Samenvatting thema 2 – Traumatologie (houdings- en bewegingsapparaat)
Weefseltypen
Uiteenlopende celtypen, die in verschillende combinaties zijn georganiseerd, vormen
weefsels/structuren met duidelijk te onderscheiden structurele en functionele eigenschappen. Een
combinatie van weefsels vormt een orgaan, zoals het hart of de lever, en organen kunnen op hun
beurt weer tot orgaanstelsels worden gegroepeerd.
Geen enkele cel (kleinste, georganiseerde levende eenheid binnen een organisme) is in staat alle
functies van het menselijk lichaam te verrichten. In plaats daarvan is elke cel door differentiatie
zodanig gespecialiseerd, dat deze een betrekkelijke beperkte reeks functies kan uitvoeren.
Histologisch onderscheiden we 4 primaire/basale weefseltypen; epitheel, bindweefsel,
spierweefsel en zenuwweefsel.
- Extracellulaire matrix (ECM) is een structuur die deel uitmaakt van biologische weefsel, maar zich
buiten de cellen bevindt.
- Cellen vormen samen met de ECM en interstitiële vloeistof
weefsels.
Bind- en steunweefsel
Bindweefsels zijn de meest diverse weefsels in het lichaam.
Bindweefsel opgebouwd uit het mesoderm. Functie van bindweefsel sterk bepaald door 3 factoren:
extra cellulaire matrix, interstitiële vloeistof en de cellen. De verhoudingen tussen deze
componenten bepalen de functie en oorsprong.
Functies van bindweefsel zijn: steun, opslag, afweer, herstel en transport van stoffen en cellen.
Alle bindweefsels hebben drie basale onderdelen:
1. Extracellulaire vezels
2. Grondsubstantie tezamen met interstitiële vloeistof/ weefselvloeistof ↓
extracellulaire matrix
a. Streptokokken produceren hyaluronudase, zijn in staat om de hyaluronanketen
kapot te maken waardoor de functionele bouw kapot gaat en daarmee zeer
schadelijk voor de mens kunnen zijn.
3. Gespecialiseerde cellen (bindweefselcellen)
Extracellulaire matrix: meest prominente functie is stevigheid bieden. Daarnaast vormt het de
grootste deel van het volume van bindweefsel. Hierdoor verschilt bindweefsel van epitheelweefsels,
die vrijwel alleen uit cellen bestanaan.
Bestaat uit drie componenten : grondsubstantie, vezels en weefselvloeistof.
Weefselvloeistof vormt een interstiteel medium waarin transport plaats kan vinden.
- Weefselvloeistof/interstitiële vloeistof: bevat relatief weinig eiwitten. Klinische gevolgen kan zich
presenteren in oedemen.
,Samenvatting thema 2 – Traumatologie (houdings- en bewegingsapparaat)
Extracellulaire vezels: bestaan uit collageen en elastine.
- Collageen: zijn lang, recht en onvertakt, zijn hierdoor trekvast
en grote factor in de stevigheid.
o Collageen is het meest voorkomende eiwit in het
menselijk lichaam.
Bindweefselafwijkingen hebben een directe
verbindingen met een abnormale synthese of afbraak
van collageen. Vitamine C is essentieel voor de
collageen synthese.
- Elastine: vertakt en gebogen, heeft de bijzondere eigenschap
dat het rekbaar is en de mogelijkheid terug heeft weer terug
te komen in de oude vorm. Zorgt hierdoor voor veerkracht.
Bindweefselcellen
Bindweefselcellen: belangrijk in het vormen/bouwen en in stand houden van de extra cellulaire
matrix. De *blasten maken de ECM (extra cellulaire matrix)
Fibroblasten, produceren de grondsubstantie (suikereiwitten: proteoglycanen en glycoproteinen)
Vrije cellen zijn afhankelijk van een stimulus die bepaald in hoeverre ze voorkomen. Voorbeelden zijn
lymfo-granulocyten en plasmacellen. Treden op indicatie het weefsel in (bijv. bij weefselschade) en
hebben een belangrijke functie in het herstel.
Bindweefseltypen onderscheiden in 2 hoofdtypen: straf en losmazig bindweefsel. Dit gebeurt op
basis van de percentage cellen, vezels en grondsubstantie.
Losmazig bindweesfel: veel grondsubstanditie en weefselvloeistof (tezamen ECM), weinig
vezels. Meest voorkomende cellen zijn de *blasten. Vult veel ruimten binnen het lichaam,
voorbeeld: subcutane ruimte. Biedt weinig weerstand tegen trekkrachten door
afwezigheid van elastine/vezels. Door de hoge aanwezigheid van ECM is er een hoge
aanwezigheid van cellen waardoor het goed regeneratief is en groot herstellend vermogen
heeft. Tevens veel ruimte voor vaten en lymfe goede doorbloeding.
Straf (dichte-) bindweefsel: is taai, sterk en duurzaam. Ze zijn bestand tegen spanning en
vervorming en vormen een onderlinge verbinding tussen beenderen en spieren. Bestaat
voornamelijk uit collagene vezels.
Straf bindweefsel wordt in tweeën gedeeld: ongeordend en geordend.
- Ongeordend: geeft door een multi-divers verloop van vezels een trekvastigheid in
allerlei richtingen. Vormt hierdoor een netwerk van onderling verbonden collagene
cezels zonder consistent patroon. Dit weefsel ersterkt en ondersteunt gebieden die aan
trek- en drukkrachten in allerlei richtingen onderhevig zijn. Dicht onregelmatig
bindweefsel geeft de huid zijn sterkte en bedekt beenweefsel en kraakbeen (behalve
bij gewrichten). Vormt tevens ook een dikke vezelig laag, ofwel kapsel, dat de
inwendige organen omgeeft zoals de lever, nieren en de milt en gewrichtsholten.
- Geordend: collagene vezels lopen evenwijdig aan elkaar, zijn dicht
opeengepakt en liggen in de richting van de krachten die op het
, Samenvatting thema 2 – Traumatologie (houdings- en bewegingsapparaat)
weefsel inwerken door het verloop in dezelfde richting trekvastigheid in 1 richting pezen
en ligamenten brengen de trekkracht van de zich samentrekkende spier op het bot over.
Door de hoge aanwezigheid van vezels is er minder ruimte voor bloed-lymfevaten en is daardoor
minder goed doorbloed.
Herstel van bindweefsel verloopt via de volgende fasen
Fibroblasten (bindweefselcellen): Zijn er niet zoveel. Goede
celdeling is wel mogelijk.
Proteoglycanen (waterverbindingen in de matrix): 1-14 dagen
Collageen: 200-300 dagen Herstel is afhankelijk van:
1. de stofwisselingsactiviteit van de fibroblast
2. synthesesnelheid van de producten: des te meer
collageen, des te lager de snelheid
3. Voorwaarden voor stofwisseling:
a. Doorbloeding
b. Voedingstoestand
c. Voeding aanvoer
Of volledig herstel kan optreden is afhankelijk van de schade
die is opgelopen. Het streven is altijd het weer zo goed
mogelijk te krijgen. Een litteken is een uiting van onvolledig
anatomisch herstel.
Kernpunten:
- Bindweefsel is afkomstig van het mesoderm.
- Het bindweefsel kent vele functies: steun, opslag, afweer, herstel en transport van stoffen en
cellen.
- De extracellulaire matrix, bestaat uit grondsubstantie, vezels en weefselvloeistof en kan druk-
en trekkrachten goed weerstaan.
- Bindweefselcellen kunnen worden ingedeeld in vaste en vrije cellen.
- Het bindweefsel in engere zin bestaat uit twee typen; losmazig en straf(dicht) bindweefsel.
- Bindweefsel heeft een groot regeneratief vermogen.
Steunweefsel – kraakbeen