Criminologie
samenvatting
Leerjaar 22-23 minor ketenanalyse
,Inhoud
1. Leerdoelen..........................................................................................................................................3
2. Samenvatting......................................................................................................................................7
Hoofdstuk 1: inleiding.........................................................................................................................7
Hoofdstuk 2: aard en omvang van criminaliteit..................................................................................8
Hoofdstuk 3: spanningstheorieën, strain en (sub)cultuur..................................................................9
Hoofdstuk 4: sociologische criminologie..........................................................................................11
Hoofdstuk 5: Biosociale en psychologische criminologie..................................................................12
Hoofdstuk 6: kritische en hedendaagse stromingen in de criminologie...........................................15
Hoofdstuk 7: organisatiecriminaliteit, georganiseerde misdaad en integriteit.................................16
Hoofdstuk 8: criminaliteit, situationele factoren en de publieke ruimte..........................................17
Extra: penologie................................................................................................................................19
3. Opdrachten.......................................................................................................................................21
2
, 1. Leerdoelen
1. Uitleggen wat de criminologie als wetenschap inhoudt en de aandachtspunten daarin
herkennen in een nieuwe situatie.
Criminologie is de wetenschap die criminaliteit vanuit verschillende invalshoeken benadert. Daarbij
wordt gebruik gemaakt van kennis uit verschillende disciplines, zoals psychiatrie, geneeskunde,
sociologie, psychologie, rechtswetenschappen, antropologie en politicologie. Afhankelijk van zijn
achtergrond en van de vragen die de maatschappij op dat moment bezighouden, zal de aandacht van
de criminoloog zijn gericht op de criminaliteit als verschijnsel op de persoon of misdadiger, op het
slachtoffer van criminaliteit, op de plek van criminaliteit binnen het heersende politieke systeem, of
op reacties om op criminaliteit te reageren.
2. uitleggen waarom criminaliteit een sociaal construct is
Criminaliteit wordt geconstrueerd binnen het geheel van interacties tussen daders, slachtoffers,
omstanders, en functionarissen belast met formele sociale controle. Criminaliteit kan dus worden
gezien als een sociaal construct, dat wil zeggen dat criminaliteit is ‘wat we zo noemen’ waarover
binnen de samenleving afspraken zijn gemaakt.
3. uitleggen wat (de)criminalisering is en dit toepassen op nieuwe situaties (menselijke
gedragingen)
decriminalisering is een bepaalde handeling die voorheen als crimineel/verboden werd beschouwd,
niet langer als crimineel beschouwen. Voorbeeld: decriminalisering van prostitutie in sommige
landen.
Criminalisering is een bepaalde handeling die voorheen legaal was nu crimineel maken/verbieden.
Voorbeeld: nieuwe opkomende hard drugs worden op de opiumlijst geplaatst.
Menselijke gedragingen spelen hierbij een rol, want (de)criminalisering ontstaat door (anti)sociale
handelingen, waarop de maatschappij bewust reageert.
4. aan de hand van een nieuwe situatie bepalen welke factoren van invloed kunnen zijn
op de geregistreerde criminaliteit
factoren die invloed hebben op de geregistreerde criminaliteit zijn:
a. aangiftebereidheid, niet iedereen doet aangifte van een delict, vanwege bijvoorbeeld privacy
redenen.
b. Aandacht van de politie, van misdrijven die politie zelf constateert – denk aan rijden onder
invloed, heling of de handel in drugs, dus vooral delicten zonder direct aanwijsbaar
slachtoffer – worden er meer geregistreerd naarmate de opsporingsactiviteiten op die
terreinen intensiever worden.
c. De registratie door de politie, de politie registreert niet alle misdrijven waarvan ze
kennisneemt. Er wordt geen proces verbaal opgesteld wanneer het gaat om een minder
ernstig delict of wanneer er toch geen dader gevonden kan worden.
5. de drie psychologische stromingen over leertheorie(klassiek, instrumenteel en sociaal)
van elkaar onderscheiden en illustreren aan de hand van voorbeelden
- klassiek (behaviorisme): ziet criminaliteit net als elk andere gedrag, als iets wat wordt
aangeleerd. Experiment van Pavlov met een belsignaal en voedsel bij honden.
- Instrumenteel (operationeel conditioneren): gedrag dat gericht is op bepaalde gevolgen of
verwachte gevolgen, zoals straf of een beloning. Experiment van Skinner met ratten en
duiven, die handelingen moesten verrichten om een beloning te krijgen.
3