ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE
COLLEGE 1
Voorspellen van volwassen functioneren
Begrijpen van onze menselijke natuur
Begrijpen hoe we gezond functioneren kunnen bevorderen
Beschrijven, begrijpen, optimaliseren
1. Stabiliteit en verschillen
2. Ontwikkelingscascade is een opeenvolging van gebeurtenissen die verklaren
waarom antecedent leidt tot uitkomst.
3. Ondersteuning algemene en klinische populatie
Durende hele levensloop, Multi en dimensioneel, vooruitgang (gains) ook stagnatie en
achteruitgang (losses), plasticiteit, sociale/historische en culturele context, gedreven door
meerdere determinanten, multidisciplinair.
WEIRD= western, educated, industrial rich democratic
Prenataal= periode tot geboorte, fysieke ontwikkeling centraal
Baby-peutertijd= 0-1 jaar, fysiek centraal
Vroege kindertijd= 2-5 jaar, snelle ontwikkeling van taal, zelfbewustzijn en spel
Midden en late kindertijd= 6-pubertijd, formeel leren,
Adolescentie= puberteit-18 jaar, fysieke en psychologische groei, ontwikkeling identiteit en
wereldbeeld.
Ontluikende en vroege volwassenheid= 18-40 jaar, ontwikkeling zelfstandigheid, volwassen
rollen.
Midden volwassenheid= 40-65 jaar, eerste tekenen van beginnend ouderdom,
productiviteit.
Late volwassenheid= 65- overlijden, fysieke beperkingen, meer afhankelijkheid.
Nature nativisme, Hobbes
Nurture empirisme, Locke
Continue= geleidelijke ontwikkeling. Hoe meer we zijn blootgesteld hoe beter.
Discontinue= stadia, stappen in ontwikkeling.
Meeste ontwikkelingendomeinen zijn continue ontwikkeling, soms onderbroken periode
van discontinuïteit groeispurt.
COLLEGE 2
Freud= it, ego, es.
Ervaringen van vroeger hebben invloed op latere momenten in het leven.
Behaviouristen= kijken naar gedrag. Pavlov, Skinner,
, Jown Watson: laat zien dat angst aangeleerd kan worden, en afgeleerd (little albert)
Piaget’s constructionisme= fase theorie van cognitieve ontwikkeling
Tot 2 jaar waarnemen
2- symbolen
Mentale operaties
Abstract denken
Ethologische theorie (evolutionaire)= aangeboren niet aangeleerd. Dingen waarmee
mensen kunnen leren en overleven worden doorgegeven.
Andrew menshof: kinderen imiteren om te leren
Konrad lorenz: kritische perioden vlak na geboorte van inprenting aangeboren gedrag
Harry harlow: kinderen niet alleen binden aan ouders voor eten maar ook aangeboren
andere reden.
John bowlby: gehechtheids-theorie= aangeboren behoefte om nabijheid te zoeken bij
ouders. (Extra met stress). Gehechtheid met ouders staat in verband met toekomstige
hechtingen.
Adoptie gehechtheid, gedrags, autistische problematiek. Vroege ervaringen hebben lange
invloed.
Sociaal leren theorie=
Albert bandura: mensen leren door observeren en imiteren, cognitieve processen die
hiervoor nodig zijn zijn aangeboren.
Informatieverwerkings theorie= input verwerking output. (Computer stroming)
- Beperkt in gelijktijdig aandacht geven.
- Snelheid van verwerking.
Informatieverwerking is aangeboren en ontwikkelt zich geleidelijk.
Zelf modificatie=over tijd leren kinderen optimaal werkende strategieën om probleem op te
lossen.
Rol van emotie en context niet meegenomen.
Zelf-determinatie theorie= van nature, organismisch perspectief?
3 centrale behoeften
Competentie= voldoen aan taken
Autonomie= zelf bepalend willen zijn
Verbondenheid= met anderen
METHODEN
Formuleren scenario’s feiten verzamelen meest waarschijnlijke scenario vaststellen
uitsluiten alternatieve scenario’s.
- Zelfrapportage: meten gevoelens, gedachten. Niet voor jonge kinderen, gevoelig
voor sociaal wenselijkheid, niet voor onbewuste dingen.
- Peer rapportage: meten gedrag specifieke context. Gevoelig voor bias.