Psychometrie: De Literatuursamenvatting
Week 1
Hoofdstuk 1: Psychometrics and the importance of psychological measurement
Why psychological testing matters to you
Iedereen krijgt in het leven wel een keer te maken met (de gevolgen van) een
psychologische meting, direct of indirect. Het is belangrijk dat de informatie op de juiste wijze
wordt onderzocht en geïnterpreteerd en goed wordt gekeken naar de betekenis en kwaliteit
van bepaalde testen. Je kunt veel beter belangrijke beoordelingen maken wanneer je meer
kennis hebt over de geloofwaardigheid en validiteit en inhoud van testscores.
Observable behavior and unobservable psychological attributes
Soms zijn psychologen geïnteresseerd in het meten van observeerbaar gedrag, om meer
over dat gedrag te leren. Echter, vaker observeren gedragsonderzoekers menselijk gedrag
als manier om onobserveerbare psychologische attributen, zoals intelligentie, depressie,
kennis, vaardigheden, extraversie of capaciteiten, te beoordelen. Ze identificeren
observeerbaar gedrag waarvan zij denken dat het een psychologisch attribuut, staat of
proces representeert.
Hierbij merken we op dat we iets onobserveerbaars afleiden uit iets observeerbaars. Als
deze inferentie redelijk is, heeft de interpretatie een bepaalde mate van validiteit (of een
meting daadwerkelijk meet wat het moet meten). Om onze interpretatie als valide aan te
merken moet de meting theoretisch gekoppeld worden aan het onobserveerbare attribuut.
Het is een theoretisch concept. Het is een concept dat psychologen etc. gebruiken om
verschillen tussen mensen in gedrag te verklaren. Ze worden ook hypothetische
constructen of latente variabelen genoemd. De operaties of procedures die we gebruiken
om deze constructen te meten, heten operationele definities.
Psychological tests: definition and types
Cronbach: een psychologische test is een systematische procedure voor het vergelijken van
het gedrag van twee of meer mensen. Deze definitie wordt gekenmerkt door:
- Generaliteit: een test kan in verschillende vormen zijn (op papier of digitaal,
vragenlijst of indrukken van toetsen, maar ook verschillende informatie wordt
geproduceerd, zoals nummers of evaluaties van tekeningen van kinderen).
- Algemene functie: het identificeren en kwantificeren van verschillen:
o Gedrag vergelijken van verschillende mensen (interindividuele verschillen)
o Gedrag van dezelfde mensen op verschillende momenten in tijd of onder
verschillende omstandigheden vergelijken (intraindividuele verschillen)
Testen kunnen over vele dimensies variëren:
- Inhoud: prestatietesten, vaardigheden testen, intelligentie testen, persoonlijkheid…
- Respons: open vragen of gesloten vragen
- Methoden: individueel of in groepen
- Doel scores:
o Criterion referenced/domain referenced : een bepaalde score is als
criterium vastgesteld waarmee mensen in twee groepen worden gedeeld: zij
die het criterium overtreffen en zij die dat niet doen.
, o Norm referenced tests: iemand vergelijken met anderen, door middel van
een referentiegroep of normatieve steekproef.
- Ander onderscheid:
o Speeded tests: tijd-gelimiteerde test: kijken naar hoeveel vragen in een
bepaalde periode beantwoord zijn.
o Power tests: alle vragen moeten beantwoord worden: meer kijken naar aantal
correcte antwoorden. Om tussen mensen te discrimineren, moeten test items
variëren in moeilijkheidsgraad.
- Indicatoren:
o Reflectief/effect: het construct veroorzaakt de indicatoren (intelligentietest)
o Formatief/causaal: het construct wordt veroorzaakt door de indicatoren (SES
score)
What is psychometrics?
Psychometrie is de wetenschap die attributen van psychologische testen evalueert:
- The informatie die met het gebruik van de testen wordt gegenereerd.
- De betrouwbaarheid van data van psychologische testen.
- Kwesties met betrekking op de validiteit van de data die eruit voortvloeit.
Ook testen worden gerepresenteerd door theoretische concepten als validiteit en
betrouwbaarheid.
A brief history of psychometrics
De psychometrie is gebouwd op twee funderingen: de praktijk van psychologisch testen en
meten en de ontwikkeling van bepaalde statistische concepten en procedures.
psychologische metingen gaan ver terug en namen toe in de 19e eeuw met de
psychologische wetenschap en het ontstaan van systematisch onderzoek. Vroege pionieren
in dit veld waren Spearman, Pearson en Galton (= oprichter van moderne psychometrie).
Rond 1930-1940 werd het een veld op zichzelf. Het tijdschrift Psychometrika begon
publicatie, de Psychometric Society werd gevormd, de American Psychological Association
kreeg een Division of Evaluation and Measurement en de eerste belangrijke essays werden
geschreven (door Guilford en Thurstone).
De fundering werd gelegd voor test scores en test attributen in de classical test theory (CTT).
Deze werd uitgebreid tot de generalizability theory door Cronbach en een alternatief kwam
op, de item response theory (IRT).
Challenges to measurement in psychology
Metingen hebben altijd uitdagingen die invloed hebben op ons vertrouwen in het begrip en
de interpretatie van gedragsobservaties. Eén ervan betreft de complexiteit van
psychologische fenomenen. Het is een uitdaging om alle belangrijke aspecten van
psychologische attributen te identificeren en in een beperkt nummer op te nemen.
Een andere uitdaging is participant reactivity. Vaak weten mensen dat ze gemeten worden
en de meting zelf kan de psychologische staat die of het proces dat gemeten wordt
beïnvloeden:
- Demand characteristics: veranderen gedrag door aan te passen aan onderzoeker
- Social desirability: proberen indruk te maken op degene die de meting doet
- Malingering: gedrag veranderen om een slechte indruk te maken op de persoon
, Deze hebben een negatieve invloed op de validiteit van de meting. De echte psychologische
eigenschap wordt verborgen door een tijdelijke motivatie of staat als reactie op het gemeten
worden.
Onderzoekers zelf kunnen bepaalde biases en verwachtingen naar de taak brengen die de
observaties vervormen (observer/scorer bias).
Daarnaast gebruiken ze vaak samengestelde scores, op basis van scores van meerdere
items om tot één score te komen.
Een andere uitdaging is score sensitiviteit. Sensitiviteit is het vermogen van een meting om
adequaat te discrimineren tussen betekenisvolle hoeveelheden of units van de dimensie die
wordt gemeten (goed vs slecht i.p.v. schaal 1-9).
Als laatste is er een schijnbaar tekort van bewustzijn van belangrijke psychometrische
informatie. Een psychologische meting dient vaak de stroom van informatie tussen mensen.
Echter, er is te weinig aandacht voor psychometrische kwaliteit van de testen. Daardoor dient
het minder goed zijn functie.
Hoewel het onderzoeken van individuele verschillen van belang kan zijn om bepaalde
constructen te meten (differentiële psychologie), is psychometrie betrokken in een breder
veld van onderzoek, zoals de samenhang tussen factoren en de variabiliteit in scores. De
experimentele psychologie kijkt naar de gemiddelde persoon.
Hoofdstuk 2: Scaling
Meting is de toekenning van cijfers aan objecten of gebeurtenissen volgens regels.
Gebeurtenissen betreffen algemene steekproeven van individuele gedragingen en regels
verwijzen meestal naar schalen van meting.
Fundamental issues with numbers
Manieren waarop cijfers mogelijke verschillen in psychologische attributen representeren:
- Identiteit: objecten of gebeurtenissen kunnen in categorieën worden gesorteerd op
basis van gelijkheid of features, maar:
o De mensen binnen een categorie moeten voldoen aan een eigenschap van
identiteit (property of identity).
o Daarnaast moeten de categorieën wederzijds uitsluitend zijn. Als een persoon
in de ene categorie zit, zit hij/zij niet in de andere categorie.
o Daarnaast moeten de categorieën uitputtend zijn, iedereen valt in een
categorie. Als iemand niet te classificeren is, is er een extra categorie nodig.
Cijfers dienen als labels, gelabeld met letters, namen of cijfers. De cijfers hebben
geen echte wiskundige waarde: verschillen in kwaliteit, niet in kwantiteit.
- Volgorde: met een eigenschap van volgorde, brengen cijfers informatie over de
relatieve hoeveelheid van een attribuut waarover mensen beschikken over. Ze geven
een rangvolgorde aan van mensen in een bepaalde dimensie.
Ook deze cijfers dienen vooral als label, je kunt ook letters toekennen.
- Kwantiteit: hiermee bieden cijfers informatie over de grootte van de verschillen. Ze
reflecteren echte cijfers. Getallen zijn continu: elk echte nummer kan verdeeld
worden in oneindig kleinere delen; ze zijn: scalair, metrisch, kardinaal of kwantitatief.
- Het getal nul: nul is een complex nummer, aangezien de score verschillende
betekenissen kan hebben: