennootschap haar verplichtingen niet zou nakomen. Faillissement binnen een jaar
leidt tot een vermoeden van deze wetenschap. Dit leidt niet direct tot
aansprakelijkheid, maar tot een vermoeden van wetenschap. Dit kan je weerleggen
en ontkennen. (kijk in casus of er iets in staat hierover). Pas als het niet kunt
weerleggen of ontkennen dan leidt dit dus tot aansprakelijkheid.
College 2 Kapitaalbegrippen
Voordelen van een rechtspersoon:
- Beperkte aansprakelijkheid.
Ontstaan van aandelen.