Lesdoelen
De student kan: Verplichte literatuur
Ross and Wilson:
● de structuur van de huid beschrijven. Anatomie & fysiologie in
● de hoofdfuncties van de huid uitleggen. gezondheid en ziekte
H14
Pathologie voor
● de fasen van de wondgenezing beschrijven. verpleegkundigen.
H17 §17.7.1
● de structurele relatie tussen chromosomen,
Ross and Wilson:
genen en DNA beschrijven.
Anatomie & fysiologie in
● de moleculaire structuur van DNA
gezondheid en ziekte
beschrijven.
● een definitie geven van de termen H17
autosomen en geslachtschromosomen.
● de termen mutatie, genoom, haploïd, diploïd
en karyotype definiëren.
● de oorsprong en structuur van mRNA
beschrijven.
● het transcriptie- en translatiemechanisme
beschrijven.
● het mechanisme beschrijven van DNA-
replicatie.
● de processen van mitose en meiose met
elkaar vergelijken.
● de grondslag van genetische variatie van
generatie tot generatie beschrijven.
● de basis van de autosomale erfelijkheid
beschrijven, met inbegrip van het belang
van recessieve en dominante genen.
● beschrijven hoe geslachtsgebonden
eigenschappen op de nakomelingen worden
overgedragen.
● de algemene naamgeving naar oorsprong Pathologie voor
van en de typische verschillen tussen goed- verpleegkundigen.
, en kwaadaardige tumoren benoemen. H4 § 4.1 t/m §4.3
● de termen ‘goed gedifferentieerd’ en ‘slecht
gedifferentieerd’ uitleggen.
● de definitie geven van carcinogenen en
verschillende carcinogenen en risicofactoren
voor het ontstaan van kanker benoemen.
● de verschillende vormen van verspreiding
van tumoren benoemen.
● de risicofactoren, etiologie, pathofysiologie, Pathologie voor
symptomen, diagnostiek, behandeling, verpleegkundigen.
prognose en preventie van §17.6 inleiding huidkanker
basaalcelcarcinoom beschrijven. §17.6.1
● de risicofactoren, etiologie, pathofysiologie, §17.6.3
symptomen, diagnostiek, behandeling,
prognose en preventie van melanoom
beschrijven.
● de structuur van de huid beschrijven.
de huid is het grootste orgaan van het lichaam
op bepaalde plaatsen van het lichaam bevat de huid bijkomende structuren: klieren,
haar en nagels.
de huid bestaat uit 3 lagen:
- epidermis→ buitenste laag/opperhuid. bestaat uit meerlagig
verhoorenend plaveiselepitheel. De epidermis heeft verschillende
lagen cellen. de diepste laag (kiemepitheel) is een dikke
hoornachtige laag en de cellen aan de oppervlakte zijn plat, dun,
kernloos en dood. Deze cellen schilferen van de huid af en worden
vervangen door omhoogkomende kiemcellen.
- dermis→ lederhuid. de dermis is taai en elastisch en bestaat uit
bindweefsels met een matrix van collageenvezels die doorvlochten
is met elastische vezels structuren in de dermis→ kleine bloed- en
lymfevaten, sensorische zenuweinden, zweetklieren en hun
afvoerbuisjes, haren, haarspiertjes en talgklieren
- subcutaan vetweefsel
, ● de hoofdfuncties van de huid uitleggen.
Als belangrijk niet-specifiek afweermechanisme fungeert de huid als barrière tegen:
1. bescherming
- binnendringende micro-organismen
- chemicaliën
- fysieke invloeden (bijv. klein letsel of ultraviolet licht)
- uitdroging
2. regulering van de lichaamstemperatuur
- warmteproductie
- warmteverlies
- lichaamstemperatuur (zweetklieren, bloedvaten vernauwen of verwijden,
koorts en onderkoeling)
3. vorming van vitamine D (zonlicht)
4. gevoel in de huid (aanraking, druk, temperatuur, pijn)
5. absorptie (sommige medicijnen→ pleisters, bepaalde giftige stoffen)
6. uitscheiding (zweet, ureum, aromatische stoffen)
● de fasen van de wondgenezing beschrijven.
pathofysiologie
een grote wond kan meerdere fasen tegelijkertijd hebben.
wondgenezing omvat 3 fasen:
- reactiefase: deze fase omvat het hemostase en de ontstekingsreactie.
Bij hemostase wordt de bloeding gestopt of zoveel mogelijk beperkt. hierbij wordt
fibrine gevormd, waarvan de buitenste laag opdroogt en een ‘ korst’ vormt.
hemostase kan worden bevorderd door dichtdrukken van de wond, hechten van de
wond en het aanleggen van verband.