Lesdoelen
De student kan: Verplichte literatuur
● de vier typen allergie beschrijven en hierbij
Pathologie voor
voorbeelden geven van enkele aandoeningen.
verpleegkundigen.
● de basis van auto-immuunziekte beschrijven.
● de definitie van immuundeficiëntie en de H2
oorzaken van verworven immuundeficiëntie
benoemen. §2.5 allergie
● de risicogroepen, etiologie, pathofysiologie, §2.6 auto-
symptomen, fasen, diagnostiek, behandeling, immuunziekten (alleen
complicaties, prognose en preventie van hiv- algemeen)
infectie beschrijven.
§2.7 inleiding
§2.7.1 Hiv-infectie
● beschrijven welke aandoeningen veroorzaakt
Pathologie voor
kunnen worden door een opportunistische
verpleegkundigen.
infectie met candida albicans.
● uitleggen voor welke groepen zorgvragers H3
schimmelinfecties gevaarlijk kunnen zijn.
● van veelvoorkomende pathogene virussen §3.3.1
benoemen welk ziektebeeld deze veroorzaken: §3.3.4
coronavirussen, hepatitis B- en C-virus,
herpesvirussen, humaan Inclusief tabel 3.2
immunodeficiëntievirus, human pathogene virussen.
papillomavirussen, influenzavirussen, norovirus,
rhinovirus, rotavirus.
● de risicofactoren, etiologie, pathofysiologie, Pathologie voor
symptomen, diagnostiek, behandeling, verpleegkundigen.
complicaties, prognose en preventie van artrose H16
beschrijven. §16.5.1 Artrose
● de risicofactoren, etiologie, pathofysiologie, §16.5.2 artritis;
symptomen, diagnostiek, behandeling, reumatoïde artritis.
complicaties, prognose en preventie van
reumatoïde artritis beschrijven.
● de overeenkomsten en verschillen tussen
artrose en reumatoïde artritis uitleggen.
, ● de vier typen allergie beschrijven en hierbij voorbeelden geven van
enkele aandoeningen.
type 1: allergie van het onmiddellijke type→ komt het meeste voor→
hooikoorts
afweersysteem vormt bij eerste contact met het allergeen
(IgE-)antistoffen, die zich binden aan de mestcellen ( een type leukocyten)
in de huid en slijmvliezen. → volgend contact met het allergeen zullen
deze mestcellen zora het allergeen zich bindt aan het IgE op hun opp
ontstekingsmediatoren afgeven, waaronder histamine.
histamine→ verhoogde permeabiliteit van bloedvaten en vasodilatatie.
plasma kan op die manier gemakkelijk naar de omringende weefsels
lekker en zwelling veroorzaken→ oedeem
deze reactie ontstaat snel→ meestal binnen 30 min na blootstelling aan
het allergeen.
type 2: cytotoxische allergie→ vrij zeldzaam→ transfusie met een
incompatibele bloedsoort
het is een cytotoxische vorm van allergie, omdat IgG en IgM door binding aan
allergenen de cel vernietiging door fagocytose bevorderen
type 3: immuuncomplex allergie→ vrij zeldzaam→ glomerulonefritis.
immuuncomplexen slaan neer in de kleine bloedvaten, onder andere in de
glomeruli en de synoviale membraan→ ze activeren het
complementsysteem en trekken neutrofiele granulocyten aan→ ontsteking
en weefselbeschadiging tot gevolg.
glomerulonefritis→ nierfilterontsteking
type 4: allergie van het vertraagde type→ komt het meeste voor→
contactdermatitis, gifsumak, tuberculinetest.
de allergische reactie treedt pas op na enige tijd nadat het lichaam in contact is
gekomen met het allergeen.
eerste contact met allergeen worden t-lymfocyten gesensibiliseerd→ tijd
nodig delen en te differentiëren. → tweede keer contact met allergeen→ t-
lymfocyten scheiden cytokinen uit.--> macrofagen worden aangetrokken
die de t-lymfocyten ondersteunen in hun reactie tegen de allergenen en
gezamenlijk een ontstekingsreactie veroorzaken
, ● de basis van auto-immuunziekte beschrijven.
je eigen afweersysteem begint antistoffen te maken tegen lichaamseigen
weefsel→ autoantistoffen. mensen met auto-immuunziekte hebben
daarnaast ook nog autoreactieve T-cellen in hun bloed→ die eigen
lichaamscellen aanvallen. er is sprake van een onderbreking van de
normale tolerantie ten opzichte van lichaamseigen weefsel.
● de definitie van immuundeficiëntie en de oorzaken van verworven
immuundeficiëntie benoemen.
immuundeficiëntie= het tekortschieten van het afweersysteem. en niet goed
functionerend afweersysteem.
oorzaken van verworven immuundeficiëntie:
- behandeling met immunosuppressiva
- blootstelling aan radioactieve straling
- diabetes mellitus
- ernstige ondervoeding
- hiv-infectie
● de risicogroepen, etiologie, pathofysiologie, symptomen, fasen,
diagnostiek, behandeling, complicaties, prognose en preventie van
hiv-infectie beschrijven.
- risicogroepen:
zorgvragers die onveilige seks hebben
zorgvragers die vuile naalden gebruiken bij het inspuiten van drugs
zorgprofessionals vanwege de kans op prik-en snijaccidenten
- etiologie en pathofysiologie:
hiv is retrovirus→ erfelijk materiaal bestaat uit ribonucleïnezuur (RNA).
RNA van het virus wordt gekopieerd naar het DNA nadat gastheercel is
binnengedrongen→ virus kan snel vermenigvuldigen.
de immuundeficiëntie wordt veroorzaakt door het lage aantal T-
helpercellen (CD4-cellen). hiv voorkeur voor deze T-helpercellen, die door
de virusvermenigvuldiging beschadigd raken dat ze afsterven→ afweer
verzwakt en ontstaat een cellulaire immuundeficiëntie.