100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Psychology Peter Gray David F. Bjorklund 9-17 €7,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Psychology Peter Gray David F. Bjorklund 9-17

15 beoordelingen
 706 keer bekeken  24 keer verkocht

Dit betreft een uitgebreide Nederlandse samenvatting (gemaakt aan de hand van alle kantlijnvragen uit het boek) van het tweede deel (hoofdstuk 9t/m 17) nodig voor je tweede deeltentamen) van het boek Psychology Peter Gray en David F. Bjorklund, 7th edition.

Voorbeeld 5 van de 104  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 9-17
  • 24 juli 2017
  • 104
  • 2016/2017
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (4)

15  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: ankkampman • 5 jaar geleden

Zeer zinvol

review-writer-avatar

Door: paulinasdarowska • 6 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: MariaIssa • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: joostfrenken • 6 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: erikavanvuren • 6 jaar geleden

Vertaald door Google

Before ...

review-writer-avatar

Door: katjahendrikx • 6 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: lizzkoper • 6 jaar geleden

Bekijk meer beoordelingen  
avatar-seller
marijejelier
Hoofdstuk 9

1 Wat zijn de belangrijkste componenten van het informatie verwerkende model van geest
zoals hier gepresenteerd?
Informatie komt in het brein via zintuiglijke input, daarna kan het meerdere kanten op. Veel
gaat verloren, er kan informatie worden opgeslagen in korte termijngeheugen
(werkgeheugen) en ook kan de informatie naar het langetermijngeheugen worden
‘doorgesluisd’.

(dit model betreft een schematisch model> blz. 322!) drie types geheugen:
Sensorisch Geheugen
Het sensorisch geheugen is het geheugen dat wij gebruiken wanneer wij zintuiglijke prikkels
ontvangen, veelal onbewust. Wanneer wij bijvoorbeeld iets ruiken, slaat ons sensorisch
geheugen deze geur voor een zeer korte tijd op. Het sensorisch geheugen heeft een enorme
grote capaciteit, maar een hele korte duur. Het wordt overigens een onderscheid gemaakt
tussen het iconisch geheugen (betreft het beeld) en het echoisch geheugen (betreft het
geluid).
Korte Termijngeheugen
Om een klein idee te geven van wat het korte termijngeheugen inhoud geef ik hier een klein
voorbeeld; stel je word gebeld en de desbetreffende persoon aan de telefoon vraagt je om
een telefoonnummer te onthouden. Op verschillende manieren probeer je het
telefoonnummer te onthouden terwijl je pen zoekt. Na het opschrijven ben je het telnr kwijt.
Kortetermijngeheugen is bedoeld om dingen kort op te slaan die je niet voor altijd hoeft te
bewaren.
Lange Termijngeheugen
Het lange termijngeheugen slaat informatie op die voor lange tijd in de hersenen moet
worden opgeslagen. Deze soort wordt weer onderverdeeld in declaratief en niet-declaratief
geheugen. Oftewel impliciet (onbewust) en expliciet (bewust). Dat wil dus zeggen dat
sommige dingen bewust of onbewust in het lange termijngeheugen worden opgeslagen.

2. Wat is de functie van het sensorisch geheugen? Zie vraag 1, we zijn ons alleen bewust
van wat het werkgeheugen opneemt, de rest gaat automatisch

3. Wat zijn de basisfuncties van het korte termijn geheugen en hoe is deze geheugenopslag
gelijkgesteld met bewustzijn? En op welke manier is het op korte termijngeheugen
vergelijkbaar met de processor van een computer?
Korte termijngeheugen, is een soort van werkgeheugen, de werkplaats van de geest. Alle
bewuste processen van gevoel, redenering, vergelijking, waarnemen en berekening vinden
er plaats.
Het is de stap na het sensorisch geheugen: het bewaren van informatie:
De opgenomen zintuiglijke prikkels worden via het werkgeheugen voor een deel opgeslagen
in het lange termijngeheugen, dat nooit vol is. In dit lange termijngeheugen kunnen we
informatie via een eigen systeem opslaan. Emoties, zoals schrikken, vormen een belangrijke
manier om informatie op te slaan, maar dat kan ook door het geordende gebruik van tijd,
alfabet of plaats.

Korte termijngeheugen vergeleken met computer: Informatie kan binnenkomen van het
keyboard (zintuigen), maar ook van de harde schijf (lange termijngeheugen)

4. Wat zijn de functies van attentie, codering en terugkeer in het informatie verwerkende
model?...
Attentie controleert de stroom van info van sensorisch geheugen (grote opslag) naar korte
termijngeheugen (kleine opslag). Codering controleert beweging vanuit het
kortetermijngeheugen naar lange termijnopslag. Dit kan langzaam, door bv een gedicht te
leren, maar ook snel, als je bv iets interessant vindt of ergens over nadenkt.

,Terugkeer/ophalen/retrieval controleert de stroom van info uit lange termijngeheugen naar
het korte termijngeheugen.
Noot: glucose is een energiebron voor de hersenen.

5. Aan welke 2 concurrerende behoeften wordt voldaan door ons aandacht systeem?
Er zijn twee aandacht systemen die elkaar belemmeren: het ene laat zich sturen door de
prikkels van buiten, door geluiden, kleuren en bewegingen. Deze ‘onvrijwillige aandacht’ rent
als een jonge hond aan achter wat we om ons heen horen en zien. Daar tegenover staat de
‘gerichte aandacht’ (of executieve aandacht) die gestalte geeft aan onze innerlijke plannen
en doelen. Die gerichte aandacht speelt een belangrijke rol bij leren.
Oftewel:
1: mentale bronnen die gefocust zijn op de taak zonder afgeleid te worden
2: de tegengestelde behoefte, is het skippen van irrelevante informatie en het monitoren van
stimuli voor het potentieel belang.

Preattentieve verwerking: sensorische input wordt vergeleken met info die al in het korte of
in het langetermijngeheugen is opgeslagen.

6. Welk bewijs laat zien dat mensen heel effectief irrelevante geluiden en beelden skippen
als ze bezig zijn met moeilijke specifieke taken?
Inattentale blindheid (inattentional blindness.) ook bekend als perceptuele blindheid , is
een psychologisch gebrek aan aandacht die geen verband houdt met visiefouten of
tekorten.
Youtube laat wat filmpjes zien, tik in de zoekbalk: ‘inattentional blindness experiment’

Cocktailpartyfenomeen: Vermogen om te luisteren en te begrijpen wat een persoon zegt
zonder afgeleid te raken door andere geluiden in de buurt die even sterk of sterker zijn.

7. Hoe laat ons sensorisch geheugen toe om te horen of te zien, met terugwerkende kracht,
ook al namen we het niet bewust waar? Hoe hebben onderzoekers de loop van de tijd ons
gehoor- en gezichtsvermogen gemeten?
Twee vormen van sensorisch geheugen: (auditief) echoisch geheugen. Er is onderzoek
naar gedaan, terwijl subjecten een stuk moesten lezen en zich daarop moesten focussen,
kregen ze woorden te horen (die ze moesten negeren), en na het signaal (soms met een
vertraging van max. 10 seconden), konden ze zich de woorden toch nog herinneren.
Visueel sensorisch geheugen: iconisch geheugen.

George Sperling heeft in 1960 een techniek bedacht om het iconische geheugen te
onderzoeken. Deze heette de partial report of deelrapportagetechniek.

Het deelrapportage-experiment van Sperling. Een dia met 12 letters wordt zeer kort
(bijvoorbeeld 500 msec) aangeboden, hierna gevolgd door een lege dia plus geluidstoon. De
toon (hoog, midden of laag) geeft aan welke rij (bovenste, midden of onderste) van eerste dia
moet worden gerapporteerd.
De techniek komt hier op neer dat men voor zeer korte tijd een dia met letters (bijvoorbeeld
drie rijen van vier letters, dus in totaal twaalf letters) gepresenteerd krijgt. Men heeft dus
geen tijd om de letters te herhalen.
Omdat de tonen in willekeurige volgorde komen, kan men nooit voorspellen welke rij
gerapporteerd moet worden, dus kennelijk heeft men voor zeer korte tijd toegang tot alle
letters uit de dia.
De vier letters die men moet rapporteren, blijven iets langer hangen in het geheugen, omdat
zij ruim binnen de omvang liggen van het kortetermijngeheugen.
Er zijn verschillende varianten op dit experiment mogelijk. Zo kan men bijvoorbeeld na de
letterdia een maskerende dia aanbieden, die de inhoud van het sensorische geheugen
uitwist, of het tijdsinterval tussen letterdia en toon variëren. Dergelijke experimenten hebben

,aangetoond dat het iconische geheugen een duur heeft van ongeveer halve seconde.
Daarna is kennelijk het geheugenspoor in de visuele schors geheel vervallen (het Engelse
woord hiervoor is decay).

8. Kunnen mensen hun attentie capaciteit verbeteren door het spelen van
actiespelletjes(videogames)? Ja, bij onderzoeken, scoorden gamers beter dan niet-gamers
op visuele attentie.

9. Wat is het bewijs dat concepten in het lange termijngeheugen kan worden gegrond op/bij
stimuli die niet bewust zijn waargenomen?
Priming: Activatie door sensorische input van informatie die al opgeslagen is in het lange
termijngeheugen. Priming is het sneller herkennen van, of reageren op een bepaalde
stimulus als men deze eerder heeft waargenomen. Het wordt beschouwd als een van de
manifestaties van het impliciete, of niet-declaratieve geheugen.
Er worden doorgaans twee vormen van priming onderscheiden, namelijk repetitie-
priming en semantische-priming. Bij repetitie-priming berust de prestatieverbetering in de
testfase louter op herhaling van hetzelfde (fysieke) woord. Bij semantische-priming
daarentegen berust het priming-effect op een herhaling van conceptuele eigenschappen van
het woord: men reageert bijvoorbeeld sneller bij het woord appel als in de studiefase het
woord peer voorkwam. De verklaring hiervan is dat het woord peer in het brein de
semantische categorie vrucht heeft gepreactiveerd, waardoor woorden die tot dezelfde
categorie behoren sneller worden verwerkt.

10 Hoe helpt het concept van automatische onbewuste verwerking van stimuli het STROOP
inmengingseffect?
Stroop interferentie effect: Interferentie die tijdens de Stroop-taak ontstaat waarbij men het
lezen van het woord moet onderdrukken om zo de kleur waarin het woord gedrukt staat te
kunnen benoemen.
De Stroop-taak: In deze taak worden bijvoorbeeld de woordjes GROEN en ROOD voor
korte tijd op een beeldscherm gepresenteerd. De woordjes worden daarbij zowel in de
kleuren groen als rood en door elkaar afgebeeld, en de opdracht luidt zo snel mogelijk de
kleur te benoemen. Het blijkt nu dat de vocale reacties veel trager zijn als de kleur niet
overeenstemt met de inhoud van het woordje (incongruente conditie), dan wanneer hij wel
daarmee overeenstemt (congruente conditie). Stroop vergeleek ook het lezen van een lijst
met woorden die in zwart waren afgedrukt met een lijst van woorden in incongruente kleuren.
Daarbij bleek de leestijd weinig te verschillen tussen beide lijsten.
Onderzoek heeft aangetoond dat een gebied in het voorste deel van de hersenen, de cortex
cingularis anterior actief is in situaties waarbij er sprake is van tegenstrijdige
responstendenties. Ook hebben patiënten met laesies in de frontale hersengebieden veel
moeite met de Stroop-taak, hetgeen mogelijk duidt op een onvermogen tot inhibitie
(onderdrukken) van de automatisch geactiveerde woordrepresentaties.

11 Welke drie algemene conclusies zijn naar voren gekomen uit studies over brein
verwerking en pre-attentieve processen en attentie?
1: Pre-attentieve en bewuste verwerking van stimuli voor betekenis betrekken veel van
dezelfde hersengebieden
2: Aandacht veroorzaakt grotere activatie van relevante sensorische en perceptuele
gebieden
3: Gebieden van de cerebrale cortex die vooraf gaan aan sensorische en perceptuele
gebieden hebben controle over verschuivingen van aandacht

12 Wat is het bewijs dat informatie behouden in de fonologische lus door subvocale
herhaling?
Fonologische lus: Component van het geheugen welke zorgt voor het vasthouden van
verbale informatie. Door het subvocaal (in jezelf) te herhalen.

,13. Waarom is de spanne van het werkgeheugen meestal twee items minder dan de
geheugenspanne?
Kortetermijn geheugen spanne: Aantal uitspreekbare items die een persoon in gedachten
kan houden en na een korte tijd kan rapporteren.
Spanne van het directe geheugen
In een beroemd artikel van de psycholoog George Miller is gesteld dat het
kortetermijngeheugen maximaal ongeveer zeven elementen kon omvatten. Dit principe gold
voor elk soort materiaal dat moest worden onthouden: letters, cijfers of woorden. Miller
noemde dit principe: de spanne van het directe geheugen (span of immediate memory).
Bijvoorbeeld van de reeks RSKHWXLPP worden alleen RSKHWXL onthouden.
Een ander bekend verschijnsel uit de geheugenpsychologie is het recentheidseffect. Als
mensen een lijst van nieuwe lettercombinaties moeten onthouden, en ze krijgen geen
gelegenheid de informatie te herhalen, worden de meest recente items uit de lijst het best
onthouden. Petersen en Petersen ontdekten in een andere studie dat proefpersonen na 30
seconden slechts 10% hadden onthouden van betekenisloze medeklinkers (bijvoorbeeld
XCJ) als zij in het interval tussen aanbieding van dit materiaal en het moment van
reproductie een rekentaak moesten uitvoeren, die verhinderde dat zij het materiaal
herhaalden. Na 3 seconden wisten zij echter nog 70% te reproduceren. Deze studies pleitten
voor het idee dat informatie in het kortetermijngeheugen na een tijdje automatisch 'vervaagt'
of 'wegzakt'.

Voorbeeld in het boek: rijden en telefoneren, veroorzaakt vier keer zoveel ongelukken dan
rijden zonder telefoneren.

14. Wat zijn de drie subonderdelen van executieve functies?
Executieve functies, uitvoerende regelfuncties: planning, aandacht, werkgeheugen,
gedragsregulatie, taakinitiatie, organiseren van je gedrag in de klas.
de executieve functies of uitvoerende regelfuncties
Deze functies zijn aansturend en controlerend voor je hele doen en laten. Ze beïnvloeden je
gedrag en je leren. Die aansturing gebeurt grotendeels onbewust. Je gebruikt deze
executieve functies (vanaf nu afgekort tot ef’s),vooral in nieuwe situaties en minder in
situaties die je vaak meemaakt.
De volgende ef’s worden onderscheiden: Taakinitiatie (beginnen aan de opgedragen taak),
planning en priorisering, aandacht richten en volgehouden aandacht, emotieregulatie,
werkgeheugen, inhibitie (vermogen om je gedag af te remmen), zelfinzicht en cognitieve
flexibiliteit.

15. Welke vier algemene conclusies kunnen gemaakt worden over executieve functies?
Ef laten zowel eenheid als diversiteit zien
Ef laat een aanzienlijk genetisch bestanddeel zien
Ef zijn gerelateerd aan en voorspellend over belangrijke klinische en maatschappelijke
resultaten
Er zijn wezenlijke ontwikkelingen in stabiliteit van ef-vaardigheden (wat je jong al ziet, komt
op latere leeftijd ook uit)
Blz 338/339

16. Hoe laat de zaak ‘Phineas Gage’ zien dat de prefrontale cortex gerelateerd is aan
executieve functies?
De prefrontale cortex heeft een dusdanige plaats om een belangrijke rol te spelen in de
controle van gedrag en cognitie. Gage kreeg een metalen staaf in zijn hoofd, dwars door de
prefrontale cortex. Hij overleefde, maar het gevolg was dat hij anders praatte, lomp, vloekend
en kon zijn impulsen niet controleren, niet meer plannen en zijn persoonlijkheid veranderde.
Hij leefde nog 11 jaar en stierf in 1860 als gevolg van blijvende epilepsieaanvallen.

, Ook adhd wordt geassocieerd met vertragingen in de prefrontale cortex, een vertraging van
ongeveer 3 jaar, terwijl de motorische gebieden wel eerder ontwikkeld zijn. Omdat eea dus
niet gelijk opgaat kan een aanwijzing zijn voor de rusteloosheid van het kind met adhd.

17. Welke belangrijke rollen speelt de prefrontale cortex in het werkgeheugen?
Werkgeheugentaken betrekken de voorste gedeelten van elke prefrontale kwab.
Uit studie blijkt dat toegenomen neurale activiteit in de prefrontale cortex optreed als de
persoon opzettelijk verbale info of visuele info in gedachten houdt.
En bij studie bij verschillende mensen blijkt dat ze elk hun eigen neurale routes nemen
terwijl ze hetzelfde doel bereiken.

In dit hoofdstuk nemen we het geheugen als VERTEGENWOORDIGING VAN KENNIS
(representation of knowledge) De theorie van Endel Tulving is in dit hoofdstuk belangrijk:

Tulving maakte eerst het onderscheid tussen episodisch en semantisch geheugen in een
hoofdstuk van 1972. Episodische herinnering is het vermogen om bewust te herinneren aan
eerdere ervaringen uit het geheugen (bijvoorbeeld het herinneren van een recente familiereis
naar Disney World), terwijl semantisch geheugen het vermogen is om meer algemene kennis
in het geheugen op te slaan (bijv. Het feit dat Disney World in Florida is).

18. Verschillen impliciet en expliciet geheugen, hoe is elk beoordeeld? Op welke manier is
impliciet geheugen meer context afhankelijk dan expliciet geheugen?

Het niet-declaratieve geheugen of het impliciete geheugen is een vorm van
het langetermijngeheugen waarbij er niet direct sprake is van bewuste beleving van of
toegang tot opgeslagen kennis. Deze vorm van geheugen komt vooral tot uiting in beter
presteren in bepaalde taken na herhaalde oefening (zoals leren fietsen of tennissen) of na
eerdere kennismaking met bepaald stimulusmateriaal. Het niet-declaratieve geheugen
bestaat uit meerdere deelvormen, zoals het procedurele
geheugen, priming en conditionering. Niet perse verbaal uit te leggen (onbewust)
Het declaratieve geheugen of het expliciete geheugen is een vorm van
het langetermijngeheugen waarbij men opgeslagen kennis bewust kan beleven of oproepen.
Het wordt doorgaans weer onderscheiden in twee deelvormen, namelijk het episodische
geheugen (gebeurtenissen in ons persoonlijk leven) en het semantische geheugen (kennis
van de wereld)

19. Twee subcategorieën van expliciet geheugen en de verschillen:

Zie antwoord vraag 18

Het impliciete geheugen, ook wel het niet-declaratief geheugen genoemd, is een
geheugenvorm waarbij geen informatie staat die we bewust beleven.

Het impliciete geheugen bestaat dan ook uit aangeleerde eigenschappen die nagenoeg
automatisch plaatsvinden:

Het procedureel geheugen, ook wel skill learning, bevat vooral gegevens over motorische
vaardigheden (Hoe moet je fietsen?), maar ook gegevens over bepaalde cognitieve
vaardigheden, zoals lezen. Hoe vaker je een vaardigheid herhaalt, hoe beter deze op wordt
geslagen.

Priming is een geheugenvorm die ervoor zorgt dat iemand eerder zal reageren op een
bepaalde prikkel van buiten af als deze al eens opgeslagen is dan wanneer deze prikkel nog
nooit ontvangen is.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper marijejelier. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 48041 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,99  24x  verkocht
  • (15)
In winkelwagen
Toegevoegd